838 spreekwoorden en uitdrukkingen bevatten `je`
- bij nacht zijn alle katjes grauw en alle mondjes even nauw (=als het erop aankomt zijn we allen gelijk)
- binnen de lijntjes kleuren (=netjes handelen, niets doen wat niet mag)
- blijf aan jouw kantje (=je mag hem niet aanraken, hij is niet aanspreekbaar)
- blijf uit zijn kielwater of je raakt in zijn zog (=blijf uit zijn buurt, want je wordt er slechter van)
- boompje groot, plantertje dood (=sommige dingen hebben effecten die je niet kunt voorzien)
- boontje komt om zijn loontje (=hij krijgt wat hij verdient, de gevolgen zal iemand altijd wel een keer moeten gaan dragen)
- boontjes uit water eten. (=een eenvoudige maaltijd.)
- boter op je hoofd hebben (=zelf ook schuldig zijn)
- boter op je hoofd smeren en droog brood eten. (=in de war zijn.)
- botertje aan de boom zijn / het is botertje tot de boom (=alles gaat goed zonder problemen)
- botje bij botje leggen (=samen geld bijeen leggen om te betalen)
- buiten zijn boekje gaan (=meer doen dan toegelaten)
- commandeer je hond en blaf zelf (=dat bevel weiger ik uit te voeren)
- daar heb je het gedonder in de glazen (=daar begint de miserie)
- daar helpt geen lievemoederen/moedertje lief aan (=niets helpt, ook vriendelijke woorden niet)
- daar is een haartje in de boter (=daar is ruzie of wrijving)
- daar is geen oogje vet meer op (=dat is niet veel meer waard)
- daar kan je gif op innemen (=je mag er zeker van zijn dat het gaat gebeuren)
- daar kun je donder op zeggen (=daar mag je zeker van zijn)
- daar kun je ketelaar van blijven (=dat zal niets opbrengen)
- dank je de koekoek (=mij niet gezien!)
- dat gaat je niet in de kouwe/koude kleren zitten (=dat is heel ingrijpend. Daar ben je niet snel overheen (bijvoorbeeld een traumatische ervaring))
- dat ging van een leien dakje (=dat ging vanzelf)
- dat haal je de koekoek (=mij niet gezien!)
- dat horen en zien je vergaat (=erg luid)
- dat is een eitje (=het is heel eenvoudig)
- dat is een klontje boter uit zijn pap (=dat kost een flink deel van zijn fortuin)
- dat is naatje/pet (=dat is waardeloos)
- dat kan Bruin(tje) niet trekken (=dat kunnen we ons niet veroorloven (afgeleid van een populaire naam voor trekpaarden))
- dat maakt van jezus nog een ketter (=dat is zelfs bij de meest integer mens een schanddaad)
- dat mag met een krijtje aan de balk (=dat is een ongewone gebeurtenis)
- dat moet je niet uitpoetsen/uitvlakken (=dat is ernstiger dan het lijkt)
- dat muisje heeft een staartje. (=er zullen nog problemen komen)
- dat raak je aan de straatstenen niet kwijt (=dat is niet te verkopen)
- dat varkentje zullen we even wassen (=deze opdracht zullen we even uitvoeren)
- dat was op het nippertje (=dat is maar net gelukt)
- dat zaakje zal wel doodbloeden (=die kwestie zal geleidelijk aan wel worden vergeten)
- dat zal je de dood niet aandoen (=iets is niet zo erg is als het lijkt)
- de aard van het beestje (=het karakter van iemand)
- de bloemetjes buiten zetten (=uitbundig vieren)
- de bordjes zijn verhangen (=de omstandigheden zijn veranderd)
- de eigen boontjes doppen (=de eigen zaken regelen zonder hulp van anderen)
- de eindjes (niet) aan elkaar knopen (=(niet) rond komen (met z`n inkomen))
- de engeltjes schudden hun bed op / kussens uit (=het sneeuwt)
- de engeltjes schudden hun kussens uit (=het sneeuwt)
- de kantjes er van aflopen (=zijn best niet doen)
- de kastanjes voor iemand uit het vuur halen (=voor iemand anders het gevaarlijke werk of een lastig klusje doen)
- de kleintjes vallen niet groot (=wordt gezegd als eerder kleine vruchten verkocht worden)
- de laatste loodjes wegen het zwaarst (=het afwerken is vaak het lastigst)
- de peentjes opscheppen (=de boel opruimen)
585 betekenissen bevatten `je`
- van uitstel komt afstel (=als je iets niet meteen doet, loop je het risico dat het nooit meer gebeurt)
- uitstel is geen afstel (=als je iets uitstelt wil dat nog niet zeggen dat je het nooit meer gaat doen)
- jong te paard, oud te voet (=als je in je jeugd erg wordt verwend, krijg je het later erg moeilijk)
- in de nood eet de duivel vliegen. (=als je in nood verkeert, stel je je tevreden met dingen die je anders zou weigeren.)
