127 spreekwoorden en uitdrukkingen bevatten `moe`
- `t moet al een ruige hond wezen, die twee nesten warm houden kan (=alleen een rijke man kan er een tweede vrouw op na houden)
- aalmoezen geven verarmt niet (=van een aalmoes te geven wordt men zelf niet armer)
- aan een balk, die uit het bos gehaald wordt, moet veel gehakt worden, voor hij in het huis past (=in een religieuze groep, vereniging, etc,: je kunt leden uit een gemeenschap winnen, maar hun moet wel geleerd worden zich aan te passen)
- aan een oud dak moet je veel herstellen (=verouderde zaken vergen nu eenmaal onderhoud)
- al moesten de kraaien het uitbrengen (=ooit wordt de zaak bekend)
- alle mensen moeten leven (=gun de anderen ook wat)
- alles komt uit al moesten de kraaien het uitbrengen (=de waarheid komt altijd uit)
- als de armoede binnenkomt vliegt de liefde het venster uit (=armoede betekent vaak het einde van vriendschappen en relaties)
- als het niet gaat zoals het moet, dan moet het zoals het gaat (=als de ideale situatie niet haalbaar is, moet je je aanpassen aan de omstandigheden.)
- als je geschoren wordt, moet je stilzitten (=als er scherpe kritiek op je is (je wordt geschoren), kun je beter rustig wachten tot het voorbij is, in plaats van erop in te gaan)
- armoe met eren kan niemand deren. (=arm zijn is niet erg als je maar eerlijk bent)
- armoe op de stal is armoe overal (=met te weinig dieren in de stal kun je geen geld verdienen)
- armoede zoekt list. (=armoede dwingt om op zoek te gaan naar alternatieve manieren om rond te komen)
- barbertje moet hangen (=ongeacht of iemand schuldig is moet die gestraft worden)
- bij moeders pappot (=thuis)
- bij moeders pappot blijven (=thuis blijven - enkel spreken over iets waar men iets over weet)
- bomen ontmoeten elkaar niet, mensen wel (=de kans dat je iemand toevallig tegenkomt is groot)
- daar helpt geen lievemoederen/moedertje lief aan (=niets helpt, ook vriendelijke woorden niet)
- daar moet de schoorsteen van roken (=dat moet de inkomsten voortbrengen. Daar moeten we van bestaan)
- dan moet de wal het schip maar keren (=als iemand niet vooraf rekening houdt met een naderend probleem, dan moet het probleem maar daadwerkelijk in volle omvang ontstaan, en dan alsnog worden opgelost)
- dat geeft de burger moed (=dat doet goed)
- dat moet je niet uitpoetsen/uitvlakken (=dat is ernstiger dan het lijkt)
- de jongste ezel moet het pak dragen (=de jongste moet de vervelende klusjes opknappen)
- de lange weg maakt een moede man (=een langdurige ziekte leidt tot uitputting)
- de moed in de schoenen doen zinken (=wanhopig worden en de moed verliezen)
- de oudste moet de wijste zijn (=van het oudste kind wordt het meeste verwacht)
- denken moet je aan een paard overlaten, dat heeft een groter hoofd (=niet te veel denken maar doen)
- denken moet je aan een paard overlaten, die hebben een groter hoofd. (=je moet niet te veel denken)
- die snaar moet men niet aanroeren (=daarover moet niet gesproken worden)
- die wel doet, wel ontmoet. (=wie anderen goed behandelt, kan zelf goede behandeling verwachten.)
- een goeie vis moet drie keer zwemmen (=in het water, in de boter of kookvocht en in de wijn)
- een kleine aardappel moet je niet schillen (=aan mensen die weinig geld hebben, moet je niet veel geld vragen)
- een mens moet werken voor de brok en voor de rok. (=je moet werken om te kunnen eten en kleding te kunnen kopen.)
