Spreekwoorden met `bank`

Zoek

10 spreekwoorden en uitdrukkingen bevatten `bank`

  1. als een lam ter slachtbank geleid worden (=weerloos zijn)
  2. als warme broodjes over de toonbank gaan (=zeer goed verkopen)
  3. door de bank genomen (=gemiddeld; meestal; gewoonlijk)
  4. het is kruis of munt, zei de non en ze trouwde de bankier (=een keuze voor het materiële kan ten koste gaan van het spirituele)
  5. iemand achter de bank schuiven (=iemand minachtend behandelen)
  6. iemand op de pijnbank leggen (=iemand het moeilijk maken en daarmee dwingen iets te doen)
  7. je mening niet onder stoelen of banken steken (=je mening niet verbergen, openlijk voor je standpunten uit durven komen, bij voorbeeld van afkeuring van iets)
  8. op het zondaarsbankje zitten (=schuld bekennen)
  9. voor stoelen en banken praten (=maar weinigen die naar iemands verhaal luisteren)
  10. zo zeker als de bank (=iemand die in alles te vertrouwen is)

7 betekenissen bevatten `bank`

  1. als `t schip zinkt dan zinkt ook de lading (=als een zaak bankroet gaat, dan is men meestal ook alles kwijt)
  2. de paal door de oven werken (=bankroet gaan)
  3. de paal door de oven steken (=bankroet gaan, zich te gronde richten)
  4. aan de grond zitten (=bankroet of totaal uitgeput zijn)
  5. aan de latten hangen (=ermee ophouden - bijna bankroet zijn)
  6. de boeken sluiten (=ermee stoppen - bankroet gaan)
  7. er onderdoor gaan (=ziek worden, bankroet gaan, oververmoeid raken)

12 dialectgezegden bevatten `bank`

  1. `de bank is geduldig ` (=Antwoord waneer iemand pocht met zijn goederen, auto's of huizen) (Utrechts)
  2. Achter de bânk goeze (=Iets niet van belang vinden) (Weerts)
  3. As d'r nen Mona Lisa op de baank (e) zit kriegie nen kearl 't hoes nich oet.* (=Als er een Mona Lisa op de bank zit krijg je de man de deur niet uit) (Twents)
  4. aste zon sjaajnt kump iedereen baute mèr attet raengert zieste niemes mei (=van de bank krijg je alleen een lening als je ze feitelijk niet nodig hebt) (Munsterbilzen - Minsters)
  5. bankwerken (=Op een bank slapen) (Amsterdams)
  6. bankwerker (=Iemand die geregeld op een bank slaapt) (Amsterdams)
  7. deur 'n anner hen (=door de bank genomen) (Westerkwartiers)
  8. hae zit bij de loemperikke (=hij zit op de laatste bank van de klas) (Bilzers)
  9. jan van as bank (=bank in het park) (Bergs)
  10. miene bank sjteit oppe zök (=ik heb een lekke band) (Heldens)
  11. Ne kus van de juffraa en een bank veroët (=Een kus van de juffrouw en een bank vooruit (wanneer je iets goed gedaan hebt)) (Onze-Lieve-Vrouw-Waver)
  12. oppet strafbenske zitte (=op de laatste bank in de klas moeten gaan zitten) (Munsterbilzen - Minsters)


Bronnen

De spreekwoorden en gezegden zijn afkomstig van Wikiquote, Wikipedia en onze gebruikers. Op woorden.org is de uitleg ingekort en is herkomst van spreekwoorden en gezegden weggelaten.

Zie ook:
  • vaartips.nl Ruim 300 woorden, zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
  • debinnenvaart.nl Nog eens honderden zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
  • Het boek `De Latynsche spreekwyzen` uit 1755 met oud-Nederlandse vertalingen