Spreekwoorden met `rekenen`

Zoek

4 spreekwoorden en uitdrukkingen bevatten `rekenen`

  1. buiten de waard rekenen (=niet gerekend hebben op hoe anderen er werkelijk over denken)
  2. leven als vrienden en rekenen als vijanden (=vriendelijk met elkaar omgaan uit een soort van formaliteit maar eigenlijk helemaal niet zo op elkaar gesteld zijn)
  3. met het leven afrekenen (=sterven)
  4. met iemand afrekenen (=iemand betalen; iemand iets betaald zetten)

6 betekenissen bevatten `rekenen`

  1. met de vork schrijven (=afzetten, meer kosten rekenen dan werkelijk gemaakt)
  2. met gesloten beurs betalen (=door middel van een wederzijdse schuld het bedrag verrekenen)
  3. een lelijke noot met iemand te kraken hebben (=met iemand nog iets af te rekenen hebben)
  4. je boontjes op iets te week leggen (=stellig op iets rekenen)
  5. met dubbel krijt schrijven (=te veel aanrekenen)
  6. op het verkeerde paard wedden. (=zich misrekenen)

31 dialectgezegden bevatten `rekenen`

  1. 't za nie mankeern (=daar kan je op rekenen) (Kaprijks)
  2. calischeklutser (=persoon waarop men niet rekenen kan) (Heuvellands)
  3. d'r stijt 'em nog wat te wacht'n (=hij kan nog op iets rekenen) (Westerkwartiers)
  4. da kund'op oan buik schrèven / schrèeft da moar op oan buik (=daar hoef je niet meer op te rekenen) (Wichels)
  5. Da za tegen a jelee zèn (=Je moet er niet op rekenen) (Aalsters)
  6. da za teigen à jaket zèn (=ge moet er niet op rekenen) (Aalsters)
  7. di mo i je boeantjes menie op te wie-e-ken lenn (=daar moet je niet te vast op rekenen) (Zeeuws)
  8. doar joen boantjes kun' ip te wjèke leg'n (=kunnen rekenen op iets.) (West-Vlaams)
  9. doar ken je gien peil op trekk'n (=daar kun je niet vast op rekenen) (Westerkwartiers)
  10. doar kunde een rechte voor me ploegen (=op die man kun je rekenen) (Hoogstraats)
  11. doë konste gene stoët op maoke (=daar kan je alleszins niet op rekenen) (Munsterbilzen - Minsters)
  12. dor kunde gene stoat op moaken (=daar kan je niet op rekenen) (Sint-Niklaas)
  13. ge kunt er giëne stoat oep moake (=je mag er niet op rekenen) (Antwerps)
  14. ge kunt ter ginne stoat op moak'n (=je kan er niet op rekenen) (Brakels)
  15. ge moet er je boîntjes nie up te wièèke leggn (=je moet er niet op rekenen) (Kortemarks)
  16. getj mè mau te doen (=je krijgt met mij af te rekenen) (Meers)
  17. je moe je boîntjes niet te wièèke leggn (=je moet er niet op rekenen) (Lichtervelds)
  18. mörg'n breng'n!! (=daar zou ik maar niet op rekenen) (Westerkwartiers)
  19. Nie mèr op tèlle (=Ergens niet meer op rekenen) (Genneps)
  20. nog n eeke te pëlle (=nog wat af te rekenen) (Bilzers)
  21. oep iemand kunne telle (=op iemand kunnen rekenen) (Winksels)
  22. Op 't goe fallent uit (=Op meeval rekenen) (Bevers)
  23. Op dae miensj kèns te geine sjtaot make (=Op hem hoef je niet te rekenen) (Gelaens (Geleens))
  24. op ze buuk meugn schrievn (=er niet mogen op rekenen) (Veurns)
  25. staut: Dau kénde gieëne staut op gaun (=Daar kan je niet op rekenen) (Lebbeeks)
  26. stoat moaken op iets (=op iets rekenen) (Gents)
  27. tgoat i' je nogen regen (=niet teveel op iets rekenen) (Iepers)
  28. tis van je famielje dajt moet èn (=op hulp van je familie moet je niet rekenen) (Lichtervelds)
  29. zen baune te weke légge (=er op rekenen) (Bilzers)
  30. zèn bonen op iets te week leigen (=op iets rekenen) (Sint-Niklaas)
  31. zn boîntjes te wièèke leggn (=ergens op rekenen) (kortemarks)


Bronnen

De spreekwoorden en gezegden zijn afkomstig van Wikiquote, Wikipedia en onze gebruikers. Op woorden.org is de uitleg ingekort en is herkomst van spreekwoorden en gezegden weggelaten.

Zie ook:
  • vaartips.nl Ruim 300 woorden, zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
  • debinnenvaart.nl Nog eens honderden zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
  • Het boek `De Latynsche spreekwyzen` uit 1755 met oud-Nederlandse vertalingen