69 spreekwoorden en uitdrukkingen bevatten `zon`
- achter de wolken schijnt de zon (=alle nare dingen zijn tijdelijk en daarna wordt het beter)
- als een kip zonder kop (=zonder beraad, onbesuisd)
- als sneeuw voor de zon verdwijnen (=ergens niets van over blijven)
- berouw komt na de zonde (=als het eenmaal gebeurd is komt pas de berouw)
- bitter in de mond maakt het hart gezond (=ook wat minder aangenaam is, kan gezond of goed zijn)
- dat is nog van voor de zondvloed (=dat is al heel oud)
- de rijzende/opgaande zon aanbidden (=in de gunst trachten te komen van iemand die succesvol is)
- de uitzondering bevestigt de regel (=overal zijn er uitzonderingen)
- de zee is altijd zonder water. (=hebberige mensen willen altijd meer)
- de zon in het water kunnen zien schijnen (=kunnen verdragen dat een ander ook iets krijgt)
- de zon niet in het water kunnen zien schijnen (=jaloers zijn, iets niet kunnen verdragen)
- de zondebok zijn (=ergens de schuld van krijgen)
- een dag is nooit zo nat of de zon schijnt altijd wat (=ook bij nare situaties zijn er lichtpuntjes)
- een hark zonder steel (=iets waardeloos)
- een hartje zonder zorg (=een zorgeloos iemand)
- een kort liedje is gauw gezongen (=het onaangename gaat snel genoeg voorbij)
- een kring om de zon brengt water in de ton. (=een halo rond de zon voorspelt meestal regen)
- een man zonder vrouw is als een paard zonder teugels. (=in het huwelijk hebben man en vrouw elkaar nodig)
- een ridder zonder vrees of blaam (=een moedig mens)
- een straatje zonder eind (=een eindeloos proces, iets wat nooit ophoudt)
- een vrouw zonder man is als een vis zonder fiets (=feministische uitspraak)
- een zondagse steek houdt geen week (=de zondag is geen werkdag maar de dag des Heeren)
- een zondagskind (=iemand die steeds geluk heeft)
- een zondagssteek houdt geen week (=er rust geen zegen op het werk wat iemand op zondag doet)
- er is niets nieuws onder de zon (=alles is al eerder vertoond)
- er zijn geen rozen zonder doornen (=bij elk geluk is er ook verdriet)
- er zonder kleerscheuren afkomen (=helemaal niets mankeren na een ongeluk)
- eten uit de korf zonder zorg (=geen zorgen meer hebben over zijn levensonderhoud)
- geen dag zonder zorgen (=er is altijd wel iets om je zorgen over te maken.)
- geen geluk zonder druk. (=gelukkig wordt je niet zonder er moeite voor te doen)
- geen katje om zonder handschoenen aan te pakken (=geen gemakkelijk persoon)
- geen koren zonder kaf (=tussen al het goeie zit altijd ook wel iets minder goeds)
- geen krieken zonder stenen. (=niemand is er perfect.)
