werken

werkw.
Uitspraak:  [ˈwɛrkə(n)]
Afbreekpatroon:  wer·ken
Vervoegingen:  werkte (verl.tijd enkelv.)
Vervoegingen:  heeft gewerkt (volt.deelw.) Toon alle vervoegingen

1) taken verrichten
Voorbeelden:  `Ik heb de hele dag gewerkt, en nu ben ik doodmoe.`,
`werken aan een schilderij`
Synoniemen:  arbeiden, werk doen
zich krom/kapot/rot/de pokken/het schompes/lam werken  (heel hard werken)

2) geld verdienen door werk te doen
Voorbeeld:  `bij een bank werken`

3) doen waarvoor iets bedoeld is
Voorbeeld:  `In een lange tunnel werkt het navigatiesysteem niet.`
Synoniemen:  functioneren, het doen

4) gewenste effect hebben
Voorbeeld:  `De verdoving werkte snel, ik voelde niets meer.`

5) actief zijn
Voorbeeld:  `Die vulkaan werkt niet meer.`

Zie ook:  werk


Synoniemen
aan staan   arbeiden   beïnvloeden   bewegen   functioneren   handelen   leven   manipuleren   opereren   optreden   procederen   te werk gaan   uitwerken   werking   

Spreekwoorden en zegswijzen
werken zolang het dag is (=werken zo lang iemand kan)
werken als een rode lap op een stier (=onmiddellijk erg kwaad maken)
werken als een paard. (=hard werken)
werken als een paard (=zeer hard werken)
werken als een molenpaard (=hard werken)
Toon alle 12 spreekwoorden die werken bevatten

Intensiveringen
Hoe kun je werken krachtiger uitdrukken?
je de blaren werken; je de pestpokken werken; je drie keer in de rondte werken; je drie maal in de rondte werken; je drie slagen in de rondte werken; je een slag in de rondte werken; je het schompes werken; je in het zweet werken; je kapot werken; je krom werken; je over de kop werken; je rot werken; je uit de naad werken; met man en macht werken; werken als een ezel; werken als een galeislaaf; werken als een molenpaard; werken als een paard; werken als een zonnetje; werken tot je erbij neervalt
Uitdrukkingen die werken betekenen (waarin het woord zelf niet voorkomt):
aan de slag;

9 definities op Encyclo
  • Uit `De lagere vaktalen: De tabakbewerkerstaal` 1914 die tabak werkt uit 1 kilo: de dekkracht is 1 kilo.
  • • [inerg] arbeid verrichten, lichte vorm van zwoegen. • [inerg] functioneren, draaien: "die machine werkt niet". • [inerg] een gunstig gevolg hebben: "die oplossing kan nooit werken". •"arch." iets groots tot stand brengen
  • het werk verrichten waarvoor het bedoeld is vb: het koffieapparaat werkt weer Synoniemen: doen functioneren Tegenstelling: weigeren een taak verrichten, iets doen vb: Anne werkt hard voor het proefwerk ergens aan werken [er iets aan doen]
  • [Vergeten woorden] (st. work, heeft geworken) kromtrekken, van hout e.d. [mogelijk ~ werpen]
  • Def.: alle door menselijk toedoen ontstane of gemaakte constructies of inrichtingen, inclusief bouwwerken, en restanten daarvan. Toelichting: Voor de Keur relevant voorbeelden zijn windbemalinginstallaties, gemalen, steigers, oeverbescherming, duikers, dammen, drijfbalken, roosters en waterkerende werken in w...
Toon uitgebreidere definities

Deze woorden beginnen met werken:
werkendWerkendamwerkende

Deze woorden eindigen op werken:
afwerkenbewerkenbijwerkenbolwerkendoorwerkenhandwerkeninwerkenmeewerkennetwerkenopwerkenoverwerkensamenwerkentegenwerkentelewerkenthuiswerkenuitwerkenverwerkenwegwerkenzwartwerkenvoorwerken

Herkomst volgens etymologiebank.nl
werken (arbeiden)

Taaladvies
  1. Is werken correct in de betekenis van kleinere werkzaamheden aan de weg? Zie Werken / werk
  2. Wat is juist: Ik heb een baan met veel verantwoordelijkheden of Ik heb een job met veel verantwoordelijkheden? Zie Job / baan
  3. Kun je spreken van vlijtige arbeid (arbeid die met vlijt wordt verricht)? Zie vlijtige arbeid 


Vraag & Antwoord voor je slimme speaker
Wat is de verleden tijd van werken?
De verleden tijd van werken is 'werkte'. Het voltooid deelwoord is 'heeft gewerkt'.
Wat betekent werken?
'taken verrichten' en 'geld verdienen door werk te doen' en 'doen waarvoor iets bedoeld is' en 'gewenste effect hebben' en 'actief zijn'
Hoe spel je werken?
werken spel je W E R K E N
Wat is een ander woord voor werken?
Andere woorden voor werken zijn aan staan, arbeiden, beïnvloeden, bewegen, functioneren, handelen, leven, manipuleren, opereren, optreden, procederen, te werk gaan, uitwerken en werking.

Op andere websites
Zoek werken op Woordenlijst.org
Zoek werken op Google
Zoek werken op Wikipedia