22 spreekwoorden en uitdrukkingen bevatten `schoenen`
- de moed in de schoenen doen zinken (=wanhopig worden en de moed verliezen)
- de stoute schoenen aantrekken (=iets doen wat moed vergt. (`stout` in de oude betekenis van `dapper`))
- de stoute schoenen aantrekken. (=een uitdaging aangaan)
- denken met kousen en schoenen in de hemel te komen (=denken dat men zich niet moet inspannen)
- ergens met lood in de schoenen naar toe gaan (=er verschrikkelijk tegen opzien)
- geen katje om zonder handschoenen aan te pakken (=geen gemakkelijk persoon)
- het hart in de schoenen zinken (=alle moed en hoop verliezen om problemen op te lossen)
- het hart zinkt hem in de schoenen (=hij verliest alle moed)
- iemand iets in de schoenen schuiven (=iemand aanwijzen als de schuldige of als de verantwoordelijke voor een mislukking)
- in de schoenen schuiven (=(vaak onterecht) beschuldigen)
- in iemands schoenen staan (=het lot van iemand anders ondergaan)
- in zijn laatste schoenen lopen (=het einde naderen - erg ziek zijn)
- met lood in de schoenen (=met heel veel tegenzin of angst)
- naast zijn schoenen lopen (=te veel eigendunk hebben)
- niet erg vast in de schoenen staan (=zich gemakkelijk laten ompraten)
- niet graag in iemand schoenen staan (=niet graag willen ervaren hoe het is iemand anders te zijn die in een moeilijke of onprettige situatie zich bevindt)
- oude schoenen wegwerpen voor men nieuwe heeft (=het onzekere voor het zekere nemen)
- over de hoge schoenen lopen (=te ver gaan of niet realistisch zijn)
- recht in zijn schoenen lopen/staan (=eerlijk zijn, niets misdaan hebben)
- stevig in je schoenen staan (=erg zeker zijn)
- vast in je schoenen staan (=erg zeker zijn)
- zijn land ligt in zijn schoenen (=hij is een grote opschepper)
50 dialectgezegden bevatten `schoenen`
- 'k lust er wel schoenen met lakneuzen van (=iets lekker vinden) (Rotterdams)
- ' n wisse haten schoenen (=een reeks houten klompen) (Overmeers)
- assët vries èn zën sjoen, hëbste geen stattële vandoen (=slechte schoenen kunnen de koude niet tegenhouden, zelfs niet door ze goed dicht te binden) (Munsterbilzen - Minsters)
- aste geen boste hübs, hoeste toch ook gene soetjae (=als je geen voeten hebt, moet je toch geen schoenen) (Bilzers)
- bes in heer schoene (=Zonder kousen in de schoenen) (Heist-op-den-Berg)
- Beus in zen schoene (=Zonder kousen in de schoenen) (Onze-Lieve-Vrouw-Waver)
- de sjoon floetse mich ane veut (=de schoenen zitten te los) (Heitsers)
- deur zijn schoenen zitten (=kapotte schoenen hebben) (Lovendegems)
- di heit stroengt anzn schoenen (=een hoogmoedig mens) (Flakkees)
- die schoenen slokken (=die schoenen zijn te groot) (Sint-Niklaas)
- Die sjoon floetsje mig. (WT) (=Die schoenen zijn mij te groot) (Mechels (NL))
- die sjoon zeen nog neet betaaldj (=uitspraak over krakende schoenen (net nieuw)) (Heitsers)
- Ergens aan raken: je raak an nuwe skoene (=Nodig hebben , je hebt nieuwe schoenen nodig) (Volendams)
- ès weer ont sletsen (=hij is weer met zijn schoenen (pantoffels) aan het slepen) (Sint-Niklaas)
- eur schoenen (=haar schoenen...) (Sint-Niklaas)
- Hedde gij nieuwe batsers aon? (=Heb je nieuwe schoenen aan?) (Bredaas)
- ie lopt neffen (nessen) zn schoenen va hroe-azigheid (=trots) (Zeeuws)
- ij denkt dattie -j-ut is (=hij loopt naast zijn schoenen) (Oudenbosch)
