16 spreekwoorden en uitdrukkingen bevatten `regen`
- als het in de kajuit regent ,druipt het in de hut (=als de baas problemen heeft, krijgen ook de ondergeschikten hun deel)
- als het melk regent, staan mijn schotels omgekeerd (=wanneer ergens iets voordeligs te verkrijgen valt, loop ik het steevast mis)
- als het regent in mei, is april voorbij (=spreekwoord dat de spot drijft met spreekwoorden die open deuren intrappen)
- als honden konden bidden zou het kluiven regenen (=als is een niet ter zake doende opmerking)
- de boon van de koek gekregen hebben (=geluk gehad hebben)
- de regen schuwen en in de sloot vallen (=door iets onaangenaams te ontwijken in nog groter problemen komen)
- een klap van de molen gekregen hebben (=niet goed meer bij verstand zijn)
- halfjes en motregen dringen door. (=ook van kleine beetjes wordt je dronken)
- het regent bakstenen (=gezegd van een hevige hagelbui)
- het regent pijpenstelen (=het regent heel hard)
- morgenrood, regen in de sloot (=weerspreuk: rood opkomende zon betekent vaak regen)
- na regen komt zonneschijn (=na een periode van tegenslag, komt er een betere tijd)
- regen in mei, dan is april voorbij (=de natuur kiest vanzelf de goede volgorde)
- van de regen in de drup (=niet veel opschieten, van moeilijke omstandigheden in nog moeilijkere omstandigheden terecht komen)
- verrijzen als paddenstoelen na een regenachtige dag (=plots tevoorschijn komen)
- zuidwest, regennest. (=met een zuidwesten wind komt vaak regen)
13 betekenissen bevatten `regen`
- daar komt een schip met zure appels (=daar komt een stevige regenbui aan)
- ambt geeft verstand. (=een baan gekregen hebben zonder er iets van af te weten)
- een kring om de zon brengt water in de ton. (=een halo rond de zon voorspelt meestal regen)
- een klein visje een zoet visje (=een klein voordeel of winstje dat met weinig moeite is verkregen)
- een gehuurd paard en eigen sporen maken korte mijlen (=eigen bezit beschadigt men minder dan gekregen of gehuurd bezit)
- het regent pijpenstelen (=het regent heel hard)
- het is kermis in de hel (=het regent terwijl de zon schijnt)
- zuidwest, regennest. (=met een zuidwesten wind komt vaak regen)
- petje af (=respect betonen voor hoe iemand iets voor elkaar gekregen heeft)
- geen droge draad aan het lijf hebben (=totaal nat geregend zijn (soms ook : door en door bezweet))
- morgenrood, regen in de sloot (=weerspreuk: rood opkomende zon betekent vaak regen)
- schip met zure appelen (=wolk die regen en storm voorspelt)
- scheepjes met zuren appelen (=wolkjes die regen of storm voorspellen)
50 dialectgezegden bevatten `regen`
- 'k bè zo nat as ne messoop; k bè mesnat; 'k bè zeékende nat (=ik ben druipend nat van de regen) (Sint-Niklaas)
- 'k bè zoe nat as ne messink; 'k bè kleddernat (=ik ben helemaal nat van de regen) (Sint-Niklaas)
- 'k heb last van mien liekdoor'n (=er is regen op komst) (Westerkwartiers)
- 'n bijze regen (=een bui regen) (Overmeers)
- 't es kerremes in d'elle (=zon schijnt bij regenval, regenboog bij regen) (Meers)
- 't es kerremès in d'helle (=regen bij zonneschijn) (Meers)
- 't Es Kirmesse in d'helle (=regen en zonneschijn ter zelfde tijd) (Lovendegems)
- 't is duuveltjeskaarmis, tis kaarmis in d'hel (=zon die schijnt bij regen) (Antwerps)
- 't is kirmes'in d'elle (=zon schijnt tijdens de regen) (Kaprijks)
- 't is mor een vloûg (=het is maar een kleine regen) (Sint-Niklaas)
- 't is ont zeveren; 't is mor muggepis (=heel fijne, zachte regen) (Sint-Niklaas)
- 't regen hoekvurrekies (=Het regent hard) (Hoeksche Waards)
- 't zevërt (=er valt lichte regen) (Munsterbilzen - Minsters)
- ‘t is kirremes’ in d’elle (=regen bij zonneschijn) (Kaprijks)
- ' n drupken regen (=een regen drip) (Overmeers)