- wee de wolf die in een kwaad gerucht staat (=als je je goede naam verliest is die haast niet terug te winnen)
- die in het voorjaar niet zaait, in het najaar niet maait. (=als je jong bent moet je sparen voor je eigen oude dag)
- hoop doet leven (=als je kan hopen op betere tijden, dan krijg je toch weer levenslust / zo lang je nog hoop hebt zijn er ook nog mogelijkheden)
- een goed gelaat is de beste geleidebrief. (=als je knap bent krijg je veel voor elkaar)
- wie een hond wil slaan, vindt altijd wel een stok (=als je kritiek wil hebben op iemand, vind je altijd wel een reden)
- alle havens schutten wind (=als je meedoet deel je mee in de winsten)
- veel varkens maken de spoeling dun (=als je met veel bent, moet je ook met veel delen)
- gereed geld dingt scherp. (=als je meteen betaalt gaat de verkoop sneller)
- waar geen aardappelen gepoot worden, zullen er ook geen groeien (=als je niet een goed begin voor iets legt, zal er ook niets van worden)
- geen bericht is goed bericht (=als je niet weet hoe het met iets of iemand gaat, kun je ervan uitgaan dat het goed gaat, zolang je geen slecht bericht ontvangt)
- gissen doet missen (=als je niet zeker bent van je zaak maar gokt, gaat het meestal fout)
- een geplaveide weg is des duivels oorkussen (=als je niets doet en lui bent, doe je ook niks goeds / mensen die zich vervelen omdat ze niets te doen hebben, kunnen tot de slechts dingen komen daardoor)
- handen in de schoot geeft geen brood. (=als je niets doet verdien je ook niets)
- geen spreker die een zwijger verbetert. (=als je niets zegt zeg je niets verkeerds)
- wie gekheid zaait zal dwaasheid oogsten. (=als je ongebruikelijke dingen doet krijg je ook ongebruikelijke resultaten)
- ouderdom komt met gebreken (=als je ouder wordt ga je van alles mankeren)
- gedeelde smart is halve smart (=als je over problemen praat, dan kan je het makkelijker verwerken / door de problemen/ellende van een ander is het gemakkelijker de eigen problemen/ellende te dragen)
- kalmte zal je redden (=als je rustig blijft gaan de dingen beter)
- de liefde kan niet van één kant komen (=als je samen iets doet zal ieder moeten bijdragen)
- als de kan vol is, loopt zij over. (=als je te veel drinkt komt het er weer uit)
- wie zijn klomp breekt, schiet gemakkelijk uit zijn slof (=als je wordt teleurgesteld, kun je gemakkelijk boos worden)
- goed voorbeeld doet goed volgen (=als je zelf op de goede manier handelt, nemen anderen dat vanzelf over)
- goed voorgaan doet goed volgen (=als je zelf op de goede manier handelt, nemen anderen dat vanzelf over)
- wie geeft wat hij heeft, is waard dat hij leeft (=als je zoveel geeft zoveel je kunt, dan kan niemand je iets verwijten)
- wanneer twee honden vechten om een been, loopt de derde ermee heen (=als twee strijdende personen of partijen zich richten op elkaar, kan een ander daarvan profiteren door zich datgene toe te eigenen waar om gestreden wordt)
- armoe met eren kan niemand deren. (=arm zijn is niet erg als je maar eerlijk bent)
- elk heeft genoeg in eigen tuin te wieden. (=bekritiseer geen anderen als je zelf niet perfect bent)
- heeft de duivel het paard gegeten, dan neemt hij de toom ook nog. (=ben je eenmaal in de macht van slechte mensen, dan wordt het alleen maar erger)
- heeft de duivel `t paard gegeten, dan neemt hij de toom ook nog. (=ben je eenmaal in handen van slechte mensen gevallen, dan verlies je alles.)
