3 spreekwoorden en uitdrukkingen bevatten `luide`
- de grote klok luiden (=op opvallende wijze bekend maken)
- de klok hebben horen luiden maar niet weten waar de klepel hangt (=ergens over gehoord hebben, zonder er echt iets van af te weten)
- de klok luiden maar niet schaften (=wel beloven maar niet doen)
Eén betekenis bevat `luide`
- in de luwte vallen (=op minder luide toon verder praten)
4 dialectgezegden bevatten `luide`
- Beter in de wiede wêreld dan in zoe een klèèn buuksje (=Ik heb een luide wind gelaten) (Nieuwpoorts)
- Buite gij, ge betoul gin huisuur. (=Een luide boer of scheet laten) (Bevers)
- geef tie koe’n bieëde (=als iemand een luide boer laat) (Kaprijks)
- vollen bak speile (=luide muziek spelen) (Winksels)
Bronnen
De spreekwoorden en gezegden zijn afkomstig van Wikiquote, Wikipedia en onze gebruikers.
Op woorden.org is de uitleg ingekort en is herkomst van spreekwoorden en gezegden weggelaten.
Zie ook:
- vaartips.nl Ruim 300 woorden, zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- debinnenvaart.nl Nog eens honderden zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- Het boek `De Latynsche spreekwyzen` uit 1755 met oud-Nederlandse vertalingen