- een oude boom moet je niet verpoten. (=ouderen houden niet van veranderingen)
- een paard met een zachte mond moet men met zachte toom besturen. (=zachtaardige mensen moet men niet streng behandelen)
- een veer (moeten) laten (=met minder genoegen moeten nemen)
- een vogel zingt zowel van armoe als van weelde. (=je kan positief zijn onder alle omstandigheden)
- er geen tekeningetje bij moeten maken (=het is overduidelijk)
- eraan moeten geloven (=of iemand wil of niet, het moet toch gebeuren)
- het harde woord moet eruit (=het onaangename moet gezegd worden)
- het is daar armoe troef (=daar heerst grote armoede)
- het is moeilijk de oude mens af te leggen. (=gewoonten zijn moeilijk af te leren)
- het is muis als moer, een staart hebben ze allemaal. (=beide opties zijn vervelend)
- het kind moet (toch) een naam hebben (=passend of niet, je moet het kunnen noemen)
- het moeras insturen (=de verkeerde richting op sturen)
- het moet uit de lengte of uit de breedte komen (=het moet hoe dan ook uitgespaard worden)
- het moet zo tussen neus en lippen gebeuren (=het moet bijna ongemerkt gebeuren)
- het paard moet tot de kribbe komen. (=wie belang heeft bij een zaak moet er zelf op uit gaan)
- het staat geschreven en gedrukt je moet krabben waar het jeukt (=problemen bij de bron aanpakken)
- hoogmoed deed nooit iemand goed. (=arrogantie en overmoed zijn slechte eigenschappen)
359 betekenissen bevatten `moe`
- wat de heren wijzen moeten de gekken prijzen (=aan beslissingen van het hoger gezag moet men zich onderwerpen)
- een kleine aardappel moet je niet schillen (=aan mensen die weinig geld hebben, moet je niet veel geld vragen)
- het gelag betalen (=alle kosten moeten betalen terwijl ook anderen er schuld aan hebben)
- het hart in de schoenen zinken (=alle moed en hoop verliezen om problemen op te lossen)
- kromme sprongen maken (=alle moeite doen om zich uit een situatie te redden)
- voor niets gaat de zon op (=alles kost geld en/of moeite)
- komt men over de hond, dan komt men over de staart (=als de grootste moeilijkheden overwonnen zijn, dan komt de rest vanzelf)
- als het niet gaat zoals het moet, dan moet het zoals het gaat (=als de ideale situatie niet haalbaar is, moet je je aanpassen aan de omstandigheden.)
- als de herder dwaalt dolen de schapen (=als de leider het verkeerd doet weten de mensen die hem volgen niet wat ze doen moeten)
- mal moertje mal kindje (=als de moeder te veel toegeeft zal het kind niet deugen)
- waar meerderman komt moet minderman wijken (=als een machtig persoon iets zegt, moet de minder machtige zwijgen)
- de kat de bel aanbinden (=als eerste een begin maken aan iets moeilijks (een lastige klus of een ingewikkeld gesprek))
- de spits afbijten (=als eerste ergens aan beginnen aan iets moeilijks)
- als oude honden blaffen, is het tijd om uit te zien (=als ervaren mensen waarschuwen moet je luisteren)
- het is maar een weet (=als het eenmaal bekend is, is het niet moeilijk meer)
- eens gezegd, blijft gezegd (=als iemand iets belooft moet die dat ook uitvoeren)
- dan moet de wal het schip maar keren (=als iemand niet vooraf rekening houdt met een naderend probleem, dan moet het probleem maar daadwerkelijk in volle omvang ontstaan, en dan alsnog worden opgelost)
- wie a zegt moet ook b zeggen (=als je eenmaal ergens aan begonnen bent, moet je het ook afmaken)
- wie scheep is moet varen (=als je ergens aan begonnen bent moet je er mee voortdoen)
- gaan doet komen (=als je ergens moeite voor doet komen dingen ook jouw kant op)
- wie niet wil, die niet zal (=als je geen interesse hebt, moet je er ook geen deel van uitmaken)
- wie appelen vaart, die appelen eet (=als je handelt in bepaalde goederen, dan zul je deze zelf waarschijnlijk ook gebruiken. / Iemand die bepaalde werkzaamheden voor een ander moet verrichten, geniet daar doorgaans zelf ook van)
- wie zwijgt, stemt toe (=als je het ergens niet mee eens bent, moet je het zeggen)
- mejen kan geen paard al lopende beslaan. (=als je het werk goed wil doen, moet je er de tijd voor nemen)
- belofte maakt schuld (=als je iets beloofd hebt moet je dat ook nakomen)
- wie zijn billen brandt, moet op de blaren zitten (=als je iets doms doet, moet je de gevolgen dragen (liefst zonder klagen))
- een man een man, een woord een woord (=als je iets hebt beloofd, dan moet je je daar ook aan houden)
- jong te paard, oud te voet (=als je in je jeugd erg wordt verwend, krijg je het later erg moeilijk)
- die in het voorjaar niet zaait, in het najaar niet maait. (=als je jong bent moet je sparen voor je eigen oude dag)
- veel varkens maken de spoeling dun (=als je met veel bent, moet je ook met veel delen)
- de liefde kan niet van één kant komen (=als je samen iets doet zal ieder moeten bijdragen)
- een gegeven paard mag men niet in de bek kijken. (=als men een geschenk krijgt, dan moet men niet zoeken of er hier of daar wat aan mankeert.)
