Spreekwoorden met `muts`

Zoek

10 spreekwoorden en uitdrukkingen bevatten `muts`

  1. de muts stond hem scheef. (=een slecht humeur hebben)
  2. de muts zich verkeerd staan (=een slecht humeur hebben)
  3. een slaapmutsje nemen (=een borreltje nemen voor het slapen gaan)
  4. een veer op zijn muts steken (=een compliment geven/krijgen)
  5. goed gemutst zijn (=opgewekt zijn, in een goede, vrolijke bui zijn)
  6. het scheelt hem onder de muts. (=hij is niet helemaal goed wijs)
  7. met de muts naar iets gooien (=ergens geen zorg aan besteden / er een slag naar slaan, ernaar raden)
  8. naar de mutsaard rieken (=iets klopt zeer niet (mutsaard = brandstapel) / verdacht worden van ketterij)
  9. slecht gemutst zijn (=een slecht humeur hebben)
  10. zo vast staan als een muts met zeven keelbanden (=erg vast staan)

Eén betekenis bevat `muts`

  1. naar de mutsaard rieken (=iets klopt zeer niet (mutsaard = brandstapel) / verdacht worden van ketterij)

7 dialectgezegden bevatten `muts`

  1. 't is te zien oe da zèn muts stot (=het is af te wachten of hij goed gezind is) (Sint-Niklaas)
  2. At Aspei ze lêmpke autgeet, zit Aspei èn den doenkele (=Als de hemel valt, hebben we allemaal een blauwe muts) (Bilzers)
  3. kaboets (=regenjas met muts) (Bocholtz)
  4. zaën moets stoat oep hallef zeive (=zijn muts staat scheef) (Winksels)
  5. ze het de muts verkeerd op (=zij is humeurig) (Westerkwartiers)
  6. zet aaw pep oep (=zet de muts van uw trui op) (Turnhouts)
  7. zien muts stijt verkeerd (=hij is franterig) (Westerkwartiers)


Bronnen

De spreekwoorden en gezegden zijn afkomstig van Wikiquote, Wikipedia en onze gebruikers. Op woorden.org is de uitleg ingekort en is herkomst van spreekwoorden en gezegden weggelaten.

Zie ook:
  • vaartips.nl Ruim 300 woorden, zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
  • debinnenvaart.nl Nog eens honderden zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
  • Het boek `De Latynsche spreekwyzen` uit 1755 met oud-Nederlandse vertalingen