Spreekwoorden met `loos`

Zoek

3 spreekwoorden en uitdrukkingen bevatten `loos`

  1. een bodemloos vat zijn (=altijd te weinig van iets zijn of opraken)
  2. je wezenloos schrikken (=erg schrikken)
  3. op de kloosters reizen (=altijd bij vrienden of kennissen logeren)

55 betekenissen bevatten `loos`

  1. buiten westen (=bewusteloos)
  2. van de sokken gaan/raken/vallen (=bewusteloos vallen)
  3. door de wol geverfd zijn (=brutaal , schaamteloos zijn)
  4. als een olifant in de porseleinkast (=buitengewoon onvoorzichtig of tactloos)
  5. van huis en haard verdreven (=dakloos zijn)
  6. op de schobberdebonk leven (=dakloos zijn en/of bedelend leven)
  7. dat is naatje/pet (=dat is waardeloos)
  8. de mug uitzuigen en de kameel doorzwelgen (=de onschuldige straffen en zelf schaamteloos zondigen)
  9. te haaien en te draaien lopen (=doelloos ronddwalen)
  10. voor Pampus liggen (=dronken of bewusteloos zijn)
  11. leven als een god in Frankrijk (=een aangenaam en zorgeloos leven hebben)
  12. een straatje zonder eind (=een eindeloos proces, iets wat nooit ophoudt)
  13. een vogel voor de kat (=een hulpeloos slachtoffer, dat niet meer gered kan worden)
  14. een pleister op een houten been (=een nutteloos voorstel)
  15. het tij keren (=een ontwikkeling stoppen. Bijvoorbeeld ten aanzien van het toenemen van zinloos geweld. Zie getij)
  16. water naar de zee dragen (=een zinloos karwei opknappen)
  17. een hartje zonder zorg (=een zorgeloos iemand)
  18. je het apezuur zoeken (=eindeloos zoeken)
  19. rozen (paarlen) voor de zwijnen werpen (=geld of moeite verspillen aan iets nutteloos)
  20. wat baten kaars en bril als de uil niet zien en lezen wil (=het is vruchteloos iemand te willen voorlichten als hij dat niet wil)
  21. het is boter aan de galg gesmeerd (=het is zinloos, het kan niet helpen)
  22. iemand vol lood pompen (=iemand genadeloos neerschieten)
  23. iemand blij maken met een dode mus (=iemand iets goeds in het vooruitzicht stellen, dat uiteindelijk waardeloos zal blijken te zijn)
  24. een dood kind met een lam handje (=iets dat totaal waardeloos is)
  25. het paard achter de wagen spannen (=iets nutteloos doen of verkeerd aanpakken)
  26. water in de zee dragen (=iets totaal zinloos doen)
  27. een hark zonder steel (=iets waardeloos)
  28. de kap/sluier/habijt aannemen (=in een klooster gaan)
  29. vette en magere jaren (hebben) (=jaren met meer welvaart en minder werkloosheid en jaren met minder welvaart en meer werkloosheid)
  30. varen waar de grote mast vaart (=klakkeloos de baas volgen)
  31. ja en amen zeggen (=kritiekloos instemmen)
  32. je gram niet kunnen halen (=machteloos woedend zijn)
  33. met de kop tegen de muur lopen (=nutteloos geweld gebruiken)
  34. kaf dorsen (=nutteloos werk verrichten)
  35. kolen naar Newcastle dragen (=nutteloos werk verrichten)
  36. uilen naar Athene dragen (=nutteloos werk verrichten)
  37. van Jan Pet (=onverzorgd, waardeloos)
  38. naar de Filistijnen (=reddeloos verloren / kapot)
  39. achter de puttings overboord vallen (=reddeloos verloren zijn)
  40. va banque spelen (=roekeloos spel spelen)
  41. beneden alle peil (=stijlloos)
  42. van de prins geen kwaad weten (=uiterst argeloos zijn)
  43. je kap over de haag hangen (=uittreden uit klooster of priesterschap)
  44. de aap vlooien (=uitzichtloos en nutteloos werk doen)
  45. van likmevestje (=van weinig waarde, waardeloos)
  46. dat is nog geen haaienvin waard (=waardeloos)
  47. van nul en generlei waarde (=waardeloos)
  48. geen rooie cent waard (=waardeloos)
  49. een doodgeboren kindje (=waardeloos, zonder toekomst)
  50. als een lam ter slachtbank geleid worden (=weerloos zijn)

7 dialectgezegden bevatten `loos`

  1. 't zit 'n vijze loos (=er mankeert iets in het hoofd) (Waregems)
  2. da's loos alarm (=dat is een onterechte waarschuwing) (Westerkwartiers)
  3. da's niks as poesen oaver 't sköttelke (=dat is alleen maar loos geklets) (Twents)
  4. Dat is'n looze jong / loos wicht (=Dat is nou een opschepper (-ster) (negatief bedoeld) ) (Gronings)
  5. twor loos alarm (=het was maar storm in een glas water) (Munsterbilzen - Minsters)
  6. Wat is er loos (=Wat is er aan de hand) (Urkers)
  7. wot sjilt troën; wot sjilter; wots loos (=wat is er aan de hand?) (Bilzers)


Bronnen

De spreekwoorden en gezegden zijn afkomstig van Wikiquote, Wikipedia en onze gebruikers. Op woorden.org is de uitleg ingekort en is herkomst van spreekwoorden en gezegden weggelaten.

Zie ook:
  • vaartips.nl Ruim 300 woorden, zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
  • debinnenvaart.nl Nog eens honderden zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
  • Het boek `De Latynsche spreekwyzen` uit 1755 met oud-Nederlandse vertalingen