inzakken

werkw.
Uitspraak:  ['ɪnzɑkə(n)]
Afbreekpatroon:  in·zak·ken
Vervoegingen:  zakte in (verl.tijd enkelv.)
Vervoegingen:  is ingezakt (volt.deelw.) Toon alle vervoegingen

1) naar beneden of in elkaar zakken
Voorbeeld:  `Tijdens het bakproces kan je cake inzakken door koude lucht.`

2) snel minder worden
Voorbeelden:  `verwachten dat de reismarkt inzakt`,
`inzakkende huizenprijzen`


Synoniemen
dalen   in elkaar zakken   instorten   invallen   inzinken   kelderen   sterk afnemen   sterk in waarde dalen   teruglopen   terugvallen   vallen   

1 definitie op Encyclo
  • 1) Slinken 2) Verzakken 3) Minder worden 4) Dalen 5) Kelderen 6) Inzinken 7) Inwellen 8) Neerzakken 9) Indonderen 10) Instorten 11) Vallen 12) Terugvallen 13) Teruglopen 14) Inklinken 15) Invallen
Toon uitgebreidere definities

Vraag & Antwoord voor je slimme speaker
Wat is de verleden tijd van inzakken?
De verleden tijd van inzakken is 'zakte in'. Het voltooid deelwoord is 'is ingezakt'.
Wat betekent inzakken?
'naar beneden of in elkaar zakken' en 'snel minder worden'
Hoe spel je inzakken?
inzakken spel je I N Z A K K E N
Wat is een ander woord voor inzakken?
Andere woorden voor inzakken zijn dalen, in elkaar zakken, instorten, invallen, inzinken, kelderen, sterk afnemen, sterk in waarde dalen, teruglopen, terugvallen en vallen.

Op andere websites
Zoek inzakken op Woordenlijst.org
Zoek inzakken op Google
Zoek inzakken op Wikipedia