- ik gae mn schoenen thuusbringe (=naar huis gaan) (Flakkees)
- Jan ha sjoen sjoehn oan. (=Jan had schone schoenen aan.) (Genker)
- je mot gein âhwe schoene weggauie voâhdat je 'n niewe daus hep (=Je moet je oude schoenen niet weggooien, voordat je nieuwe hebt.) (Haags)
- joeë, de bok zën kl... (=ja, ja, schrijf dat maar onder je schoenen) (Munsterbilzen - Minsters)
- kwante hippe (= bargoens) (=mooie schoenen) (Venloos)
- mèn nuuw schoen zèn nòg as nuut (=mijn nieuwe schoenen zijn nog als nieuw) (Tilburgs)
- Mèn schóne zèn tè krei (=Mijn schoenen knellen ze zijn te smal) (Bierbeeks)
- mèt stief kisse örges haer gaon (=met lood in de schoenen ergens naartoe gaan) (Heitsers)
- mien sjeun zien op de rijpe (=mijn schoenen zijn kapot) (Mestreechs)
- oeke schoene edde gij (=wat voor schoenen heb jij) (Oudenbosch)
- oew schoenen vastmaken (=je veters strikken) (Hulsters (NL))
- pasdapôraado (=Pas dat paar oude schoenen daar) (Leuvens)
- Rik Viool liep altaa beus in zaan schoene (=Rik Fioole liep altijd zonder kousen in zijn schoenen) (Onze-Lieve-Vrouw-Waver)
- Schoen schoone (=Mooie schoenen) (Mechels (BE))
- Skendelse skoiers goan op skoan skoe'n noa skool (=Schijndele schooiers gaan op mooie schoenen naar school) (Schijndels)
- Skendelse skoljong goan op skoan skoe' n noar skool (=Schijndelse kinderen gaan op mooie schoenen naar school.) (Schijndels)
- sloek scheppen (=modder in de schoenen (klompen) krijgen) (Moorsel)
- snoek: Snoek (gevangen) emmen (=Water in je schoenen hebben) (Lebbeeks)
- stop met da gedester (=stop met de vloer vuil maken met je schoenen) (Sint-Niklaas)
- strante schoewn oantrekke (=stoute schoenen aantrekken) (Luyksgestels)
- un Liwwadder gaat foor skunen naar Steeman op ' e Tunen (=een Leeuwarder gaat voor schoenen naar Steeman op de Tuinen) (Leewarders)
- un poar schoen (=een paar schoenen) (Brakels (gld))
- vêr wo moeste nau toch mèr ne soetjae aon? (=als je geen voeten hebt, moet je ook geen schoenen) (Munsterbilzen - Minsters)
- Vürwo drigste dan ne soetjae? (=zou jij schoenen dragen als je geen voeten had?) (Munsterbilzen - Minsters)
- wa hédde gai skôn skoen (=wat heeft u mooie schoenen) (Helmonds)
- waddedde wir n paor kaole teute (=je moet nodig je schoenen poetsen) (Oudenbosch)
- wae zich op ijs begif, kan autsjampe (=wie altijd op zijn tenen moet lopen, staat niet stevig in zijn schoenen) (Munsterbilzen - Minsters)
- Wie nie besnot is, moe nie snuiten (=Iemand die recht in zijn schoenen staat) (Lokers)
- ze kocht noagal gauw es nije schoen'n (=zij kocht regelmatig nieuwe schoenen) (Westerkwartiers)
- zen sjo (=de tip van zijn schoenen was losgekomen) (Bilzers)
- zijn mijn schoens ol gekuist (=zijnmijn schoenen reeds gepoetst) (Lochristis)
- Zjang sjoen sjoehn oan. (=Jan heeft mooie schoenen aan.) (Genker)
Bronnen
De spreekwoorden en gezegden zijn afkomstig van Wikiquote, Wikipedia en onze gebruikers.
Op woorden.org is de uitleg ingekort en is herkomst van spreekwoorden en gezegden weggelaten.
Zie ook:
- vaartips.nl Ruim 300 woorden, zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- debinnenvaart.nl Nog eens honderden zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- Het boek `De Latynsche spreekwyzen` uit 1755 met oud-Nederlandse vertalingen