Spreekwoorden met `zoeken`

Zoek

17 spreekwoorden en uitdrukkingen bevatten `zoeken`

  1. achter iemand zoeken (=iemand kwaad proberen te doen)
  2. alle kusten bezoeken (=met allerlei slecht volk omgaan)
  3. dat is de goden verzoeken (=te grote risico`s nemen)
  4. een haar in de boter vinden/zoeken (=op het kleinste detail vitten)
  5. een naald in een hooiberg/hooimijt zoeken (=iets zoeken dat bijna niet te vinden is)
  6. een snoek op zolder zoeken (=iets onmogelijks zoeken, vergeefse moeite doen)
  7. een speld in de hooiberg zoeken (=iets onmogelijks proberen)
  8. het bijltje zoeken (=een excuus of uitweg verzinnen)
  9. je het apezuur zoeken (=eindeloos zoeken)
  10. je penaten opzoeken (=naar huis gaan)
  11. met een lantaarn te zoeken (=heel zeldzaam , moeilijk te vinden)
  12. naar zijn woorden zoeken (=niet goed meer weten wat te zeggen)
  13. niets dan wonden en builen zoeken (=altijd willen vechten)
  14. spijkers op laag water zoeken (=uitermate achterdochtig zijn, onprettige opmerkingen maken over onbelangrijke zaken)
  15. tot op het bot uitzoeken (=zeer grondig uitzoeken)
  16. vijf poten aan een kalf/schaap zoeken (=iets proberen te vinden dat er niet is)
  17. vijgenbladen zoeken (=nietige uitvluchten zoeken)

24 betekenissen bevatten `zoeken`

  1. alle heilige huisjes aandoen (=alle cafés onderweg bezoeken)
  2. bij elk heilig huisje aanleggen (=alle cafés onderweg bezoeken)
  3. aan alle kapelletjes aanleggen (=alle cafés onderweg bezoeken)
  4. een gegeven paard mag men niet in de bek kijken. (=als men een geschenk krijgt, dan moet men niet zoeken of er hier of daar wat aan mankeert.)
  5. je het apezuur zoeken (=eindeloos zoeken)
  6. bij de pakken neerzitten (=geen oplossing meer zoeken, niet meer verder doen)
  7. handen wassen (=het toilet bezoeken)
  8. iemand van het hoofd tot de voeten meten (=iemand heel nauwkeurig onderzoeken)
  9. iets onder de loep nemen (=iets nauwkeurig onderzoeken)
  10. een snoek op zolder zoeken (=iets onmogelijks zoeken, vergeefse moeite doen)
  11. een naald in een hooiberg/hooimijt zoeken (=iets zoeken dat bijna niet te vinden is)
  12. ik zoek het paard, maar ik zit erop. (=iets zoeken waar je heel dichtbij bent)
  13. soort zoekt soort (=mensen met dezelfde interesses zoeken elkaar op)
  14. de violen stemmen (=met elkaar onderhandelen, naar compromissen zoeken)
  15. vijgenbladen zoeken (=nietige uitvluchten zoeken)
  16. de nieren proeven (=onderzoeken of iets echt waar is)
  17. de markt afschuimen (=overal zoeken wat er `te koop` is)
  18. tegen de schenen schoppen (=ruzie zoeken)
  19. de drempel platlopen (=steeds opnieuw bezoeken)
  20. de deur platlopen (=steeds weer bezoeken)
  21. tot op het bot uitzoeken (=zeer grondig uitzoeken)
  22. iemands doopceel lichten (=zeer uitgebreid vertellen/uitzoeken wie iemand is en wat die in het verleden allemaal gedaan heeft)
  23. de hakken in het zand zetten (=zich opstellen als felle tegenstander van een voorstel of ontwikkeling, zonder de bereidheid te zoeken naar positieve aspecten of naar compromissen)
  24. als de stok stijf staat is de uil gaan vliegen (=zit je eenmaal met een erectie, dan is de wijsheid ver zoeken)

