6 spreekwoorden en uitdrukkingen bevatten `zijn hoofd`
- een dak boven zijn hoofd hebben (=woonruimte hebben, onderdak hebben)
- met zijn hoofd in de wolken (=zo gelukkig, blij zijn dat je niet goed oplet)
- niet goed bij zijn hoofd zijn (=niet goed wijs zijn, gekke dingen doen)
- spijt hebben als haren op zijn hoofd (=erg veel spijt hebben)
- wie boter op zijn hoofd heeft moet niet in de zon lopen (=wie schuldig is houdt zich best gedeisd)
- zijn hoed zit altijd op zijn hoofd (=hij groet nooit iemand)
26 dialectgezegden bevatten `zijn hoofd`
- attër ët èn zën krolle kraajg, bèste nog nie goed aof (=als hij het echt in zijn hoofd haalt, kan je nog veel last met hem krijgen) (Munsterbilzen - Minsters)
- bist ja nait goud snik (=hij is niet goed bij zijn hoofd) (Hogelandsters)
- dae és blijve tekke!!! (=die is zeker goed op zijn hoofd gevallen) (Munsterbilzen - Minsters)
- Dae is door de ratte besjnuffelt (=Die is niet goed bij zijn hoofd) (Tegels)
- De heid reuberzoad in der kop. (=Die heeft stroo in zijn hoofd) (Nuths)
- Die et de wabber (=Die is niet helemaal goed bij zijn hoofd) (Volendams)
- die het een tik van de meulen gehad (=niet helemaal goed bij zijn hoofd zijn) (Alblasserdams)
- ê 't is nog ne schiuën die't zegt (=hij heeft boter op zijn hoofd) (Kaprijks)
- eemes de pis lauw maake (=iemand aan zijn hoofd zeuren) (Susters)
- effe gerok én zen boëvekaomer (=in zijn hoofd geraakt zijn) (Bilzers)
- ei viel en at twee boebels op zènne kop (=hij viel en had twee builen op zijn hoofd) (Sint-Niklaas)
- geij ziet gaor nie wies (=niet goed bij zijn hoofd zijn) (Boksmeers)
- hae hèt ne slaog van den haomel (=hij is zwaar geraakt in zijn hoofd) (Munsterbilzen - Minsters)
- hè wit nie waor zunne kòp stao (=hij is er met zijn hoofd niet bij) (Tilburgs)
- heetie èègelek wèl harses in zene knöst (=heeft hij eigenlijk wel hersens in zijn hoofd) (Tilburgs)
- het èn zën krolle krijge (=het plots in zijn hoofd halen) (Munsterbilzen - Minsters)
- hij heeft ze nie alle vijve of hij is maboel (=Iemand die niet bij zijn hoofd is) (Zottegems)
- hij moet nog ' n leleke piep rook' n (=er hangt hem nog een straf boven zijn hoofd) (Westerkwartiers)
- hij viel meej zen harses op de kaajbaand èn was gelèèk van zene susserd. (=hij viel met zijn hoofd op de trottoirband en was meteen buiten bewustzijn.) (Tilburgs)
- j'es hiel zot d'ndien'n (=hij is niet goed bij zijn hoofd) (deinzes)
- k-naajden um vur zun harses (=ik sloeg hem tegen zijn hoofd) (Tilburgs)
- Neet good sjang zeen (=Niet goed bij zijn hoofd zijn) (Steins)
- neit goud sjang zeen (=niet goed bij zijn hoofd zijn) (Sittards)
- nie goed lauës zin (=niet goed bij zijn hoofd zijn) (Munsterbilzen - Minsters)
- op zèen kezze gevall'n / geslegen (=op zijn hoofd gevallen / geslagen) (Wichels)
- wee dat geluif is gèk of simpel (=Wie dat gelooft is niet goed bij zijn hoofd) (Mestreechs)
Bronnen
De spreekwoorden en gezegden zijn afkomstig van Wikiquote, Wikipedia en onze gebruikers.
Op woorden.org is de uitleg ingekort en is herkomst van spreekwoorden en gezegden weggelaten.
Zie ook:
- vaartips.nl Ruim 300 woorden, zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- debinnenvaart.nl Nog eens honderden zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- Het boek `De Latynsche spreekwyzen` uit 1755 met oud-Nederlandse vertalingen