Spreekwoorden met `mooie`

Zoek

7 spreekwoorden en uitdrukkingen bevatten `mooie`

  1. aap wat heb je mooie jongen (=sarcastische opmerking over iemand die wat al te trots is op iets)
  2. aap wat heb je mooie jongen spelen (=overdreven vriendelijk zijn)
  3. donkere morgens mooie dagen. (=een slecht begin hoeft geen mislukking te zijn)
  4. duren is een mooie stad (=nu is het goed, maar blijft dat zo?)
  5. mooie liedjes duren niet lang (=geluk is van korte duur)
  6. ook tussen de mooie bloemen groeien brandnetels (=de schoonheid van de omgeving biedt geen garantie voor onaangename zaken)
  7. van een mooie / knappe tafel kun je niet eten. / Van een mooi bord kun je niet eten. (=knap van uiterlijk heeft ook wel eens nadelen.)

2 betekenissen bevatten `mooie`

  1. schone appels zijn ook wel zuur. (=een mooie vrouw is niet vanzelfsprekend een goede echtgenote)
  2. mooi weer spelen (=genieten (meestal van andermans goed) / mooier voordoen dan het is)

50 dialectgezegden bevatten `mooie`

  1. ’t és skuë gerief mur ge meug ‘et nie in uis émmen (='t is een mooie vrouw, maar je mag ze niet in huis hebben (smalend gezegd door mannen over een vrouw, )) (Meers)
  2. a snel wuf (=een mooie vrouw) (werviks)
  3. aïs nen echten tettezot (=hij houdt van mooie meisjes) (Antwerps)
  4. ank zoon muis op zolder oai, dan sloak de kat dood. (=een mooie vrouw tegenkomen) (Graauws)
  5. azu billen en nog nie willen (=geen gemakkelijke mooie vrouw) (Moes)
  6. beder stuut ien de puut dan een pluum op de hoed (=beter het geld uitgeven aan eten dan aan mooie kleding) (Westerkwartiers)
  7. Da is een schòon wèfke (=Dat is een mooie vrouw) (Brabants )
  8. Da's een skon plaaike (=Dat is een mooie afbeelding) (Brabants)
  9. Daddister mun êêne vor vijf cente (=Dat is me een mooie) (Bredaas)
  10. Das un mooi botje! (=Dat is een mooie boot!) (Roosendaals)
  11. Dat gedicht einiget mei in moaie sin. (=Dat gedicht eindigt met een mooie zin.) (Fries)
  12. dat in skiere rikkepöste (=mooie benen) (Twents)
  13. Dát is evvel enne schonne kel (=Dat is best een mooie man) (Horster)
  14. de breudjes ligge veur de venjster (=mooie borsten in diep uitgesneden decolté) (Gents)
  15. de hël begint bau den hiemel ophült (=als je het mooie niet meer ziet in je leven, dan wordt het een hel) (Munsterbilzen - Minsters)
  16. de molp ès al goed ont staute (=ze krijgt al mooie borstjes) (Munsterbilzen - Minsters)
  17. dè-s unne gêeve (=dat is een mooie) (Tilburgs)
  18. der ès a op slegter papier geschreevn (=er zijn er minder mooie) (Brakels)
  19. Des un kei lekker wééf (=Dat is een mooie dame) (eindhovens)
  20. Des ún lekker wééf (=Dat is een mooie dame) (brabants)
  21. Det heet e paar schoeën rûngelkes oppen haam (=Een meisje met mooie borstjes) (Weerts)
  22. Die e schuune kommekus op de kas (=Die heeft mooie borsten) (Clings)
  23. die hè ferm memmen (=die heeft mooie borsten) (Mols)
  24. Die hee nogal poeuten ongder heure pisbak (=Een vrouw met lange, mooie benen) (Turnhouts)
  25. Doe bis e sjinaos (=Jij bent me een mooie) (Mechels (NL))
  26. Doe bis mich e sjinaos. (WT) (=Je bent mij een mooie) (Mechels (NL))
  27. dr zender al schoënder verzoupe (=gezegde bij een niet zo'n mooie man) (Antwerps)
  28. Du bis mich é Sjinaos. (WT) (=Jij bent me een mooie) (Mechels (NL))
  29. e beld van een vraa (=een mooie vrouw) (winksels)
  30. een goede voorgevel siert het huis (=mooie borsten) (Rotterdams)
  31. Een mooie schöttel met niks der in (=Uiterlijke schijn) (Drents)
  32. ej sjoeke! lottiswazien! (=tegen een mooie man) (Antwerps)
  33. èn de fleûr van zëne fladder (=in het midden van je mooie leven) (Munsterbilzen - Minsters)
  34. eur nakster zit ooghe (=een mooie vrouw met lange benen) (Brugs)
  35. Ferm tette (=mooie borsten) (Mols)
  36. ferm tette (=mooie borsten) (Antwerps)
  37. gèt ne schunn tenuu an (=je hebt mooie kleren aan) (oudenaards)
  38. gij zij ne mooie (=jij bent te duchten) (Oudenbosch)
  39. gij zij ne mooie waoterchinees (=jij bent me er eentje) (Oudenbosch)
  40. haer op dun diek (=mooie meid gesignaleerd) (Flakkees)
  41. hij is doar de mooie kirrel (=hij staat daar goed aangeschreven) (Westerkwartiers)
  42. hij lopt met de strooppot (=hij paait elkeen met mooie woorden) (Westerkwartiers)
  43. hij smeert mens'n mooi wat aan (=door zijn mooie praatjes verkoopt hij veel) (Westerkwartiers)
  44. huisie zonders meubels (=mooie vrouw met weing inhoud) (Westfries)
  45. ich hemm schoen blomme in menne hoof (=ik heb mooie bloemen in mijne tuin) (Lummens)
  46. iemand hunning om 'e mond smeer'n (=iemand met mooie praatjes vlijen) (Westerkwartiers)
  47. ik moet nòg un schôon huudje bè men nuuw kleejke kôope. (=ik moet nog een mooie hoed bij mijn nieuwe jurk kopen.) (Tilburgs)
  48. jee welgevaorn (=hij kreeg een mooie beloning) (Kortemarks)
  49. jittn beir (=mooie jongen) (West-vlaams)
  50. korrèir: Azzékken bieën'n en nog génne korrèir! (=mooie benen (spottend gezegd op iemand die fietst)) (Lebbeeks)


Bronnen

De spreekwoorden en gezegden zijn afkomstig van Wikiquote, Wikipedia en onze gebruikers. Op woorden.org is de uitleg ingekort en is herkomst van spreekwoorden en gezegden weggelaten.

Zie ook:
  • vaartips.nl Ruim 300 woorden, zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
  • debinnenvaart.nl Nog eens honderden zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
  • Het boek `De Latynsche spreekwyzen` uit 1755 met oud-Nederlandse vertalingen