- als de armoede binnenkomt vliegt de liefde het venster uit (=armoede betekent vaak het einde van vriendschappen en relaties)
- armoede zoekt list. (=armoede dwingt om op zoek te gaan naar alternatieve manieren om rond te komen)
- hoogmoed deed nooit iemand goed. (=arrogantie en overmoed zijn slechte eigenschappen)
- bij gebrek aan brood eet men korstjes van pasteien. (=bij gemis aan het gewone moet men zijn toevlucht soms wel tot iets duurders nemen.)
- nood breekt wet (=bij moeilijke omstandigheden is er meer geoorloofd)
- op je laatste benen lopen (=bijna niet meer kunnen van vermoeidheid)
- goede raad is duur (=bijna te moeilijk om raad te kunnen geven)
- onder de mensen komen (=buitengaan , mensen ontmoeten)
- het is daar armoe troef (=daar heerst grote armoede)
- daar zit `em de kneep/knoop (=daar zitten de moeilijkheden/problemen)
- die snaar moet men niet aanroeren (=daarover moet niet gesproken worden)
- dat is iemand met een gebruiksaanwijzing (=dat is iemand waarvan je weet hoe je met diegene om moet gaan)
- dat is andere tabak (=dat is wat anders, dat is moeilijker)
- dat is andere peper (=dat is wat anders, dat is moeilijker)
- iets op je lever hebben (=dat je nog iets wilt uiten, dat er iets is dat je heel erg dwars zit en dat gezegd moet worden)
- daar moet de schoorsteen van roken (=dat moet de inkomsten voortbrengen. Daar moeten we van bestaan)
- olie op de golven gieten/gooien (=de gemoederen kalmeren)
- voor iets moeten bloeden (=de gevolgen moeten dragen)
50 dialectgezegden bevatten `moe`
- 'k ben de pin af ; ze kunnen mè vangen onder een klak (=ik ben zo moe) (Sint-Niklaas)
- 'k Hew 't end in de bek (=Ik ben moe) (Westfries)
- 'k moe a loadn (=ik moet ervandoor) (Kaprijks)
- 'k moe dadd-ên (=ik zou dat willen hebben) (Kaprijks)
- 'k moe noar de vespers goan vandoage (=ik moet naar de kerk deze namiddag) (Evergems)
- 'k moe noar t vertrek goan (=IK moet naar het toilet (grote behoeften) ) (Avelgems)
- 'k moe scheiten alzun jong veule mea kooi dérm (=ik ga naar het toilet) (Schijndels)
- 'k Zien 't gat of (=Ik ben moe) (Poperings)
- 'kbenne kik dade zwo moe lik kode pap (=ik ben het beu) (Harelbeeks)
- 't doet dr'omme, 't moe dr'omme doen (=het lot speelt hier) (Waregems)
- 't ene moe je doen en 't aander niet loat'n (=men moet alles goed afmaken) (Westerkwartiers)
- 't is van den trok daë moe leevn (=wanneer iemand klaagt over tocht) (Kaprijks)
- 't moe gepast zijn (=het moet juist (correct) zijn) (Kaprijks)
- 't moe nekiër zijn kiër èn (=dit moet eens een beurt krijgen) (Kaprijks)
- 't moe neuj hedoan zin. (='t Is genoeg geweest.) (Zwevegems)
- 't moe wew mee a goeste zijn (=je moet het écht wel willen) (Kaprijks)
- 't schoap ès de preut af (=Verschrikkelijk moe zijn) (Gents)
- 't skoap es de preute of (=hij / zij is moe) (Kortrijks)
- 't stoa geskreven en gedrukt daje moe skarten woar et jukt (=Waar het jeukt, moet je krabben) (Avelgems)
- 't vat es af (=moe zijn, op zijn, niet meer verder kunnen) (Meers)