- ben je belatafeld (=ben je gek)
- van de ratten besnuffeld/gebeten zijn (=ben je nu helemaal gek!)
- maak je borst maar nat (=bereid je voor op een zware klus (of op veel tegenstand))
- op een kratje zitten als dat nodig is (=bereid zijn om je aan te passen aan minder luxe)
- ik wil hogerop, zei de jongen en hij kwam aan de galg. (=bereik je doel op een eerlijke manier)
- ons kent ons (=betrekkelijk afgesloten clubje mensen dat onderling de zaken regelt)
- om kaneelwater lopen (=beuzelwerk doen - van het kastje naar de muur gestuurd worden)
- aan het (sleep)touw houden (=bezig houden / aan het lijntje houden)
- blijf uit zijn kielwater of je raakt in zijn zog (=blijf uit zijn buurt, want je wordt er slechter van)
- in februari klagen de boeren het minst. (=boeren klagen altijd maar februari heeft de minste dagen om in te klagen (grapje))
- zin noch wit hebben (=buiten jezelf zijn van woede)
- daar is kop noch staart aan te vinden (=daar geraak je niet uit wijs)
- dat kan al het water van de zee niet afwassen (=daar is niets aan te doen - dat kan je niet wegpraten)
- daar kun je donder op zeggen (=daar mag je zeker van zijn)
- daar zal wat zwaaien (=daar zal een hartig woordje gesproken worden)
- die haring braadt niet (=dat (meestal geniepige) plannetje schijnt niet te lukken)
- dat slaat als een knots op een kangoeroe (=dat choqueert je)
50 dialectgezegden bevatten `je`
- 't ael es nog nie van au gat gespoeld [hoewel dit nergens terug te vinden is moet `ijl` hier `vruchtwater`betekenen] / ge zèe nog nie druëg achter au uëren (=je komt net kijken) (Wichels)
- 't Bliksemp beej dich (=je onderjurk komt er onderuit) (Venloos)
- 'T book is al òmgedraage. (=je bent te laat, alles is op.) (Roermonds)
- 't Book is um gedrage (=je bent te laat voor het eten) (Mechels (NL))
- 't book is um-gedrage (=je bent te laat) (Heerlens)
- 't è nie moollek (=Dat heb je meteen in de gaten / Dat is makkelijk) (Gents)
- 't en es gienen teek (=je mag hem niet onderschatten) (Hansbeeks)
- 't ene moe je doen en 't aander niet loat'n (=men moet alles goed afmaken) (Westerkwartiers)
- 't es au geroan (=het is je geraden) (Wichels)
- 't es d'antdoag die nien deugt (=je hanteert dat gereedschap verkeerd) (Wichels)
- 't es mee d'avancesteeke, geluef ek (=je gaat veel te onnauwkeurig te werk, vind ik.) (Lochristis)
- 't ès nie umdat zë pieëd daud lik èn de garaasj, daste de poeët moes loeëte oeëpe stoeën (=je gulp staat open) (Munsterbilzen - Minsters)
- 't es oa verloren gezaed (=je doet niet wat ik zeg) (Wichels)
- 't es van'n trok dagge moetj leven (=je moet de gelegenheid te baat nemen) (Ninoofs)
- 't es wel bestid / bestikt (=het is je eigen schuld / je hebt het verdiend) (Wichels)
- 't Fienste is oek jen oar zeker? (=je bent ook niet zo fijn van begrip zeker?) (Poperings)
- 't Gae nie mi d'n staende waegen (=Het hoeft niet zo vlug, je kunt er de tijd voor nemen) (Zeeuws)
- 't Giet ow goed, bi'j al wa-j doet. (=Het gaat je goed, bij alles wat je doet.) (Vechtdals)
- 't hemd is noader dan 'e rok (=eerst je eigen familie helpen, daarna pas anderen) (Westerkwartiers)
- 't hemd uutleen'n, en zulf noakn'd loop'n (=je hemd uitlenen en zelf naakt lopen) (Westerkwartiers)
- 't heur'n en 't zien vergijt je hier (=wat een kabaal hier zeg!!) (Westerkwartiers)
