8 spreekwoorden en uitdrukkingen bevatten `volle`
- de volle laag krijgen (=alles over zich heen krijgen)
- een volle buik peinst op geen lege. (=iemand die genoeg te eten heeft is niet bezig is met de zorgen van een ander)
- het is volle bak (=het is helemaal uitverkocht; er zijn heel veel mensen)
- iemand het volle pond geven (=uitvoerig en duidelijk antwoorden)
- je volle gewicht in de strijd werpen (=zich er volledig voor inzetten)
- liever vrij en geen eten dan een volle buik aan een ijzeren keten. (=vrijheid is een hoger goed dan materiële welvaart.)
- op een volle buik staat een vrolijk hoofd. (=een volle buik brengt een blij en tevreden humeur.)
- volle krop, dolle kop. (=dronken mensen doen gekke dingen)
18 betekenissen bevatten `volle`
- dan moet de wal het schip maar keren (=als iemand niet vooraf rekening houdt met een naderend probleem, dan moet het probleem maar daadwerkelijk in volle omvang ontstaan, en dan alsnog worden opgelost)
- er voor gaan (=besluiten aan een onzekere onderneming te beginnen en zich er volledig voor in te zetten)
- goed uit de verf komen (=beter tot uiting komen of succesvoller zijn dan verwacht.)
- op een volle buik staat een vrolijk hoofd. (=een volle buik brengt een blij en tevreden humeur.)
- erbij staan voor Jan met de korte achternaam (=geen zinvolle activiteit hebben)
- het kaf van het koren scheiden (=het waardevolle van het waardeloze scheiden)
- met wortel en tak uitroeien (=iets volledig bestrijden om er geen last meer van te hebben)
- ten voeten uit (=letterlijk: de volledige gestalte is afgebeeld; figuurlijk: een getrouwe persoonsbeschrijving)
- ze niet allemaal (alle vijf) op een rijtje hebben (=niet bij zijn volle verstand zijn. (alle vijf = de zintuigen))
- nog niet op eigen benen kunnen staan (=nog niet zichzelf volledig zelfstandig kunnen redden)
- in hart en nieren (=vanuit volle overtuiging)
- van de hoed en de rand weten (=volledig geïnformeerd zijn)
- lijnrecht tegenover iets staan (=volledig het omgekeerde zijn of denken)
- in de soep lopen (=volledig mislukken (van een plan))
- in de pan hakken (=volledig verslaan)
- iets in de pan hakken (=volledig verslaan)
- je volle gewicht in de strijd werpen (=zich er volledig voor inzetten)
- op eigen wieken drijven (=zich volledig kunnen redden van het geld dat iemand verdient)
49 dialectgezegden bevatten `volle`
- ' k volle ier in ne strek / ' k ben stroatof (=ik ben nu doodop) (Waregems)
- a és tegen zè gedacht getraudj (=hij is niet met volle toestemming getrouwd) (Meers)
- alles autte kas haole (=met volle inzet) (Bilzers)
- autzinnëtig zien van kolaer (=buiten zijn zinnen geraken in volle woede) (Munsterbilzen - Minsters)
- bakkë en broje èn de vol zon (=bakken en braden in de volle zon) (Munsterbilzen - Minsters)
- das mei as twei haendsjes vol (=dat is een volle statie!) (Munsterbilzen - Minsters)
- das te heil woerd (=dat is de volle waarheid) (Munsterbilzen - Minsters)
- dat kump zau van wijd voert (=dat is niet met volle overtuiging) (Munsterbilzen - Minsters)
- dat kümp zau van wijd voert (='t is niet met volle goesting) (Bilzers)
- De pastuur e zenne colman gemet (=Als de pastoor een volle schaal in de kerk heeft opgehaald (bijvoorbeeld wanneer er veel begrafenissen zijn) ) (Hoeilaart)