- geen licht zonder schaduw (=tussen al het goeie zit altijd ook wel iets minder goeds)
- geen rook zonder vuur (=er wordt niet over gepraat of er is wel iets van waar)
- geen vlees zonder been (=niets zonder gebreken)
- herenzonden boerenleed. (=de gewone mensen boeten voor de fouten van de mensen met macht)
- het is gezond om in het vuur te pissen (=het is goed om hevigheid te kalmeren)
- het is niet overal zomer waar de zon schijnt. (=schijn bedriegt)
- het is zondegeld (=het is jammer dat daar kosten voor gedaan zijn)
- het liedje is uitgezongen (=het is afgelopen)
- het zonnetje in huis (=iemand die zorgt voor een goede, opgeruimde sfeer)
- hooi als de zon schijnt (=je moet de gelegenheid gebruiken als die zich voordoet)
- hooien als de zon schijnt (=van de gunstige gelegenheid gebruik maken)
- iemand in het zonnetje zetten (=iemand op positieve wijze aandacht geven, iemand eer bewijzen)
- ik ga horizontaal (=ik ga slapen)
- je kan geen omelet maken zonder eieren te breken (=soms moet men iets verliezen om een hoger doel te bereiken)
- kip zonder eieren (=politieman)
- leven uit de korf zonder zorg (=onbekommerd leven)
- meisjes die bloemen dragen, mag je kussen zonder te vragen (=een aanmoediging om meisjes met bloemen te kussen)
188 betekenissen bevatten `zon`
- het achter de ellebogen hebben (=achterbaks; zonder zijn zelfzuchtige bedoelingen te laten zien)
- geen klaviertje over slaan (=alle bijzonderheden in acht nemen)
- botertje aan de boom zijn / het is botertje tot de boom (=alles gaat goed zonder problemen)
- wie zijn billen brandt, moet op de blaren zitten (=als je iets doms doet, moet je de gevolgen dragen (liefst zonder klagen))
- niet in een goed vel steken (=altijd ziek zijn, nooit gezond)
- de koning te rijk zijn. (=bijzonder gelukkig zijn)
- in een goed blaadje staan (=bijzonder gewaardeerd worden)
- nijdig als een spin (=bijzonder nijdig)
- de lakense bril erbij opzetten (=bijzonder scherp toekijken)
- zo stijf als een bonenstaak (=bijzonder stijf)
- zo stil dat je een speld kunt horen vallen (=bijzonder stil)
- van luie Kees (=bijzonder traag)
- van een leien dakje gaan (=bijzonder vlot en zonder problemen verlopen)
- als Hollands welvaren (=blakend van gezondheid)
- dat is lariekoek (=dat heeft iemand verzonnen)
- zo gaan er dertien in een dozijn (=dat heeft weinig waarde, is niet zo bijzonder)
- dat is schering en inslag (=dat komt bijzonder vaak voor [onderdelen van een weefgetouw])
- de eigen boontjes doppen (=de eigen zaken regelen zonder hulp van anderen)
- de mug uitzuigen en de kameel doorzwelgen (=de onschuldige straffen en zelf schaamteloos zondigen)
- met de helm (op) geboren zijn (=de toekomst kunnen voorspellen / bijzonder voorzichtig zijn)
- de koperen ploert (=de zon)
- de grote kaars gaat uit (=de zon gaat onder)
- een zondagse steek houdt geen week (=de zondag is geen werkdag maar de dag des Heeren)
- de oude adam (=de zondige natuur (aard))
- op stel en sprong (=direct en zonder uitstel.)
- op de man af (=direct, zonder omwegen)
- een Babylonische spraakverwarring (=door elkaar spreken zonder naar elkaar te luisteren en elkaar niet verstaan)
- over lijken gaan (=doordouwen zonder oog voor ethiek of moraal)
- als de wijn is in de man, is de wijsheid in de kan (=drank verdringt gezond verstand)
- jezelf op de borst slaan (=duidelijk aan de omgeving laten weten dat men ergens bijzonder trots op is)
- een boterham met tevredenheid (=een (droge) boterham (zonder beleg))
- ambt geeft verstand. (=een baan gekregen hebben zonder er iets van af te weten)
- een eed met boter bezegeld. (=een belofte zonder echte intentie om de belofte na te komen)
- een kring om de zon brengt water in de ton. (=een halo rond de zon voorspelt meestal regen)
- een krakende wagen (=een onzekere zaak - iemand met een zwakke gezondheid)
- er met de pet naar gooien (=een taak bijzonder slordig uitvoeren)
- een broodje aap (=een verzonnen verhaal dat als waarheid wordt verspreid.)
- een mooi span voor een bokkenwagen (=een zonderling koppel)
- eruit zien als de dood van ieperen (=er bijzonder slecht uitzien)
- er uitzien als melk en bloed (=er gezond uitzien)
- er is meer dan de molen in het woud omgegaan (=er is iets bijzonders gebeurd)
- aardappelbloed hebben (=er ongezond uitzien)
- een zondagssteek houdt geen week (=er rust geen zegen op het werk wat iemand op zondag doet)
- de dood of de gladiolen (=er vol voor gaan, zonder compromissen.)
