Spreekwoorden met `wassen`

Zoek

13 spreekwoorden en uitdrukkingen bevatten `wassen`

  1. dat kan al het water van de zee niet afwassen (=daar is niets aan te doen - dat kan je niet wegpraten)
  2. dat varkentje zullen we even wassen (=deze opdracht zullen we even uitvoeren)
  3. de oren wassen (=duchtig ervan langs geven, de waarheid zeggen)
  4. een wassen neus zijn (=niets te betekenen hebben)
  5. er is geen kruid tegen gewassen (=er is niets aan te doen)
  6. handen wassen (=het toilet bezoeken)
  7. het varken is op een oor na gevild/gewassen (=het is bijna klaar)
  8. het varkentje wassen (=een klusje wel even doen)
  9. iemand de oren wassen (=iemand zeggen wat die fout gedaan heeft)
  10. je handen in onschuld wassen (=doen alsof men geen schuld heeft)
  11. plak en gard ontwassen zijn (=ook zonder begeleiding wel kunnen leven)
  12. tegen de dood is geen kruid gewassen. (=doodgaan is onvermijdelijk)
  13. uit de kluiten gewassen zijn (=erg stevig en groot zijn)

2 betekenissen bevatten `wassen`

  1. te groot voor een servet en te klein voor een tafellaken (=geen kind meer, maar nog te jong voor volwassen zaken)
  2. de baard in de keel hebben (=overgang van kinderstem naar volwassen stem)

29 dialectgezegden bevatten `wassen`

  1. 'k gô mè schodderen (=ik ga mij wassen) (Sint-Niklaas)
  2. ' k gô mè ies goe schrobberen (=ik ga mij eens heel goed wassen) (Sint-Niklaas)
  3. binnenste buiten (=de was links wassen) (Giessendams)
  4. de glaas wassen (=de ramen lappen) (Heldens)
  5. de keis tèsse zën teine authaole (=zijn zweetvoeten drogen of wassen) (Munsterbilzen - Minsters)
  6. de pokkel hemmeln (=het lichaam wassen) (Gronings)
  7. Een klets water door je gezicht halen (=Gezicht wassen) (Rotterdams)
  8. effëkës doeër ze gezich vrijve (=gauw de neus wassen) (Munsterbilzen - Minsters)
  9. Ekkes mun klauwuh wassuh (=Even mijn handen wassen) (brabants)
  10. G'et zwerte knienen Melanie. Ge moetj'ze wassen dak'et zie. En as ze gewassen zijn meugde ze steken bij de mijn. (=Je hebt zwarte knieën Melanie. Je moet ze wassen dat ik ze zie. En als ze gewassen zijn mag je ze stoppen bij mijn knieën.) (Bambrugs)
  11. Ga je mandieën (=Ga jezelf wassen) (Helders)
  12. ge moed'a saveuë nekieër wasn (=je moet je haar eens wassen) (Kaprijks)
  13. get spuirrie inew ouwere (=je moet uw oren wassen) (Arendonks)
  14. ich goên mich iës boedële (=ik ga me eerst wassen) (Munsterbilzen - Minsters)
  15. iemand een goeie schoddering geven (=iemand goed inzepen en wassen) (Sint-Niklaas)
  16. Iemand zyn bolle wassen (=Iemand berispen) (Harelbeeks)
  17. iets uitflodderen (=iets haastig wassen) (Sint-Niklaas)
  18. ik go ma een wreef geven (=ik ga me wassen) (Meers)
  19. Ik goan men aaige wasse (=Ik ga mij wassen) (Mols)
  20. ik gon menaaige wasse (=ik ga mij wassen) (Antwerps)
  21. in hessel wassen ze hun aagen (=zich wassen) (hessels)
  22. mij saveuë wasn (=mijn haar wassen) (Kaprijks)
  23. Mun voeten wassen in den paddengracht. (=Mijn voeten wassen in de paddengracht.) (Kerkdriels)
  24. Naa gaon ekik mijn eige wasse (=Nu ga ik me wassen) (Antwerps)
  25. oover oewe ruggestrang roefele (=je rug wassen (strelen) ) (Tilburgs)
  26. ou een wreef geven (=zich vlug wassen) (Moes)
  27. schottele wassen (=Afwassen / De vaat doen) (Wells)
  28. wast ou wezen (=ga je gezicht wassen) (Stekens)
  29. zijn saveuë wasn (=zijn haar wassen) (Kaprijks)


Bronnen

De spreekwoorden en gezegden zijn afkomstig van Wikiquote, Wikipedia en onze gebruikers. Op woorden.org is de uitleg ingekort en is herkomst van spreekwoorden en gezegden weggelaten.

Zie ook:
  • vaartips.nl Ruim 300 woorden, zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
  • debinnenvaart.nl Nog eens honderden zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
  • Het boek `De Latynsche spreekwyzen` uit 1755 met oud-Nederlandse vertalingen