- 't is all niet dat oar snien, 't is all die kruljes legn (=als je aan iets begint, moet je het ook kunnen afwerken) (West-Vlaams)
- 't Is bai jou nèt weduwnaarspain. (=Jij knapt altijd snel weer op wanneer je eens ziek bent.) (Zaans)
- 't is gien opmoakersbende (=nu heb je wel genoeg) (Westerkwartiers)
- 't is kieëzn of diëuwn (=je moet een (moeilijke) keuze maken) (Kaprijks)
- 't is knoddig (=het staat je goed) (Veurns)
- 't is kwart veur struus, as 't haard lopst bist gauw tuus (=ik kan je niet zeggen hoe laat het is) (Westerkwartiers)
- 't is mangs klook om oe dom te hoaln (=Het is soms slim om je dom voor te doen) (Twents)
- 't is moar krekt hou'st bekiekst (='t is maar net hoe je het bekijkt) (Westerkwartiers)
- 't is moar net wat 'n gek d'r veur geft (=daar kun je geen prijs aan verbinden) (Westerkwartiers)
- 't is nie ol evangelie dat de paster prikt (=je moet niet alles geloven dat ze zeggen) (Veurns)
- 't Is niet an 'e gevel te sien, wie't 't huus beweunt (=je kunt iemand niet op zijn buitenkant beoordelen) (Bildts)
- 't is om t even of je deur de katte of den hoengd wor gebete (=het is om het even of je door de kat of door de hond wordt gebeten) (Flakkees)
- 't is roei'n met de riem'n die je hemm'n (=je moet roeien met de riemen die je hebt) (Westerkwartiers)
- 't is triestig wè (='t is droevig, weet je) (Veurns)
- 't is weinig as 't nie 'edeild kan worre en veul as 't nie op kan (=je kunt alles delen, maar kunt ook alles wel op maken) (Nijkerks)
- 't is wew besteekt (=je verdiende loon) (Kaprijks)
- 't komp zoas 't komp zee de boer en scheet zuk in de boksem (=je kunt je druk maken om van alles en nog wat, het komt toch zoals het komt) (gronings)
- 't komt te pjeit ma 't goat te vut (=je hebt het rap zitten, maar je geraakt er niet gemakkelijk van af) (Mols)
- 't laeve ès waaj ën naoës, de moes ter alles authaole wat trèn zit (=het leven is als een neus, je moet er alles uithalen wat er in zit) (Munsterbilzen - Minsters)
- 't lèste kleid / humme heet gein tesse (=je neemt niets mee het graf in) (Hunsels)
- 't leste schip moet ok vracht hemm'm (=je hoeft je niet altijd te haasten) (Westerkwartiers)
- 't leste schip moet ook vracht hemm'n (=je moet ook wat bewaren voor laatkomers) (Westerkwartiers)
- 't leste schip mot ok vracht hemm'n (=maak je niet zo druk) (Westerkwartiers)
- 't liekt wel of je mit twee benen in één kous lopen. (=je schiet niet echt op.) (Putters)
- 'T löp oe in'n drek (=Het gaat je niet lukken) (Twents)
- 't mes snit aan twee kant'n (=zo versterk je elkaar) (Westerkwartiers)
- 't Mets in 't verke laote sjteake (=Niet afmaken waar je aan begonnen bent) (Mechels (NL))
- 't moe wew mee a goeste zijn (=je moet het écht wel willen) (Kaprijks)
- 't møndtie zørg dat 't køntie sloag kreg (=met een grote mond krijg je slaag) (Vechtdals)
Bronnen
De spreekwoorden en gezegden zijn afkomstig van Wikiquote, Wikipedia en onze gebruikers.
Op woorden.org is de uitleg ingekort en is herkomst van spreekwoorden en gezegden weggelaten.
Zie ook:
- vaartips.nl Ruim 300 woorden, zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- debinnenvaart.nl Nog eens honderden zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- Het boek `De Latynsche spreekwyzen` uit 1755 met oud-Nederlandse vertalingen