- om over naar huis te schrijven (=erg bijzonder)
- iets in de vingers hebben (=ergens ervaring en deskundigheid over hebben opgebouwd, waardoor men met grote kwaliteit en zonder fouten te maken, zich hiermee bezig kan houden)
- de klok hebben horen luiden maar niet weten waar de klepel hangt (=ergens over gehoord hebben, zonder er echt iets van af te weten)
- er over oordelen als een blinde over de kleuren (=erover oordelen zonder kennis van zaken)
- je kan beter naar de bakker dan naar de apotheker gaan. (=eten is gezond, de apotheker bezoek je als je ziek bent.)
- dweilen met de kraan open (=geen kans op succes hebben, omdat men de symptomen bestrijdt zonder de oorzaak aan te pakken)
50 dialectgezegden bevatten `zon`
- 'ne krînk um de maon kân nog in windj vergaon, 'ne krînk um de zón bringtj rengel in de tón (=weerspreuk) (Weerts)
- 't Aol mèens zet 't ooriezer op, de zunne giet skien (=de zon gaat schijnen) (Drents)
- 't blijf laaë donker (=de zon komt laat op) (Kaprijks)
- 't blijf laaë kloar (=de zon gaat laat onder) (Kaprijks)
- 't Es duvelkeskermis (=Als de zon schijnt en het regent) (Hulsters (NL))
- 't es kermes in d'hel (=het regent en de zon schijnt) (Overijses)
- 'T es kermesse in d'helle (=het regent terwijl de zon schijnt) (Oudenaards)
- 't ès kérmis èn de hél (=als het regent en de zon schijnt) (Bilzers)
- 't es kerremes in d'elle (=zon schijnt bij regenval, regenboog bij regen) (Meers)
- 't Es kirmess' in d' elle (=Het regent terwijl de zon schijnt) (Evergems)
- 't is duuveltjeskaarmis, tis kaarmis in d'hel (=zon die schijnt bij regen) (Antwerps)
- 't is duvelkeskermès (=als het regent en ook de zon schijnt) (Sint-Niklaas)
- 't is kermis in del (=Het regent terwijl de zon schijnt) (Onze-Lieve-Vrouw-Waver)
- 't Is kerremus in dur hel/ De Engeltjies piese weer naar beneê (=Als het regent terwijl de zon schijnt) (Utrechts)
- 't is kirmes'in d'elle (=zon schijnt tijdens de regen) (Kaprijks)
- 't is verschoten of verschenen (=iets (vb gordijnen) dat verkleurd is door de zon) (Zottegems)
- 't is vroeg donkre (=de zon gaat vroeg onder) (Kaprijks)
- 't klosd op (=er komt wat zon) (Veurns)
- 't wor vroeg kloar (=de zon komt vroeg op) (Kaprijks)
- 'tis keremisse in delle (=Het regent en de zon schijnt) (Maldegems)
- 'tis moar nen bruinen (=Als de zon zich niet laat zien en het weer overtrokken en regenachtig is) (Lokers)
- ach dè ies zôn zuut programma op de tillevisie. (=ach, dat is zo'n zoet programma op de televisie) (Kaatsheuvels)
- alèèn de zon kump op vur nix (=niets is gratis) (Riemsts)
- alling de zön geet vuur nieks op (=alleen de zon gaat voor niks op) (Sjeeter plat)
- aofsjiete (=door de zon verbleken) (Munsterbilzen - Minsters)
- as ’t raengentj en de zon sjientj, den is ’t kèrmes inne hèl (=je hebt gelijktijdig een goede en slechte situatie en dat levert meestal niet veel goeds op) (Heitsers)
- as de katte in fibberwari inne zón ligge, ligge ze in mei ônger de stoeëf (=weerspreuk) (Weerts)
- As de zun in't westen steet, bint de lui'n 't drokst (=Als de zon in het Westen staat, zijn de luien het drukst) (Twents)
