I het net

zelfst.naamw.
Uitspraak:  [nɛt]
Verbuigingen:  netten (meerv.)

1) voorwerp van touw of draad om dieren mee te vangen
Voorbeeld:  `visnet`
achter het net vissen  (te laat zijn om ergens voordeel van te hebben)

2) internet
Voorbeeld:  `netmarketing`


II net

bijv.naamw.
Uitspraak:  [nɛt]

zoals het hoort, goed verzorgd
Voorbeeld:  `mijn nette pak`
Synoniem:  keurig


III net

bijwoord
Uitspraak:  [nɛt]

1) kort geleden
Voorbeeld:  `net verhuisd`

2) <om de overeenkomst aan te geven als je dingen vergelijkt>
Voorbeelden:  `net zo slordig als je broer`,
`net echt lijken`

3)
Net goed!  (<tevreden commentaar als iemand anders iets vervelends overkomt door eigen schuld>)


Synoniemen
aanstonds   accuraat   amper   beschaafd   correct   daarnet   daarstraks   dadelijk   degelijk   eerlijk   eerzaam   fatsoenlijk   fuik   geordend   juist   keurig   krek   kuis   meteen   netwerk   nog maar pas   ordelijk   pas   precies   proper   rein   schielijk   schoon   secuur   sprekend   stipt   straks   systematisch   televisiekanaal   tv kanaal   zo-even   zojuist   zonet   zorgvuldig   

Spreekwoorden en zegswijzen
• roep geen haring voor hij in het net is (=wees niet te voorbarig)
• iemand het net over het hoofd halen (=iemand tegen wil en dank tot iets doen besluiten)
• het leven is net een krentenbol, met af en toe een hard stukje (=het leven is niet een en al geluk maar kent soms ook tegenslag)
• grote vissen scheuren het net (=hooggeplaatste personen worden niet zo gemakkelijk gestraft)
• een slak komt er net zo goed als een kikker. (=iedereen doet dingen in zijn eigen tempo)
Toon alle 9 spreekwoorden die net bevatten

19 definities op Encyclo
  • [I] keurig, nauwkeurig [II] precies als [III] van garen geknoopt weefsel, visnet; netwerk
  • •een geheel van fijne draden.
  • nog maar korte tijd (geleden) vb: hij is net gearriveerd het is maar net aan [het gaat nauwelijks] net goed! [commentaar als iemand door eigen schuld iets vervelends overkomt] net zo goed [met hetzelfde resultaat] net zo lief [even graag] net zo min als jij [ook niet]
  • schoon en verzorgd vb: Joop is een nette jongen Tegenstelling: slordig geschikt voor een officiële gelegenheid vb: Aart droeg een net pak fatsoenlijk, moreel verantwoord vb: het is niet net om zo te schreeuwen alles in het nette [zonder dat iemand zich ergens aan stoort]
  • van garen geknoopt voorwerp met gaten vb: hij gebruikt een net om te vissen iemand in zijn netten verstrikken [hem (ergens voor) vangen] door de mazen van het net kruipen [ternauwernood ontsnappen] achter het net vissen [te laat komen om ergens van te profiteren]
Toon uitgebreidere definities

Deze woorden beginnen met net:
net-pcnetaansluitingnetbalnetbandnetbeheernetbeheerdernetbooknetcastennetdropnetelnetelachtigneteldiernetelignetelkoortsnetelroosnetenvreternetfilternetflixiseringnetheidnetheidsonderzoek
Toon alle woorden die beginnen met net

Deze woorden eindigen op net:
basklarinetdaarnetinternetkabinetklarinetmarionetsonnetvangnetvignetvisnetwegennetzijnetzonetzendernetwurgnetwerpnetwaternetwarnetwarmtenetvlindernet
Toon alle woorden die eindigen op net

Herkomst volgens etymologiebank.nl
  1. net (keurig)
  2. net (strikwerk)


Taaladvies
  1. Is in de volgende zin net of juist correct: Mijn opmerking was niet slecht bedoeld, ik vind je idee net / juist heel goed? Zie net / juist
  2. Wat is juist: het elektrisch net of het elektrische net? Zie het elektrisch net / het elektrische net
  3. Wie kunnen er bedoeld zijn met meneren met wit voor? Zie Wit voor hebben


Vraag & Antwoord voor je slimme speaker
Is het 'de net' of 'het net'?
Het is 'het net', want net is onzijdig. Als je het aanwijst is het 'dat net'.
Wat is het meervoud van net?
Het meervoud van net is 'netten'. Eén net, twee netten.
Wat betekent net?
'voorwerp van touw of draad om dieren mee te vangen' en 'internet'
Hoe spel je net?
net spel je N E T
Wat is een ander woord voor net?
Andere woorden voor net zijn aanstonds, accuraat, amper, beschaafd, correct, daarnet, daarstraks, dadelijk, degelijk, eerlijk, eerzaam, fatsoenlijk, fuik, geordend, juist, keurig, krek, kuis, meteen, netwerk, nog maar pas, ordelijk, pas, precies, proper, rein, schielijk, schoon, secuur, sprekend, stipt, straks, systematisch, televisiekanaal, tv kanaal, zo-even, zojuist, zonet en zorgvuldig.

Op andere websites
Zoek net op Woordenlijst.org
Zoek net op Google
Zoek net op Wikipedia