12 spreekwoorden en uitdrukkingen bevatten `stal`
- armoe op de stal is armoe overal (=met te weinig dieren in de stal kun je geen geld verdienen)
- beter één ezel voor de ploeg dan twee paarden op stal. (=kiezen voor zekerheid.)
- de beste paarden staan op stal. (=de leukste meisjes gaan niet uit)
- een Augiasstal reinigen (=het opruimen van een vreselijk vuile boel)
- een oud paard van stal halen. (=oude argumenten opnieuw gebruiken)
- een stalen voorhoofd hebben (=onbeschaamd zijn)
- het beste paard van stal (=de belangrijkste persoon in het gezelschap)
- het beste paard van stal halen (=het beste wat men heeft bovenhalen)
- het beste paard van stal vergeten. (=een belangrijk persoon over het hoofd zien)
- het beste paard van stal wordt overgeslagen (=grappige uitspraak wanneer iemand overgeslagen wordt)
- het beste paard van stal. (=de beste die er bij is)
- het paard ruikt de stal (=opschieten om gauw thuis te komen)
25 betekenissen bevatten `stal`
- uit de oude doos (=al oud, nostalgisch)
- als `t schip zinkt dan zinkt ook de lading (=als een zaak bankroet gaat, dan is men meestal ook alles kwijt)
- gissen doet missen (=als je niet zeker bent van je zaak maar gokt, gaat het meestal fout)
- wat het huis verliest, brengt het weer terug (=als men iets in huis zoek maakt, komt het meestal vanzelf weer tevoorschijn)
- die haring braadt niet (=dat (meestal geniepige) plannetje schijnt niet te lukken)
- wiens brood men eet, diens woord men spreekt (=diegene bij wie we ons geld verdienen geven we meestal gelijk)
- uit wiens hand men eet wiens woord men spreekt (=diegene bij wie we ons geld verdienen geven we meestal gelijk)
- een kring om de zon brengt water in de ton. (=een halo rond de zon voorspelt meestal regen)
- de soep wordt nooit zo heet gegeten, als zij wordt opgediend (=er worden meestal minder zware maatregelen toegepast dan was aangekondigd)
- door de bank genomen (=gemiddeld; meestal; gewoonlijk)
- mooi weer spelen (=genieten (meestal van andermans goed) / mooier voordoen dan het is)
- als je alles van tevoren weet, ga je liggen voor je valt (=het heeft geen zin zich na afloop te beklagen over gebrek aan voorkennis. (Meestal in antwoord op klachten als `Als ik dat van tevoren geweten had.`))
- als je alles van tevoren wist, dan kwam je met een dubbeltje de wereld rond (=het heeft geen zin zich na afloop te beklagen over gebrek aan voorkennis. (Meestal in antwoord op klachten als `Als ik dat van tevoren geweten had.`))
- de duivel schijt altijd op de grootste hoop (=het ongeluk treft meestal degenen die al in moeilijkheden verkeren.)
- een brutaal mens heeft de halve wereld (=iemand die wat durft te zeggen krijgt het meestal wel voor elkaar)
- je verdiende loon krijgen (=krijgen wat hem toekomt (meestal iets slecht))
- ten voeten uit (=letterlijk: de volledige gestalte is afgebeeld; figuurlijk: een getrouwe persoonsbeschrijving)
- je in de kaart laten kijken (=meestal onopzettelijk een ander inzicht geven in je bedoelingen)
- armoe op de stal is armoe overal (=met te weinig dieren in de stal kun je geen geld verdienen)
- na wat gepimpel, is de geest wat simpel (=na wat te hebben gedronken ben je meestal niet meer helder van geest)
- lekker is maar één vinger lang (=oppervlakkige genoegens geven ook maar een betrekkelijke voldoening. / leuke dingen duren meestal maar erg kort)
- ex cathedra (=volgens uitspraak van het hoogste gezag (meestal de paus))
- weinig armslag hebben (=weinig ruimte hebben om uit te breiden of weinig mogelijkheden hebben, meestal in geld uitgedrukt)
- gegeven brokken zijn gauw gegeten. (=weldadigheid gaat meestal niet ver.)
- een kater hebben (=zich beroerd en vervelend voelen (meestal na te veel alcohol))
19 dialectgezegden bevatten `stal`
- 't beste peerd van stal (=onze beste medewerker) (Westerkwartiers)
- A'j om t geald trouwd bint, he'j ne koo in n stal en n vearkn in berre! (=Als je om het geld bent getrouwd heb je een koe in de stal en een varken in bed.) (Twents)
- Alsofst n jong baist op staale hest / Alsofs doe en jong baist op staale hest. (=Het stinkt hier verschrikkelijk. (Alsof je een jong beest op stal hebt staan)) (Oldambsters)
- da plocht in de stal te motte liggen (=dat zou in de stal moeten liggen) (Zunderts)
- dae kümp autte zelfde stal (=hij heeft een aartje naar zijn vaartje) (Munsterbilzen - Minsters)
- dae stal zalech és goed moete autméste (=hier zal ik eens razzia moeten houden) (Bilzers)
- de broene op stâl zette (=niets meer kopen) (Weerts)
- de broene oppe stál zétte (=Klaar zijn met een werk) (Weerts)
- de moettekes zitten èn de stal en de kaaver lopen iëveral (=het is niet omdat jij zegt dat het moet, dat ik het ook doe) (Munsterbilzen - Minsters)
- de schunste biste van mijnen stal (=het beste aanbod) (Zottegems)
- ei eet de schunste bieste van mijnen stal (=het beste gekozen) (Zottegems)
- Ho is dat peerd van stal ekeumen? (=Hoe is dat mogelijk?) (Nunspeets)
- ie kan se noh a van stal langen (=iemand die stevig vloekt) (Zeeuws)
- ijis ut beste peert van stal (=hij doet het meest zijn best) (Oudenbosch)
- kaer zenen eege stal aut (=keer voor je eigen deur) (Munsterbilzen - Minsters)
- Nen boer zet gin vee op stal as hee d`r gin heuj veur hef. (=Een boer zet geen vee opstal als hij er geen hooi voor heeft. Dus niet investeren zonder geld.) (Twents)
- stal (h) ille, grooët van wille, grooët van pracht mo' kleeëne va' macht: in Klemskerke en Vlissegem gebruikte ironische karakterisering van de inwoners van het aanpalende dorp stalhille. De stalhillenaars stonden bekend als hovaardig en hooghartig (=stalhille, groot van wille, groot van pracht maar klein van macht) (Klemskerks)
- stal boven al! (=Fiere stallenaren hebben dit ooit wel eens gezegd) (Stals)
- tbèste pieëd van de stal (=de beste van het hele gezelschap) (Munsterbilzen - Minsters)
Bronnen
De spreekwoorden en gezegden zijn afkomstig van Wikiquote, Wikipedia en onze gebruikers.
Op woorden.org is de uitleg ingekort en is herkomst van spreekwoorden en gezegden weggelaten.
Zie ook:
- vaartips.nl Ruim 300 woorden, zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- debinnenvaart.nl Nog eens honderden zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- Het boek `De Latynsche spreekwyzen` uit 1755 met oud-Nederlandse vertalingen