- asse wiese dèt was, zon ze wèl gewist zèèn. (=als ze geweten hadden dat het doorging, zouden ze wel aanwezig geweest zijn.) (Tilburgs)
- aste zon sjaajnt kump iedereen baute mèr attet raengert zieste niemes mei (=van de bank krijg je alleen een lening als je ze feitelijk niet nodig hebt) (Munsterbilzen - Minsters)
- aste zon sjaajnt kump iedereen baute, mér assët raengert zieste niemes mei (=supporters genoeg als het goed gaat met de ploeg, maar je ziet of hoort niemand meer als het minder goed gaat) (Munsterbilzen - Minsters)
- bakkë en broje èn de vol zon (=bakken en braden in de volle zon) (Munsterbilzen - Minsters)
- bau vieël zon ès, ès ook vieël kielësjoj (=hoge bomen vangen veel wind) (Munsterbilzen - Minsters)
- blekng lik Klemskerke teegn 't oengewirte: liggen te blinken, te schitteren in de zon. De uitdrukking stamt van de West-Vlaamse vissers, die van verre de nog door de zon beschenen kerktoren van Klemskerke blinkend zagen afsteken tegen donkere onweerswolken (=Blikken gelijk Klemskerke tegen 't ongeweerte) (Klemskerks)
- d'r wordt veul ongegund brood eet'n (=de zon niet bij een ander in het water kunnen zien schijnen) (Westerkwartiers)
- daaj moes wirés én de vol zon ston (=ze moest weer in de belangstelling staan) (Bilzers)
- dat watterzonnëkë vërspëlt niks goeds (=zon met een waterkring errond geeft geen goede vooruitzichten) (Munsterbilzen - Minsters)
- de iëste zon hèt al meinig sjaun kènd vernield (=opgelet met de stralen van de eerste zon) (Munsterbilzen - Minsters)
- de lins oppe rögk höbbe (=erg moe; lui zijn (bijv. van de zon of zo)) (Heitsers)
- de moes hoje attë zon sjaajnt (=de gelegenheid afwachten is de boodschap) (Munsterbilzen - Minsters)
- de moes hoje terwaajl de zon sjaajnt (=het gepaste ogenblik afwachten) (Munsterbilzen - Minsters)
- de moes nie altijd zik zin vür baeter te wiëne (=alle zorgen verdwijnen als de zon weer gaat schijnen) (Munsterbilzen - Minsters)
- de sjünste kender wiene dür de zon gesnap (=schoonheid kan vlug verbranden) (Bilzers)
- de slimste vérke krijgen ët sjunste stroj (strau) (=de zon schijnt voor iedereen, maar niet iedereen ziet ze) (Munsterbilzen - Minsters)
- de zon ès toeë, het geet al opdreige (=de zon komt uit, alles droogt al op) (Munsterbilzen - Minsters)
- de zon göt de raegen hale (=avondrood brengt water in de sloot) (Venrays)
- de zon kom binne (=zonder te groeten binnenkomen) (Oudenbosch)
- de zon konste pas wardiëre asse aater de wolke autkump (=na regen komt zonneschijn) (Bilzers)
- de zon kump al loeërë tèssë twei zwaur sjoeërë èn (=tussen 2 zware buien in komt de zon piepen) (Munsterbilzen - Minsters)
- de zon schênt nu en dan (=De zon schijnt zo nu en dan.) (Haags)
Bronnen
De spreekwoorden en gezegden zijn afkomstig van Wikiquote, Wikipedia en onze gebruikers.
Op woorden.org is de uitleg ingekort en is herkomst van spreekwoorden en gezegden weggelaten.
Zie ook:
- vaartips.nl Ruim 300 woorden, zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- debinnenvaart.nl Nog eens honderden zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- Het boek `De Latynsche spreekwyzen` uit 1755 met oud-Nederlandse vertalingen