Spreekwoorden met `slagen`

Zoek

15 spreekwoorden en uitdrukkingen bevatten `slagen`

  1. beslagen ten ijs komen (=goed voorbereid zijn)
  2. een paard dat eens op hol is geslagen, kan dat snel weer doen. (=een eens gemaakte fout, begaat men makkelijk weer)
  3. goed beslagen (=met de nodige kennis en ervaring)
  4. het beste paard van stal wordt overgeslagen (=grappige uitspraak wanneer iemand overgeslagen wordt)
  5. het is hem (hoog) in de bol geslagen. (=hij voelt zich ver boven anderen verheven)
  6. in het hoekje zitten waar de slagen vallen (=zich in een groep bevinden die altijd het moeilijk heeft of problemen krijgt)
  7. kinderen die vragen worden overgeslagen (=brutale kinderen die altijd overal om vragen, worden genegeerd)
  8. met beslagen paarden op het ijs komen. (=goed voorbereid zijn voor zijn taak)
  9. met blindheid geslagen zijn (=verblind zijn, volkomen gebrek hebben aan inzicht)
  10. met stomheid geslagen (=plotseling geen woord meer kunnen zeggen)
  11. met vlag en wimpel slagen (=met een zeer goede beoordeling slagen)
  12. onbeslagen ten ijs komen (=niet voorbereid zijn)
  13. uit de lijken geslagen (=totaal van zijn stuk gebracht)
  14. uit het veld geslagen zijn (=helemaal van streek zijn)
  15. uit zijn lood geslagen zijn (=verbaasd zijn, niet goed meer weten hoe het verder moet)

27 betekenissen bevatten `slagen`

  1. kinderen die zwijgen zullen ook nooit wat krijgen (=aanvulling op `Kinderen die vragen worden overgeslagen.`)
  2. waar een wil is is een weg (=als je iets echt wilt, dan zul je ook slagen /de weg vinden naar je doel)
  3. oude paarden jaagt men aan de dijk (=als men zijn taak niet goed meer aankan, wordt men ontslagen)
  4. op de been blijven (=blijven staan; niet ziek worden; niet verslagen worden)
  5. eind goed, al goed (=de tegenslagen zijn gauw vergeten als het goed afloopt)
  6. op je baadje krijgen (=een pak slagen krijgen)
  7. op de wipstoel zitten (=elk ogenblik ontslagen kunnen worden)
  8. op de wip zitten (=elk ogenblik ontslagen kunnen worden)
  9. op de schopstoel zitten (=elk ogenblik ontslagen kunnen worden)
  10. ruim zijn aandeel in `s werelds lief en leed gehad hebben (=genoeg geluk en tegenslagen gekend hebben)
  11. het beste paard van stal wordt overgeslagen (=grappige uitspraak wanneer iemand overgeslagen wordt)
  12. van hoop alleen kan men niet leven. (=hoop is belangrijk maar niet voldoende om te slagen in het leven)
  13. een goed zeeman wordt ook wel eens nat (=ieder kent zijn tegenslagen)
  14. ieder moet zijn eigen kruis dragen (=ieder moet zijn eigen tegenslagen verwerken)
  15. wie veel eist krijgt veel. Wie te veel eist krijgt niets (=je kan door het te vragen veel bij mensen gedaan krijgen, maar als je onredelijk wordt zal je worden overgeslagen)
  16. met vlag en wimpel slagen (=met een zeer goede beoordeling slagen)
  17. het in Keulen horen donderen (=met stomheid geslagen zijn)
  18. het staal wordt in de wind gehard. (=moeilijkheden en tegenslagen kunnen je sterker maken)
  19. op de keien komen (=ontslagen worden)
  20. de zak krijgen (=ontslagen worden)
  21. de schop krijgen (=ontslagen worden)
  22. op straat staan/zitten (=ontslagen zijn - geen onderdak meer hebben)
  23. de vuurproef doorstaan (=slagen in de moeilijke onderneming)
  24. je handen overspelen (=te veel eisen en daardoor niet slagen)
  25. je hand overspelen (=te veel eisen en daardoor niet slagen)
  26. in zak en as zitten (=terneergeslagen zijn (oorspronkelijk: Joodse rouw))
  27. het is of de drommel er mee speelt. (=zo veel tegenslagen dat het absurd wordt)

22 dialectgezegden bevatten `slagen`

  1. 't e ne lukt em (=alle slagen vallen in ons voordeel (kaartspel) ) (Waregems)
  2. 't veel wi-j stroônt in e mendje (=gemakkelijk de slagen bij het kaarten binnenhalen) (Weerts)
  3. aste van vieër zits, konste van aater nie aofvalle (=wie zich vooraan houdt, heeft meer kans op slagen) (Munsterbilzen - Minsters)
  4. dër de kop van e nëlzje (ke) kraupe (=het onmogelijke doen om te slagen) (Bilzers)
  5. doeë gaef ich geen sjik vieër (=dat heeft geen enkele kans op slagen) (Munsterbilzen - Minsters)
  6. een toefeling, en rammeling, motten rond a oere (=een pak slagen krijgen) (ternats)
  7. ént laeve moeste henneg get meppe konne inkassiëre (=als bokser heb je de meeste kansen op slagen) (Munsterbilzen - Minsters)
  8. fater frijgen (=slagen krijgen) (Balens)
  9. Ge goat'r ni on uitgeraaken. (=Je zal er nooit in slagen je kan nooit uit de kosten komen.) (Bambrugs)
  10. hem een goeie dussing geven (=hem slagen geven) (Waaslands)
  11. hij holdt zich vaast aan 'n strohalm (=hij houdt hoop, al is de kans van slagen gering) (Westerkwartiers)
  12. iejene een smeir oep zen bakkes geven (=iemand op zn gezicht slagen) (Herentals)
  13. iets schief slagen (=iets stelen) (Wolvertems)
  14. ik doen maan klak af (=alle 13 slagen halen) (Geels)
  15. in maane goemmer slagen (=iets opeten) (herenthouts)
  16. In Wauver slauge z'oep taufel datte glauze dervan dauvere (en asse dan nau 't tribenaul mutte gaun emme ze niks gedaun) (=In (Onze-Lieve-Vrouw-) Waver slagen ze op de tafel zodat de glazen ervan daveren (en als ze dan naar de rechtbank moeten gaan hebben ze niets gedaan)) (Onze-Lieve-Vrouw-Waver)
  17. jeetr e panne van gèt (=hij kreeg veel slagen) (Kortemarks)
  18. kërwatsje krijge (=slagen krijgen (met de zweep) ) (Munsterbilzen - Minsters)
  19. kretse vër dër te koeëme (=grote inspanningen doen om te slagen) (Munsterbilzen - Minsters)
  20. Nehkieje van't kaske nui de muur kloppe (=Eens goed door elkaar slagen) (Aarschots)
  21. op zen pens hoë (slon) ; aofteire (=slagen geven) (Bilzers)
  22. zën akte van geloof opzègge (=bidden dat je geen uitbrander of slagen krijgt) (Munsterbilzen - Minsters)


Bronnen

De spreekwoorden en gezegden zijn afkomstig van Wikiquote, Wikipedia en onze gebruikers. Op woorden.org is de uitleg ingekort en is herkomst van spreekwoorden en gezegden weggelaten.

Zie ook:
  • vaartips.nl Ruim 300 woorden, zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
  • debinnenvaart.nl Nog eens honderden zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
  • Het boek `De Latynsche spreekwyzen` uit 1755 met oud-Nederlandse vertalingen