- de vol speet (=in volle vaart) (Bilzers)
- de volle patrol (=in volle vaart) (Riemsts)
- de volle roefel betaole (=het volle pond betalen) (Tilburgs)
- den heile werd lik on zen viet (=hij heeft het volle leven nog voor zich) (Munsterbilzen - Minsters)
- e wezen gullèk een volle moan (=een groot vet, rond gezicht) (Sint-Niklaas)
- één de volle loag geev'm (=iemand overdonderen met aanmerkingen) (Westerkwartiers)
- en vijs kweit sen (=niet bij zijn volle verstand) (Nijlens)
- hij het 't volle pond kreeg'n (=hij kreeg geen gram tekort) (Westerkwartiers)
- I volle galloo (=Op volle snelheid) (Bevers)
- ie moest het gemeug' n (=hij kreeg de volle lading (scheldwoorden) ) (Waregems)
- Ik zit ni geire in de blakke zon (=Ik zit niet graag in volle zon) (Onze-Lieve-Vrouw-Waver)
- in de blakke zon gô rongdlopen (=in de volle stekende zon gaan rondlopen) (Sint-Niklaas)
- in de blakke zonne (=in de volle zon) (Kaprijks)
- In volle galloo (=In volle vaart) (Bevers)
- je krièèg ze vulte (=hij kreeg de volle lading) (Kortemarks)
- kloag'n bij de volle bak (=ze hebben het goed en klagen toch) (Westerkwartiers)
- lochte moane (=volle maan) (Nunspeets)
- meej gâânk (=in volle vaart) (Bredaas)
- Mèt eine volle móndj kalle is mer ein kwestiej van oefene! (=Met een volle mond praten is maar een kwestie van oefenen!) (Kinroois)
- mèt ze volle verstand (=met volle aandacht) (Munsterbilzen - Minsters)
- mutvol, aangelaaje, een bult aan de buuk gegè:en (=volle buik) (Diems)
- ne vullen ieëmer (=een volle emmer) (Overmeers)
- Nee, jèh trek volle zale (=Jij bent niet veel beter) (Arnhems)
- neije gij trek volle zaole! (=nee, wat jij zegt daar is iedereen het mee eens!!!) (`t-Heikes)
- plaosjee gaeve (=volle gas geven) (Munsterbilzen - Minsters)
- t ès kërmes èn de hël en de dievele daase en staeke met de rik (=het regent met volle zon) (Munsterbilzen - Minsters)
- tès glaajntëg heet èn de vol zon, tès vër te bakkë (=het is gloeiend heet in de volle zon, je zou haast bakken) (Munsterbilzen - Minsters)
- tèssen kweste van oefene vër mèt zëne mond vol te kalle (=praten met een volle mond....daar kun je voor oefenen) (Munsterbilzen - Minsters)
- tstoeng as erren op un ond (=volle bos) (Zeeuws)
- twieë geslegen uren (=twee volle uren) (Meers)
- vierklaavers (=in volle vaart) (Booms)
- volle geluk in 't tuk, gluk in'n tuk (=Gelukkig nieuwjaar!) (Twents)
- volle Panenki (=uit je dak gaan) (Lierops)
- volle petrol geeve (=Voluit gaan) (Onze-Lieve-Vrouw-Waver)
- vollen bak (=volle snelheid) (Winksels)
- ze gaav'm 'em 't volle pond (=ze gaven hem de volle lading) (Westerkwartiers)
- zën linker maolë vôllë (=in 't zwart werken) (Munsterbilzen - Minsters)
- zijn leen d'r an (d'r achter) le (g) ne (=zich inzetten met volle overgave) (Waregems)
- zoe lank as ich gewassë bèn (=in volle lengte (en breedte)) (Munsterbilzen - Minsters)
Bronnen
De spreekwoorden en gezegden zijn afkomstig van Wikiquote, Wikipedia en onze gebruikers.
Op woorden.org is de uitleg ingekort en is herkomst van spreekwoorden en gezegden weggelaten.
Zie ook:
- vaartips.nl Ruim 300 woorden, zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- debinnenvaart.nl Nog eens honderden zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- Het boek `De Latynsche spreekwyzen` uit 1755 met oud-Nederlandse vertalingen