- ' t regent van omoôg, ' t zal drei doagen duren (=de regen zal lang duren) (Sint-Niklaas)
- ' t regent vijf frankstukken! (=Als er na lange droogte regen valt) (Lokers)
- ' t vlieg' ' n beetse natte / nadde (=er valt een spatje regen) (Waregems)
- achter ne lèk komt er ne blèk (=na regen komt zoneschijn) (Zuid-west-vlaams)
- As 't èerpelblad zuch krult komp der regen (=weerspreuk) (Drents)
- as ‘t waer neet good is op vaars hui, is ‘t toch good op moors kuuel (=het weer is altijd voor iemand goed (of niet); regen is niet fijn als er -door vader- gehooid moet worden, maar wel fijn voor -moeders- moestuin) (Heitsers)
- As de kikkers kwaakt kriej regen (=weerspreuk) (Drents)
- As de vloren vlaês ziên, zit d`r raegen in de loôch (=Als de vloeren vochtig zijn, zit er regen in de lucht) (Sevenums)
- As de zwelven liêg vleegen guft `t raegen (=Als de zwaluwen laag vliegen krijgen we regen) (Sevenums)
- d'r komt 'n schip met zure abbels aan (=er komt een bui regen deze kant op) (Westerkwartiers)
- dae hulptj dich van bèd op struue (=dat is hulp waar je niets mee opschiet; van de regen in de drup) (Heitsers)
- de lócht is aan ‘t ujere (=er komt regen aan (ujere: wanneer de uier van een koe vol begint te raken, voordat de koe gekalfd heeft)) (Heitsers)
- De Meaële is inge raenvaogel. (WT) (=Als de Merel fluit, komt er regen) (Mechels (NL))
- de raenger dae vëndaog vult, kan mörgë al nimei valle (=laat de regen er vandaag maar allemaal uitvallen, dan hebben we morgen geen last ermee) (Munsterbilzen - Minsters)
- de raenger vult mèt ganse bèk autte loch (=de regen valt met bakken uit de lucht) (Munsterbilzen - Minsters)
- de regen kletst tege de ruiten (=de regen pletst tegen de vensters) (Sint-Niklaas)
- de zon konste pas wardiëre asse aater de wolke autkump (=na regen komt zonneschijn) (Bilzers)
- deur de rèègen dokkele (=Door de regen lopen) (Kaatsheuvels)
- Deuvelkeskèrmis (=regen met zonneschijn) (Mechels (BE))
- Doe bis neet va soeker (=Je hoeft niet bang te zijn voor de regen) (Mechels (NL))
- doë geet wir get autvalle (=verwacht je maar aan een pak regen) (Munsterbilzen - Minsters)
- doeë valle inkëlë spretsen aut te loch (=er vallen enkele sprenkels regen uit de lucht) (Munsterbilzen - Minsters)
- e blek voer e lek (=zonneschijn vóór regen) (Veurns)
- e nunne die ol pissen no den hemel got (=een beetje regen) (Veurns)
- èjst ou schuld dat reen't? (=begroeting bij regen) (Brakels)
- Es zwoaluuwu loag ovur en bovu ut woater vliegu, komt er règun (=Als zwaluwen laag over en boven het water vliegen, komt er regen) (Brakels (gld))
- ge gerokt van de pooëtj ba de padde (=van de regen in de drop terecht komen) (Ninoofs)
- gèn regen gèn ruste (=geen regen geen rust) (Amsterdams)
- gien rege van beduui (=geen regen van betekenis) (Terschuurs)
- Hae heet gein druuëg mieër aan zien liêf (=Kletsnat van de regen) (Weerts)
- het raengert tot het zeek (=de regen valt met bakken uit de lucht) (Munsterbilzen - Minsters)
- het waer kump wir aut et westë (=er is weer regen op komst) (Munsterbilzen - Minsters)
- Hij komt van ut schètbed in ut zèkbed (=Hij komt van de regen in de drup) (Dongens)
- Ich hoch n wolk van n vroo, mér nau dat ze voert és, sjaajnt de zon wir (=na regen komt zonneschijn) (Bilzers)
- kermes in de hel (=regen bij zonneschijn) (Rillaars)
Bronnen
De spreekwoorden en gezegden zijn afkomstig van Wikiquote, Wikipedia en onze gebruikers.
Op woorden.org is de uitleg ingekort en is herkomst van spreekwoorden en gezegden weggelaten.
Zie ook:
- vaartips.nl Ruim 300 woorden, zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- debinnenvaart.nl Nog eens honderden zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- Het boek `De Latynsche spreekwyzen` uit 1755 met oud-Nederlandse vertalingen