Spreekwoorden met `zelfde`

Zoek

17 spreekwoorden en uitdrukkingen bevatten `zelfde`

  1. aan hetzelfde euvel mank gaan (=dezelfde fouten maken als iemand anders)
  2. altijd hetzelfde deuntje zingen (=steeds weer hetzelfde herhalen)
  3. de koekoek en de sijs hebben niet dezelfde wijs. (=iedereen is anders)
  4. een ezel stoot zich geen tweemaal aan dezelfde steen (=men maakt geen twee keer dezelfde fout)
  5. eén lijn trekken / Dezelfde lijn trekken (=dezelfde mening hebben)
  6. geen twee missen voor hetzelfde geld doen (=niet tweemaal hetzelfde zeggen of doen)
  7. in hetzelfde gasthuis ziek liggen (=aan dezelfde kwaal lijden)
  8. in hetzelfde schuitje varen/zitten (=met dezelfde omstandigheden te maken hebben, hetzelfde lot ondergaan)
  9. met hetzelfde sop overgoten (=even goed of slecht)
  10. op dezelfde golflengte zitten (=het grotendeels eens zijn)
  11. op dezelfde leest geschoeid zijn (=erg op elkaar lijken)
  12. op dezelfde voet voortzetten (=op dezelfde manier)
  13. op hetzelfde aambeeld hameren/slaan (=steeds weer op hetzelfde onderwerp terugkomen)
  14. uit dezelfde klei gebakken zijn (=dezelfde afkomst hebben)
  15. uit hetzelfde vaatje tappen (=dezelfde standpunten of opvattingen delen.)
  16. van hetzelfde laken een pak (=dezelfde soort aanpak of respons)
  17. voor hetzelfde geld (=net zo goed)

49 betekenissen bevatten `zelfde`

  1. in hetzelfde gasthuis ziek liggen (=aan dezelfde kwaal lijden)
  2. alles malletje naar malletje doen/maken (=alles steeds weer op precies dezelfde manier doen)
  3. het is altijd koekoek éénzang (=altijd hetzelfde verhaal vertellen of zelfde voorbeeld geven)
  4. semper idem (=altijd weer hetzelfde)
  5. uit dezelfde klei gebakken zijn (=dezelfde afkomst hebben)
  6. aan hetzelfde euvel mank gaan (=dezelfde fouten maken als iemand anders)
  7. eén lijn trekken / Dezelfde lijn trekken (=dezelfde mening hebben)
  8. van hetzelfde laken een pak (=dezelfde soort aanpak of respons)
  9. uit hetzelfde vaatje tappen (=dezelfde standpunten of opvattingen delen.)
  10. je trekken thuis krijgen (=door anderen op dezelfde manier behandeld worden als je hun behandelde (bv met een streek))
  11. de pot verwijt de ketel dat die zwart ziet (=een ander aanwijzen als schuldige, terwijl die zelf hetzelfde gedaan heeft)
  12. het is broekzak-vestzak. (=er wordt betaald, maar het geld blijft bij dezelfde kliek)
  13. er zijn meer hondjes die Fikkie heten (=er zijn meer mensen/etc. met dezelfde naam)
  14. alle wegen leiden naar Rome (=er zijn veel manieren om je doel te bereiken / de uitkomst is altijd hetzelfde)
  15. geen twee hanen op een erf/werf (=geen twee bazen voor hetzelfde werk)
  16. geen twee deuntjes voor één cent zingen (=geen zin hebben hetzelfde nog een keer te herhalen)
  17. het is zo lang als het breed is (=het blijft hetzelfde, hoe je het ook bekijkt)
  18. het is één pot nat (=het is allemaal hetzelfde)
  19. het is sop en gekookt eten. (=het is hetzelfde.)
  20. het is zusje en broertje (=het is zo ongeveer hetzelfde)
  21. het is lood om oud ijzer (=het komt op hetzelfde neer)
  22. het dunnetjes overdoen (=het nog een keertje op dezelfde manier herdoen)
  23. het lot valt altijd op Jonas. (=het zijn altijd dezelfde personen die onheil meemaken.)
  24. je een ongeluk lachen (=hetzelfde als `In een deuk liggen`, niet meer bijkomen van het lachen)
  25. een eitje met iemand te pellen hebben (=hetzelfde als: een appeltje met iemand te schillen hebben. Nog iets met iemand moeten oplossen.)
  26. met gelijke munt betalen (=hetzelfde kwaad terugdoen)
  27. lang vasten is geen brood sparen. (=honger lijden is niet hetzelfde als geld besparen)
  28. iemands voetstappen drukken (=iemands voorbeeld volgen of hetzelfde beroep gaan doen)
  29. bijna is nog niet half en een koe is nog geen kalf (=iets bijna hebben is hetzelfde als iets helemaal niet hebben)
  30. een ezel stoot zich geen tweemaal aan dezelfde steen (=men maakt geen twee keer dezelfde fout)
  31. dieven met dieven vangen (=mensen die niet eerlijk zijn of gemeen, moet je op dezelfde manier ook behandelen)
  32. soort zoekt soort (=mensen met dezelfde interesses zoeken elkaar op)
  33. de wereld wil bedrogen zijn. (=mensen trappen steeds weer in hetzelfde praatje)
  34. in hetzelfde schuitje varen/zitten (=met dezelfde omstandigheden te maken hebben, hetzelfde lot ondergaan)
  35. alle hout is geen timmerhout (=niet iedereen beschikt over dezelfde kwaliteiten / niet alles is van voldoende kwaliteit)
  36. je hebt luxe paarden en werkpaarden (=niet iedereen heeft dezelfde positie, de een moet harder of zwaarder werken dan de ander)
  37. geen twee missen voor hetzelfde geld doen (=niet tweemaal hetzelfde zeggen of doen)
  38. op dezelfde voet voortzetten (=op dezelfde manier)
  39. malletje naar malletje (=op precies dezelfde wijze herhaald)
  40. alle molenaars zijn geen dieven (=scheer niet iedereen over dezelfde kam)
  41. het op iemand gemunt hebben (=steeds dezelfde persoon die ergens last van heeft)
  42. altijd het oude liedje (=steeds weer hetzelfde)
  43. altijd hetzelfde deuntje zingen (=steeds weer hetzelfde herhalen)
  44. op hetzelfde aambeeld hameren/slaan (=steeds weer op hetzelfde onderwerp terugkomen)
  45. twee zielen, één gedachte (=twee mensen die op hetzelfde moment hetzelfde idee hebben)
  46. wat Jantje is zal Jan worden. (=wel ouder worden maar dezelfde streken houden)
  47. oog om oog en tand om tand (=wraak nemen voor onrecht dat je is aangedaan, door de dader precies hetzelfde aan te doen)
  48. twee handen op een buik (=ze werken samen, ze denken er hetzelfde over)
  49. twee hoofden onder een kaproen (=ze werken samen, ze denken er hetzelfde over)

