6 spreekwoorden en uitdrukkingen bevatten `kolen`
- handen als kolenschoppen (=zeer grote, sterke handen)
- kolen naar Newcastle dragen (=nutteloos werk verrichten)
- kolen op iemands hoofd stapelen (=iets goed doen voor een onvriendelijke persoon)
- op hete kolen zitten (=ongeduldig zijn)
- op hete/gloeiende kolen zitten (=ongeduldig wachten / veel haast of spanning hebben)
- vurige kolen op iemands hoofd stapelen (=iemand een groot schuldgevoel geven door hem onverdiende lof of vriendelijkheid te geven.)
13 dialectgezegden bevatten `kolen`
- aste koeëletraajn verbij wor, moeste vër ganse tüp kiëlkes gon raope wo van de traajn worre gevalle (=onze kolenvoorraad werd aangevuld door het rapen van stukjes kolen die van de trein donderden) (Munsterbilzen - Minsters)
- de koëlentrain oppët spoër van Zwatberg noeë Bulzen (via Eek en Spörk) reesde koële mètte vleet en vae as joeng gaste moeste daaj goën bijeenraope (=als de kolentrein van Zwartberg naar bilzen, over eik en Spurk, voorbij wasgekomen, moesten we van onze ouders kolen rapen, want die vielen er genoeg van de open wagons) (Munsterbilzen - Minsters)
- de stoeëf oproeëchëlë (=de brandende kolen omroeren om meer vuur te krijgen in de kachel) (Munsterbilzen - Minsters)
- hae kos zen haan wol ès verbranne (=de mijnwerker haalde de hete kolen uit het vuur) (Munsterbilzen - Minsters)
- ie doe één 't vlas / / één de kooln / / één d'eiers (in 3 x uitgespr. als één) (=hij is handelaar in vlas / / in kolen / / in eieren) (Waregems)
- Ik zit zo vol as mud 1 mud kolen was 40 kilo 1 mud aardappelen 70 kilo zo vol als mud zitten betekent dus boordevol zitten , zodat er niets meer bijkan. Ook de term `riem op de vreethaak` hoorde je vaak in utrecht. Met andere woorden, je riem een gaatje verder zetten omdat je enorm veel gegeten had. (=vol zitten (van het eten): uitspraak: Ik zit *stamp, tjok etc* vol !,) (Utrechts)
- kolen varen (=Iets vervoeren met paard en kar, bvb kolen (brandstof)) (Berings)
- ne kluts kolen (=een zak kolen) (Overmeers)
- nen iemer hoelje (=Een emmer kolen) (Herns (Herne, VL-B))
- Oeile op de stauf doen (=kolen op de kachel gieten) (Hals)
- op hete kolen zitten (=zeer ongeduldig zijn) (Sint-Niklaas)
- op knipnoagels zitten (=op hete kolen zitten) (Gronings)
- polle as oelleschuppe (handen als kolen schoppen) (=handen (grote handen )) (Brussels)
Bronnen
De spreekwoorden en gezegden zijn afkomstig van Wikiquote, Wikipedia en onze gebruikers.
Op woorden.org is de uitleg ingekort en is herkomst van spreekwoorden en gezegden weggelaten.
Zie ook:
- vaartips.nl Ruim 300 woorden, zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- debinnenvaart.nl Nog eens honderden zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- Het boek `De Latynsche spreekwyzen` uit 1755 met oud-Nederlandse vertalingen