staan

werkw.

Uitspraak:	[stan]
Vervoegingen:	stond (verl.tijd enkelv.)
Vervoegingen:	heeft gestaan (volt.deelw.) Toon alle vervoegingen

1) (van personen) de houding hebben van je voeten op de grond en je hoofd bovenaan

Voorbeelden:	`gaan staan om iemand te begroeten`, `in de keuken staan koken`
Antoniemen:	zitten, liggen

2) (van dingen) zich ergens (rechtop) bevinden

Voorbeelden:

`Mijn fiets staat tegen de boom.`, `De borden staan in de kast`, `Ons huis staat naast de supermarkt.`, `Hoeveel letters staan er op deze regel?`

3) in genoemde toestand zijn

Voorbeelden:

`Het huis staat in brand.`, `De stoplicht staat op groen.`

4) genoemde indruk wekken

Voorbeelden:

`Die jurk staat je goed.`, `Dat kun je niet doen, dat staat raar.`

5)

Daar staat me iets van bij.

(daar herinner ik me iets van)

6)

laat staan

(en zeker niet) `Dat is niet correct, laat staan fraai.`

Zie ook:

staand

ogen   onderstel   passen   poot   trappen   voet   zijn   zitten   

• zo vast staan als een muts met zeven keelbanden (=erg vast staan)
• vrouwenhanden en paardentanden staan nooit stil. (=een vrouw is altijd wel wat aan het doen)
• voor paal/schut staan (=een blunder begaan voor de ogen van anderen (en schamen))
• voor heter vuren gestaan hebben (=al groter problemen gekend hebben)
• voor de deur staan (=ieder ogenblik kunnen beginnen, komen)
Toon alle 68 spreekwoorden die staan bevatten

Hoe kun je met staan een ander begrip versterken?
staande ovatie; waar als ik hier sta
Hoe kun je staan krachtiger uitdrukken?
als één man staan achter; staan als een huis; staan als een standbeeld;

• • [inerg] zich in verticale toestand van rust bevinden. • [auxl] "~ te": duratief hulpwerkwoord: tijdens het staan iets doen. • [auxl] "~ te": hulpwerkwoord van een, vaak dreigende, onmiddellijke toekomst.
• op voeten of poten overeind zijn vb: aan het eind van het concert ging het publiek staan ik sta erop [ik wil per se dat het gebeurt] ik sta achter je [ik verdedig je] het staat of valt met .... [het hangt ervan af] je moet daar boven staan [je er niets van aantrekken] ik sta op het standpunt dat .... [ik vind...
• 1) Er doen uitzien 2) Passen 3) Overeind zijn 4) Zich opwaarts bevinden 5) Rusten 6) Poot 7) Stilhouden 8) Ogen 9) Zijn 10) Zich bevinden 11) Stil houden 12) Zich overeind bevinden 13) Voet 14) Onderstel 15) Bereid zijn tot 16) Rechtop zijn 17) Halt maken 18) Uitkomen 19) Niet wijken 20) Op de been zijn
• overeind zijn
• overeind zijn Jaar van herkomst: 901-1000 (WPS )

Toon uitgebreidere definities

• staan op• staan voor• staand• staande• staande golf• staande uitdrukking• staandehouding• staander• staandevoets• staandsvoets• staanplaats• staantribune

• aanstaan• achterstaan• afstaan• bekendstaan• bestaan• bijstaan• doorstaan• droogstaan• klaarstaan• ontstaan• openstaan• opstaan• overstaan• Pakistaan• rechtstaan• stilstaan• terechtstaan• toegestaan• toestaan• uitstaan

staan (overeind zijn)

Wat is de verleden tijd van staan?

De verleden tijd van staan is 'stond'. Het voltooid deelwoord is 'heeft gestaan'.

Wat betekent staan?

'(van personen) de houding hebben van je voeten op de grond en je hoofd bovenaan' en '(van dingen) zich ergens (rechtop) bevinden' en 'in genoemde toestand zijn' en 'genoemde indruk wekken' en '' en ''

Hoe spel je staan?

staan spel je S T A A N

Wat is een ander woord voor staan?

Andere woorden voor staan zijn ogen, onderstel, passen, poot, trappen, voet, zijn en zitten.

Zoek staan op Woordenlijst.org
Zoek staan op Google
Zoek staan op Wikipedia