zakken

werkw.
Uitspraak:  [ˈzɑkə(n)]
Afbreekpatroon:  zak·ken
Vervoegingen:  zakte (verl.tijd enkelv.)
Vervoegingen:  is gezakt (volt.deelw.) Toon alle vervoegingen

1) naar beneden gaan
Voorbeelden:  `naar beneden zakken`,
`een steen laten zakken`
Antoniemen:  stijgen, omhooggaan
Synoniemen:  omlaaggaan, vallen, dalen,
in elkaar zakken  ((van iemand) bewusteloos of flauw vallen)
iemand laten zakken  (ophouden met iemand te steunen)

2) minder worden
Voorbeeld:  `de temperatuur zakt`
Antoniemen:  stijgen, hoger worden
Synoniemen:  lager worden, dalen
Toen ik een aspirine had ingenomen, zakte de kiespijn een beetje.  ()

3) een examen niet halen
Voorbeeld:  `zakken voor je rijexamen`
Antoniem:  slagen
Synoniemen:  stralen, bakken
zakken als een baksteen  (een hele zware onvoldoende voor een examen halen)

Zie ook:  zak


Synoniemen
afdalen   bakken   dalen   kelderen   niet slagen   steekzakken   stralen   tassen   zijgen   heffen (antoniem)   opheffen (antoniem)   optillen (antoniem)   slagen (antoniem)   tillen (antoniem)   

Spreekwoorden en zegswijzen
• oude wijn in nieuwe zakken (=de zaken zijn anders gepresenteerd, maar niet wezenlijk veranderd)
• naai geen zakken met zijde (=verspil geen dingen aan iets wat niet wordt gewaardeerd)
• kunnen zakken en verkopen (=in handigheid ver overtreffen)
• in iemands zakken zitten (=iemand plagen)
• het laatste hemd heeft geen zakken (=je kunt niets meenemen als je dood gaat (laatste hemd = doodshemd))
Toon alle 6 spreekwoorden die zakken bevatten

Intensiveringen
Hoe kun je met zakken een ander begrip versterken?
door de grond zakken van schaamte
Hoe kun je zakken krachtiger uitdrukken?
in elkaar zakken als een plumpudding; in elkaar zakken als een pudding; in elkaar zakken als een zoutzak; zakken als een baksteen;

12 definities op Encyclo
  • Uit `De lagere vaktalen: Taal der bouwbedrijven` 1914 in zakken doen.
  • iemand of iets in een zak stoppen - Voorbeeld: Zak mij, smid. 't Geen Smedje heel gezwind deed, stopte de duvel in de zak
  • 'Zakken' is een schilderij van de Nederlandse schilder Theo van Doesburg in het Centraal Museum in Utrecht. Op het schilderij is een berg op elkaar gestapelde zakken in een zanderig landschap te zien, met op de achtergrond de contouren van een bos.
  • • [erga] naar beneden gaan. • [erga] niet slagen voor een examen.
  • omlaag gaan vb: het water in de rivier is gezakt Tegenstelling: opstijgen een kleinere waarde krijgen vb: de waarde van de euro is gezakt Synoniem: dalen Tegenstelling: stijgen niet slagen voor een examen vb: hij is gezakt voor zijn rijbewijs Synoniem: stralen Tegenstelling: slagen
Toon uitgebreidere definities

Deze woorden beginnen met zakken:
zakkendragerzakkengoedzakkenlinnenzakkenlopenzakkenrollenzakkenrollerzakkenrollerijzakkenvullenzakkenvullendzakkenvullerzakkenvullerijzakkenwasser

Deze woorden eindigen op zakken:
afzakkendoorzakkeninzakkenverzakkenwegzakkenverhabbezakkenuitzakkenniets in de handen, niets in de zakkenhaarzakken

Herkomst volgens etymologiebank.nl
zakken (dalen)

Taaladvies
Is gebuisd zijn correct in de volgende zin: De helft van de klas is gebuisd voor de toets? Zie Buizen / zakken

Vraag & Antwoord voor je slimme speaker
Wat is de verleden tijd van zakken?
De verleden tijd van zakken is 'zakte'. Het voltooid deelwoord is 'is gezakt'.
Wat betekent zakken?
'naar beneden gaan' en 'minder worden' en 'een examen niet halen'
Hoe spel je zakken?
zakken spel je Z A K K E N
Wat is een ander woord voor zakken?
Andere woorden voor zakken zijn afdalen, bakken, dalen, kelderen, niet slagen, steekzakken, stralen, tassen en zijgen.
Wat is het tegenovergestelde van zakken?
Antoniemen van zakken zijn heffenslagen, opheffen, optillen, slagen en tillen.

Op andere websites
Zoek zakken op Woordenlijst.org
Zoek zakken op Google
Zoek zakken op Wikipedia