6 spreekwoorden en uitdrukkingen bevatten `brug`
- dat is een brug te ver (=dat is te hoog gegrepen)
- de bietenbrug opgaan (=falen, ten onder gaan, zwaar verliezen)
- je moet geen `hei` roepen voordat je de brug over bent (=vreugde over een goede afloop is pas toepasselijk als er niets meer verkeerd kan gaan)
- op het glazen bruggetje geweest zijn (=in doodsgevaar zijn geweest, op het nippertje ontsnappen)
- over de brug komen (=veel geld moeten betalen)
- praten als brugman (=gemakkelijk mensen kunnen overtuigen en vlot en boeiend kunnen vertellen)
Eén betekenis bevat `brug`
- er kan nog een kabeljauw onderdoor (=er is ruimte genoeg (brug, speling))
7 dialectgezegden bevatten `brug`
- d'n bult opgoan (=de brug opgaan) (Oosterhouts)
- de brug is dicht (=de brug is open) (Leewarders)
- De es ne oewel owet ze gat gevlooge (=Gierig persoon die over de brug komt) (Diesters)
- hij moet over de brug komm'n (=hij moet zijn rekeningen betalen) (Westerkwartiers)
- hij mos over de brug komm'm (=hij moest nu wel betalen) (Westerkwartiers)
- Ik zit voor de brug (=Ik zit vol (eten) ) (Leids)
- Skriever zien brugge (=de brug van Schrijver) (Sallands)
Bronnen
De spreekwoorden en gezegden zijn afkomstig van Wikiquote, Wikipedia en onze gebruikers.
Op woorden.org is de uitleg ingekort en is herkomst van spreekwoorden en gezegden weggelaten.
Zie ook:
- vaartips.nl Ruim 300 woorden, zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- debinnenvaart.nl Nog eens honderden zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- Het boek `De Latynsche spreekwyzen` uit 1755 met oud-Nederlandse vertalingen