Spreekwoorden met `loep`

Zoek

Eén spreekwoord bevat `loep`

  1. iets onder de loep nemen (=iets nauwkeurig onderzoeken)

10 dialectgezegden bevatten `loep`

  1. as ter van zën lieëges moes geboste zien dan loep ter allang mèt zën derm èn zën haan rond (=hij doet niets dan liegen!) (Munsterbilzen - Minsters)
  2. de sjaum loep on de diër aut (=er werd hard gepoetst) (Bilzers)
  3. hae loep iëveral met zene knêppel te stoeffe (=de agent ging zijn boekje te buiten) (Munsterbilzen - Minsters)
  4. hae loep lengs zen sjoen (=de schoenmaker leefde op grote voet) (Munsterbilzen - Minsters)
  5. hae loep waaj ën kloekhin aater mich aoën (=hij liep als een kloek achter me aan) (Munsterbilzen - Minsters)
  6. loëp na de poomp (=als je niet kreeg wat je vroeg:) (Horster)
  7. loep no de faradjie (=Loop naar de duivel) (Walshoutems)
  8. loep no de faradjiere (=Iemand naar de *tuut* sturen) (Walshoutems)
  9. loep zo ni achter me gare (goare) (=zit niet zo achter mij aan) (leuvens)
  10. tènsje, tènsje iech koom heile, de bowter stond twie teile, de teil dè wou ni brejeken, de vrow dè wou ni sprèjeke, tensje loep de zoller op en hoild ne goeien hèil oaf. (=moeilijk te spellen) (diepenbeeks)


Bronnen

De spreekwoorden en gezegden zijn afkomstig van Wikiquote, Wikipedia en onze gebruikers. Op woorden.org is de uitleg ingekort en is herkomst van spreekwoorden en gezegden weggelaten.

Zie ook:
  • vaartips.nl Ruim 300 woorden, zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
  • debinnenvaart.nl Nog eens honderden zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
  • Het boek `De Latynsche spreekwyzen` uit 1755 met oud-Nederlandse vertalingen