Spreekwoorden met `Krabben`

Zoek

5 spreekwoorden en uitdrukkingen bevatten `Krabben`

  1. er komen met Krabben en bijten (=er met heel veel moeite komen)
  2. geen nagel hebben om zijn gat te Krabben (=heel erg arm zijn)
  3. het is Krabben op de naad (=het eten is op)
  4. het staat geschreven en gedrukt je moet Krabben waar het jeukt (=problemen bij de bron aanpakken)
  5. je achter de oren Krabben (=door een onverwachte, zorgelijke ontwikkeling tot nadenken gestemd zijn)

28 dialectgezegden bevatten `Krabben`

  1. 't stoa geschréve en gedrukt, ge moet krabbe woar ut jukt (=Het staat geschreven en gedrukt, je moet Krabben waar het jeukt) (Ossies)
  2. 't stoa geskreven en gedrukt daje moe skarten woar et jukt (=Waar het jeukt, moet je Krabben) (Avelgems)
  3. 't stoe geskreven en gedrukt, ge moetj Krabben wurdat ukt (='t staat geschreven en gedrukt, je moet Krabben waar het jeukt) (Meers)
  4. A-j jokte em-m moei-j kraben (=Wie jeuk heeft die moet Krabben /) (Giethoorns)
  5. ache juuk et motte krabbe (=Als het jeukt moet je Krabben) (Mays)
  6. assët ieëk, moeste dabbe (=als het jeukt, moet je Krabben) (Munsterbilzen - Minsters)
  7. asset krievelt, moeste kretse (=als 't jeukt, moet je Krabben) (Munsterbilzen - Minsters)
  8. assët krievelt, moeste kretse (=als je jeuk hebt, moet je Krabben) (Munsterbilzen - Minsters)
  9. ast iëk moeste krabbe (=het staat geschreven en gedrukt, dat je Krabben moetal het jukt) (Bilzers)
  10. de boter zal afsloagen (=aan uw gat Krabben) (Lokers)
  11. den diee stoa vandege in zn broek te Krabben (=kijken naar mensen die aant werken zijn) (Noorderkempisch)
  12. e eit genen naugel ve o ze gat te Krabben (=hij is arm) (Liedekerks)
  13. er stut geschreven en gedrukt da ge moet Krabben boe det jukt (=er staat geschreven en gedrukt, dat je moet Krabben waar het jeukt) (Neerpelts)
  14. et steet eschreven en edrukt, i-j mot Krabben waor et jukt (=het staat geschreven en gedrukt, men moet Krabben waar het jeukt) (Achterhoeks)
  15. giejn naugel emmen ve on zen gat te Krabben (=straatarm zijn) (Moorsel)
  16. giene nogel ver o zen kluuëten te Krabben (=Iemand die arm is) (Nieuwerkerks)
  17. he genen nagel voe zen gat te Krabben (=heeft geen geld) (Bachten de kupes)
  18. Hij het ginne naogel um zunne reet te Krabben (=Hij is arm) (Ewijk (Euiwwiks))
  19. ich geleef daste laajs höbs (=waarom zit je constant te Krabben op je kop) (Munsterbilzen - Minsters)
  20. krètse-n as et juukt (S*) (=zich Krabben als het jeukt) (Sintrùins)
  21. oast jokt moete schartn / tStae gheschrévn èn gedrukt da de moet schartn wor dat jukt. (=als het jeukt moet je Krabben) (oudenaards)
  22. open pietsen (=open Krabben (wonde) ) (Sint-Niklaas)
  23. plèkke en poêle (=wondjes Krabben) (Munsterbilzen - Minsters)
  24. tstae geschrévn èñ gedrœkt datte moet schartn wor dat jœkt (=Krabben) (oudenaards)
  25. tstoe geschreive, tstoe gedrukt, dagge moet krabbe oe dat ukt (=als je jeuk hebt moet je Krabben) (Brussels)
  26. vër zau ne kleene këzëm mauste mëne règ nog nie ës sjoere (=voor zo weinigvoor zoweinig geld mag je mijn rug niet eens Krabben) (Munsterbilzen - Minsters)
  27. Wat he'j now weer an de kont te Krabben (=Wat heb je nou weer te zeuren) (Achterhoeks)
  28. zich sjraepe aon de dieën (=zich aan de dorens Krabben) (Munsterbilzen - Minsters)


Bronnen

De spreekwoorden en gezegden zijn afkomstig van Wikiquote, Wikipedia en onze gebruikers. Op woorden.org is de uitleg ingekort en is herkomst van spreekwoorden en gezegden weggelaten.

Zie ook:
  • vaartips.nl Ruim 300 woorden, zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
  • debinnenvaart.nl Nog eens honderden zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
  • Het boek `De Latynsche spreekwyzen` uit 1755 met oud-Nederlandse vertalingen