30 dialectgezegden bevatten `zelfde`

  1. 't Es Kirmesse in d'helle (=regen en zonneschijn ter zelfde tijd) (Lovendegems)
  2. as Poëse en Pinkstere opte zelfde daog valle (=nooit ofte nooit) (Munsterbilzen - Minsters)
  3. auttet zelfde hoot gesnieë (=de appel valt niet ver van de boom) (Munsterbilzen - Minsters)
  4. da kom opt zelfde straotje nuit (=dat komt op hetzelfde neer) (Oudenbosch)
  5. dae kümp autte zelfde stal (=hij heeft een aartje naar zijn vaartje) (Munsterbilzen - Minsters)
  6. das knots ëtzelfde (=dat is helemaal het zelfde) (Munsterbilzen - Minsters)
  7. das mich prêl van het zelfde (=dat is mij om 't even) (Munsterbilzen - Minsters)
  8. das mich prel van het zelfde (=dat is mij om het even) (Munsterbilzen - Minsters)
  9. dat meulend maar op 't zelfde seeltje deur (=dat maalt maar op de zelfde vergunning door) (Wierings)
  10. De wilde en de tamme (en dan de familienaam). Een notoire asociale familie waren vroeger de wilde Gijssens vs de nette tak: de tamme Gijssens (=Crminele vs aardige/sociale familie met zelfde achternaam uit 1 stamboom.) (Utrechts)
  11. die is uut 't zelfde holt sneed'n (=dat is er één van 't zelfde soort) (Westerkwartiers)
  12. doar komt gain gebak oet (=allemaal het zelfde) (Gronings)
  13. ènt zelfde bèd sloeëpe (=samenspannen) (Munsterbilzen - Minsters)
  14. gee zittend gat ein (=niet lang op zelfde plaats of stil kunnen zitten) (Sint-Niklaas)
  15. Het is weer van 't zelfde laake 'n bòks. (=Dat is precies hetzelfde.) (Roermonds)
  16. ij ef een aertien naor zien vaertien . (=Hij is precies het zelfde als zijn Vader .) (Zwols)
  17. kiet speule (=uitscheiden met het zelfde aantal als je begonnen bent) (Tilburgs)
  18. konste zën plaot nie ëns ümdrèèë (=vertel nu toch eindelijk eens iets anders dan die zelfde zaag) (Munsterbilzen - Minsters)
  19. krek alens (=het zelfde) (Achterhoeks)
  20. krek de zelfde (=presies de zelfde) (Lekkerkerks)
  21. mè 't zelfde zop overgoten zijn (=(zegt men van mensen die dezelfde gebreken hebben) (Meers)
  22. Moje kieke wa' n dieng dák háá! Valt in de zelfde categori (=Moet je kijken wat een ding ik heb!) (Flakkees)
  23. net ie-ender me dan aars (=zelfde) (Zeeuws)
  24. van de gelijke (=van 't zelfde (bij nieuwjaarswens bv.) ) (Waregems)
  25. van de weerbosj (=van het zelfde laken een broek) (Meers)
  26. van de weergou (=van het zelfde laken een broek) (Meers)
  27. van de wirgoa (=van het zelfde laken een broek) (Brakels)
  28. vant zelfde laoke n broek (=poets wederom poets) (Bilzers)
  29. vant zelfde laoke n broek (=poets wederom poets) (Munsterbilzen - Minsters)
  30. ze benn'n met 't zulfde sop overgoot'n (=ze denken en doen het zelfde) (Westerkwartiers)


Bronnen

De spreekwoorden en gezegden zijn afkomstig van Wikiquote, Wikipedia en onze gebruikers. Op woorden.org is de uitleg ingekort en is herkomst van spreekwoorden en gezegden weggelaten.

Zie ook:
  • vaartips.nl Ruim 300 woorden, zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
  • debinnenvaart.nl Nog eens honderden zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
  • Het boek `De Latynsche spreekwyzen` uit 1755 met oud-Nederlandse vertalingen