4 spreekwoorden en uitdrukkingen bevatten `plak`
- de mis aan de muur plakken (=niet naar de mis gaan (verzuimen))
- iemand wel achter het behang kunnen plakken (=iemand heel vervelend vinden, waardoor je het liefst even helemaal niets meer met hem of haar te maken zou willen hebben)
- onder de plak zitten (=niets durven tenzij de partner het goed vindt)
- plak en gard ontwassen zijn (=ook zonder begeleiding wel kunnen leven)
34 dialectgezegden bevatten `plak`
- 'k Goon a fleus een plak rond aa oeiren geven (=Straks krijg je een oorveeg) (Londerzeels)
- 'k plak nen an de muur (=ik sla hem dood ( (verbaal woedend) ) (Waregems)
- ‘k stoa nog mee plak (=ik heb nog (financiële) schuld) (Kaprijks)
- ' n schelle koas (=een plak kaas) (Overmeers)
- as ich den heilen daog gëmékkër wil heire dan koop ich mich wol een geet èn plak van ën vroo (=soms liggen de oplossingen er al voordat er een probleem zich voordoet) (Munsterbilzen - Minsters)
- at ich èn zaajn plak weir (=als ik jou was) (Bilzers)
- baeter ne kleene dae steegert èn plak van ne graute dae weegert (=beter een kleine plezante dan een grote ambetante) (Munsterbilzen - Minsters)
- Braaf zieë andesj plek ich dich ater 't behang. (WT) (=Lief zijn of anders plak ik je achter het behang) (Mechels (NL))
- Broeëdkäosjkes allemaol opeite angesj plek ich dich ater de tapieët. (WT) (=Broodkorstjes allemaal opeten anders plak ik je achter het behang) (Mechels (NL))
- das haaj nie op zën plak ! (=dat is hier niet gepermitteerd) (Munsterbilzen - Minsters)
- de hoes nie den iëste te zin, de tweide plak ès ook goed (=ik neem je zoals je bent) (Munsterbilzen - Minsters)
- de wiës bau zën plak ès ! (=bemoei je d'er nu eens niet mee !) (Munsterbilzen - Minsters)
- die kirrel zit onner 't plak (=die man heeft niets te vertellen thuis) (Westerkwartiers)
- doeg dich de plak um, der sjteit ein vies bies (=Sla je sjaal om, er staat een koude noord oosten wind
Straatnaam Op de Bies) (Berg en Terblijts)
- een plak op a bakkes (=een slag in je gezicht) (Meers)
- Eine sjlof (=man die onder de plak zit) (Berg en Terblijts)
- hij is de juuste man op 't juuste plak (=hij zit op de juiste plaats) (Westerkwartiers)
- hij zit onner de plak (=hij is er maar bij in) (Westerkwartiers)
- ich wol én dae kleene zen plak zin (=kon ik daar ook maar eens aanhangen) (Bilzers)
- ich zal dich ës op zën plak bringe (=ik wil je terechtwijzen) (Munsterbilzen - Minsters)
- iemëd op zën plak zètte (=iemand terechtwijzen) (Munsterbilzen - Minsters)
- Ik gon a een plak op a bakkes geven (=Ik ga je slaan) (Liedekerks)
- jat e vessche schelle van de schutle (=hij at een plak vers spek) (Kortemarks)
- k-za-s flink langs de kèès rêepe (=ik zal eens een flinke plak kaas afsnijden) (Tilburgs)
- onder de slets / sloef liggen (=onder de plak zitten) (Wichels)
- op 't tweede plak (=secundair) (Westerkwartiers)
- op de plak (=op krediet) (Kaprijks)
- op de plak kopen (=op krediet kopen) (Lovendegems)
- op de plak kuëpen (=op de pof kopen) (Wichels)
- op de plak kuupen (=op krediet kopen) (Gents)
- op den plak kuupe (=iets op krediet kopen) (Gents)
- opzen plak zétte (=terechtwijzen) (Munsterbilzen - Minsters)
- plak: Ne plak geven) (=een hand geven (kindertaal)) (Lebbeeks)
- streep zën mauwe mér ëns op èn plak van te zevërë (=geen woorden maar daden !) (Munsterbilzen - Minsters)
Bronnen
De spreekwoorden en gezegden zijn afkomstig van Wikiquote, Wikipedia en onze gebruikers.
Op woorden.org is de uitleg ingekort en is herkomst van spreekwoorden en gezegden weggelaten.
Zie ook:
- vaartips.nl Ruim 300 woorden, zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- debinnenvaart.nl Nog eens honderden zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- Het boek `De Latynsche spreekwyzen` uit 1755 met oud-Nederlandse vertalingen