- 'tangt menne nikkel oaut (=ik ben het moe) (Antwerps)
- ’t Is amal da niet, ’t es da kind zonder huefd da langs zijn poepken pap moe eedn. (=Dat is niet erg, er zijn veel moeilijker op te lossen problemen.) (Evergems)
- ' kbè stenendood, ' kbè poepaf, ' k ben de pin af, kèn op min tong getrapt (=ik ben heel moe) (Sint-Niklaas)
- a moe krochen om 't binnen te krijgen (=hij moet zijn best doem om alles op te eten) (Meers)
- aa moe op een liere stoan om eerbeeze te trekken (=hij is klein) (Gents)
- aa plaffeteure valle toeu (=je ziet er moe uit) (Overijses)
- Aan den draad zijn (=moe zijn) (Schunnebroecks)
- Ai lui bint doa kun ie niks an doon, maar ai meu bint is't oe eig'n schuld (=Als je lui bent kun je niets aan doen, maar als je moe bent is het je eigen schuld) (Twents)
- Aje moe kakke moeje kakke e! (=Iets wat dringend is moet je doen.) (Hillegem)
- amaai men erme (=mijn armen worden moe) (Winksels)
- An de latten (=moe zijn) (Drents)
- An de latten wezen (=Heel moe zijn) (Giethoorns)
- an je endje weze (=moe zijn) (Westlands)
- As 't er iën'n in 't Schelde springt moe d'r nie achter springen (=Je hoeft anderen niet na te apen - niet in alles te volgen) (Wichels)
- As je niet maok datje onder me oge uit komp/ as je niet maak dat je wegkomp (=Ga a.u.b. weg, ik word moe van je) (Utrechts)
- aste get adder bès, doert het ook get langer vër dich aut te rèste as vër dich miech te maoke (=als je oud bent ben je rapper moe dan uitgerust) (Munsterbilzen - Minsters)
- ben kapot, ben naar z'n grootje (=moe zijn) (Rotterdams)
- bij de één moe je betoal'n, de aaner cent'n geev'm (=uit de lengte of uit de breedte, betalen moet je toch) (Westerkwartiers)
- bobbouijn: Mijn bobbouijn es af (=Ik ben erg moe) (Lebbeeks)
- boerke: Da kind moe nog 'n boerke laut'n (=Dat kindje moet z'n maag nog laten keren) (Lebbeeks)
- boev'm moe je met boev'm vang'n (=bestrijd iemand waarmee hij jou bestrijdt) (Westerkwartiers)
- d'n bèkker krège (=plotseling moe worden) (Geffes)
- d'n bèkker krijge = slaop krijge (=de bakker krijgen (plotseling moe worden)) (Ossies)
- da moe na wel zjuust wiwn lukn da ... (=het is toeval dat ...) (Kaprijks)
- da'k-et ziuë lieëlek moe zèën (=het is eruit (gezegd)) (Kaprijks)
- dae héttet lich aut (=de kleine is moe) (Bilzers)
- dae is ane pin (=hij is heel moe) (Heitsers)
- das om 't speen van te krijgen (=dat is om moe van te worden) (Sint-Niklaas)
- dat moe je met 'n lanteerntje zoek'n (=dat komt zeer zelden voor) (Westerkwartiers)
- de kleene kos zen koeter nimei oëpehaage (=de kleine was dood moe) (Munsterbilzen - Minsters)
Bronnen
De spreekwoorden en gezegden zijn afkomstig van Wikiquote, Wikipedia en onze gebruikers.
Op woorden.org is de uitleg ingekort en is herkomst van spreekwoorden en gezegden weggelaten.
Zie ook:
- vaartips.nl Ruim 300 woorden, zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- debinnenvaart.nl Nog eens honderden zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- Het boek `De Latynsche spreekwyzen` uit 1755 met oud-Nederlandse vertalingen