45 dialectgezegden bevatten `zoeken`

  1. 'kem hiel antwâarpe oep z'en bakkes geloepe en niks gevonde (=vruchteloos zoeken) (Antwerps)
  2. aal waj in gaten heb n, oevie in de bult'n niey te zuuk'b (=als je het in de gaten hebt, hoef je het in de bulten niet te zoeken) (Klazienaveens)
  3. aon zën naos poële (=de waarheid zoeken waar ze niet zit) (Bilzers)
  4. astë niks baeter kons autvènne, moeste zën klep haage (=blijf geen valse excuses zoeken) (Munsterbilzen - Minsters)
  5. Boel maken / zoeken (=Ruzie maken / zoeken) (Sint-Katelijne-Waver)
  6. boel zoek'n (=heibel zoeken) (Ostêns)
  7. da motte we nog zien uit te funtere (=dat moeten we nog proberen uit te zoeken) (Oudenbosch)
  8. Da-je niet òp Màrke gân kêike. (=Ga verkering zoeken (iemand die niet zo knap is)) (Volendams)
  9. da's de woare Joakob (=die man zoeken we nou net) (Westerkwartiers)
  10. de sjaajf onderstebo (=in de lade zoeken) (Bilzers)
  11. dos altait moyin om te moyènèiren (=een oplossing zoeken) (Brussels)
  12. één en twei és draaj, zaagte boer, en hae stoekze wijf bij de kender ént béd (=de oplossing is nooit ver te zoeken) (Bilzers)
  13. eerst 't kooike kloar, dan 't vogeltje d'r ien (=eerst voor een onderkomen zorgen, dan een vrouw zoeken) (Westerkwartiers)
  14. gelêk zit dêk èn e kleen brikske hikske (=geluk moet je soms wel zoeken) (Munsterbilzen - Minsters)
  15. gelèk zit dèk én e kleen hikske (=geluk moet je zoeken) (Munsterbilzen - Minsters)
  16. get drinkes haole (=drank gaan zoeken) (Munsterbilzen - Minsters)
  17. ich goeën get kielësjoj opzikke (=ik ga wat schaduw zoeken) (Munsterbilzen - Minsters)
  18. ich goën get kielësjoj opzikke (=ik ga wat schaduw zoeken) (Munsterbilzen - Minsters)
  19. ijis de boer op (=hij is gaan zoeken) (Oudenbosch)
  20. Ijis oppun Sander motte gaon werke (=Hij is werk moeten gaan zoeken) (Oudenbosch)
  21. Krupsies moake (=Ruzies zoeken) (Amsterdams)
  22. Kuuk en Kessel afloope (=overal zoeken) (Genneps)
  23. kwikkelen of kwakkelen (=het risico zoeken) (Munsterbilzen - Minsters)
  24. naaiwerk zoeken (=passagieren) (Marine jargon (veelal Maleis))
  25. oarichèt zuke (=ruzie zoeken) (Turnhouts)
  26. op hosevurrels over de beune mit schienvat in d`aand sjilotn zuikn (=op sokken over de zolder met het zaklicht in de hand sjalotten zoeken) (Gronings)
  27. Paar meter straat erbij nemen (verwijzing naar prostitutie) Dat wordt weer het rode lampie aanzetten (verwijzing naar prostitutie) (=Extra werk moeten zoeken (geld nodig)) (Rotterdams)
  28. papeklooien zeuken óp de nenge (=aardappelzaadballen zoeken op de eng) (Huizers)
  29. sit op peerd en zuikt er naor (=zoeken naar iets terwijl het voor je neus ligt) (Gronings)
  30. spiekers op leag waeter zoeke (=mot zoeken) (Flakkees)
  31. spiekers op leeg water zuuk' ng (=spijkers op laag water zoeken) (Lutters)
  32. spiekers op leeg wodder zoek'n (=kinderachtige uitvluchten zoeken) (Westerkwartiers)
  33. stoken (=ruzie zoeken) (Sint-Niklaas)
  34. streutjes leggen (=toenadering zoeken) (Lovendegems)
  35. Struinen (=Rondkijken, Rondneuzen, Rondsnuffelen, Snuffelen, zoeken) (Amsterdams)
  36. Taesse twelf en één és gee goed volk opte been (='s nachts is niets te zoeken op straat) (Bilzers)
  37. teekn steekn (=wormenaas zoeken) (Kaprijks)
  38. tis famiej ool Adams kant (=het familieverband is ver te zoeken) (Lichtervelds)
  39. tis famielj ol Adams kant (=het familieverband is ver te zoeken) (Kortemarks)
  40. vét in d'n honingstâl zeuke (=op de verkeerde plaats zoeken) (Weerts)
  41. wa moj hier (=Wat heb je hier te zoeken) (Deventers)
  42. zënen eege kos zikke (=een baan zoeken) (Munsterbilzen - Minsters)
  43. zich get op zëne nak haole (=miserie zoeken) (Munsterbilzen - Minsters)
  44. zoeken achter (=zoeken naar) (Veurns)
  45. Zoekie mot of mot je zoek? (=ruzie zoeken) (Rotterdams)


Bronnen

De spreekwoorden en gezegden zijn afkomstig van Wikiquote, Wikipedia en onze gebruikers. Op woorden.org is de uitleg ingekort en is herkomst van spreekwoorden en gezegden weggelaten.

Zie ook:
  • vaartips.nl Ruim 300 woorden, zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
  • debinnenvaart.nl Nog eens honderden zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
  • Het boek `De Latynsche spreekwyzen` uit 1755 met oud-Nederlandse vertalingen