13 spreekwoorden en uitdrukkingen bevatten `maal`
- dat komt als mosterd na de maaltijd (=dat komt op een moment dat het geen nut meer heeft)
- die molen maalt langzaam (=dat gaat traag)
- dood gaan we allemaal. (=gezegd als je iets ongezonds doet)
- driemaal is scheepsrecht (=de derde keer zal je wel gaan lukken)
- een ezel stoot zich geen tweemaal aan dezelfde steen (=men maakt geen twee keer dezelfde fout)
- er zijn maal wel mee kunnen doen (=er wel mee toekomen)
- helemaal van slag zijn (=in de war zijn)
- het is muis als moer, een staart hebben ze allemaal. (=beide opties zijn vervelend)
- mosterd na de maaltijd (=een oplossing die te laat komt)
- wie eerst komt eerst maalt (=wie eerst komt krijgt het beste)
- wie het eerst komt, het eerst maalt (=het wordt toegekend aan degene(n) die het eerst komt)
- ze niet allemaal (alle vijf) op een rijtje hebben (=niet bij zijn volle verstand zijn. (alle vijf = de zintuigen))
- zo zeker als tweemaal twee vier is (=absoluut zeker)
74 betekenissen bevatten `maal`
- het is maar een weet (=als het eenmaal bekend is, is het niet moeilijk meer)
- berouw komt na de zonde (=als het eenmaal gebeurd is komt pas de berouw)
- wie a zegt moet ook b zeggen (=als je eenmaal ergens aan begonnen bent, moet je het ook afmaken)
- heeft de duivel het paard gegeten, dan neemt hij de toom ook nog. (=ben je eenmaal in de macht van slechte mensen, dan wordt het alleen maar erger)
- heeft de duivel `t paard gegeten, dan neemt hij de toom ook nog. (=ben je eenmaal in handen van slechte mensen gevallen, dan verlies je alles.)
- van de ratten besnuffeld/gebeten zijn (=ben je nu helemaal gek!)
- beter een half ei dan een lege dop (=beter iets dan helemaal niets)
- vis moet (wil) zwemmen (=bij een goede maaltijd hoort een goed glas wijn (bier))
- doe maar gewoon, dan doe je al gek genoeg. (=blijf vooral normaal doen)
- mijn verstand staat er bij stil (=dat begrijp ik helemaal niet)
- dat is geen punt. / Daar maken we geen punt van (=dat is geen probleem. / Dat is helemaal geen argument)
- dat is een ver-van-mijn-bedshow (=dat is iets waar ik me helemaal niet mee bezighoud; dat is iets dat op grote afstand van hier gebeurt)
- dat past als een vuist in een oog (=dat past helemaal niet)
- het heen en weer krijgen (=diarree krijgen - vooral gezegd van iets dat helemaal niet bevalt)
- boontjes uit water eten. (=een eenvoudige maaltijd.)
- onze Lieve Heer heeft vreemde kostgangers (=er bestaan nu eenmaal merkwaardige mensen)
- er geen tittel of jota van afweten (=er helemaal geen kennis van hebben)
- van Teeuwes nog Meeuwes weten (=ergens van helemaal geen verstand hebben)
- tabula rasa maken (=geheel herbeginnen - de boel helemaal opruimen)
- moederziel alleen (zijn) (=helemaal alleen (zijn))
- op een strowis komen aandrijven (=helemaal berooid en arm ergens komen)
- zo zat als een deur (=helemaal bezopen zijn)
- van de kook zijn (=helemaal in de war zijn)
- er zonder kleerscheuren afkomen (=helemaal niets mankeren na een ongeluk)
- zwijgen als het graf (=helemaal niets zeggen en/of totaal niets over iets vertellen)
- zwijgen in alle talen (=helemaal niets zeggen, niets van zich laten horen)
- kruit noch lood hebben (=helemaal ongewapend zijn)
- uit het veld geslagen zijn (=helemaal van streek zijn)
- averechts uitpakken (=helemaal verkeerd aflopen. Tegengesteld uitpakken)
- tot op de draad versleten (=helemaal versleten)
- op en top (=helemaal, tot in de puntjes)
- het loopt in`t honderd (=het gaat helemaal mis)
- zo klaar als een klontje voor iemand zijn (=het helemaal begrijpen)
- het is dief en diefjesmaat (=het is allemaal even erg)
- het is één pot nat (=het is allemaal hetzelfde)
- het is volle bak (=het is helemaal uitverkocht; er zijn heel veel mensen)
- er zit een luchtje aan (=het is niet juist, het klopt niet helemaal)
- de koek is op (=het maximaal haalbare is bereikt, meer zit er niet in)
- op is de koek, en weg zijn de dubbeltjes (=het maximaal haalbare is bereikt, meer zit er niet in)
- de omgekeerde wereld (=het tegenovergestelde van wat normaal en logisch is)
- er lak aan hebben (=het zich helemaal niet aantrekken)
- het scheelt hem onder de muts. (=hij is niet helemaal goed wijs)
- er zit een schroefje bij hem los (=hij is niet helemaal goed wijs)
- iemand op het verkeerde been zetten (=iemand ergens een verkeerde indruk van geven, waardoor hij of zij iets gaat denken wat helemaal niet klopt)
- in zijn zak hebben (=iemand goed kennen, iets helemaal begrijpen, iets voor elkaar hebben)
- iemand wel achter het behang kunnen plakken (=iemand heel vervelend vinden, waardoor je het liefst even helemaal niets meer met hem of haar te maken zou willen hebben)
- iemand laten barsten (=iemand helemaal niet helpen, aan zijn lot overlaten)
- iemand de brokken in de mond tellen (=iemand iets helemaal niet gunnen)
- iemand van haver tot gort kennen (=iemands persoonlijkheid helemaal kennen)
- bijna is nog niet half en een koe is nog geen kalf (=iets bijna hebben is hetzelfde als iets helemaal niet hebben)
6 dialectgezegden bevatten `maal`
- da's iebels maal (=dat is heel raar) (Westerkwartiers)
- dat is gloep'mstes maal veur dij (=dat is heel naar voor jou) (Westerkwartiers)
- de vijf maal acht bellen (=politie bellen) (Amsterdams)
- Een vots oep ur maal kreige (=een slag op het gezicht krijgen) (Tiens)
- Inne kir zò lang (=Twee maal zo lang) (Helenaveens)
- ne kieë te weke (=een maal per week) (Waregems)
Bronnen
De spreekwoorden en gezegden zijn afkomstig van Wikiquote, Wikipedia en onze gebruikers.
Op woorden.org is de uitleg ingekort en is herkomst van spreekwoorden en gezegden weggelaten.
Zie ook:
- vaartips.nl Ruim 300 woorden, zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- debinnenvaart.nl Nog eens honderden zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- Het boek `De Latynsche spreekwyzen` uit 1755 met oud-Nederlandse vertalingen