Spreekwoorden met `katte`

Zoek

7 spreekwoorden en uitdrukkingen bevatten `katte`

  1. als katten muizen, mauwen ze niet (=wanneer je aan het eten bent, praat je niet zoveel)
  2. een kattenrug maken (=diep buigend groeten)
  3. het eerste gewin is kattengespin (=wie het eerste spelletje wint, verliest soms alle volgende spelletjes)
  4. het muist al wat van katten komt (=ieder volgt zijn karakter)
  5. in het donker zijn alle katten grijs/grauw (=als de situatie niet duidelijk is, zijn de zaken niet goed te beoordelen)
  6. kattenkwaad uithalen (=kwajongensstreken)
  7. wat van apen komt wil luizen (wat van katten komt wil muizen) (=zijn afkomst kan men niet verloochenen)

49 dialectgezegden bevatten `katte`

  1. 't an de katte geevn (=Er de brui aan geven) (Veurns)
  2. 't es katte oen gèubelle (=het regent hard) (Hals)
  3. 't is om t even of je deur de katte of den hoengd wor gebete (=het is om het even of je door de kat of door de hond wordt gebeten) (Flakkees)
  4. ' k Zoen de katte buut' nsmiet' n mi zuk è muus! (=Wat een aantrekkelijke vrouw!) (Veurns)
  5. ' n oale katte wul ok nog wel ' ns e-eaid wörn (=oude mensen willen ook aandacht) (Vechtdals)
  6. ' t es ne veugel veur de katte (=hij is zwaar ziek) (Gents)
  7. A de katte van us es dansn de muzn (=Als de kat van huis is dansen de muizen) (West-Vlaams)
  8. A' j noe deur de hond of de katte e' beet' n wod, t' is allebeide niks. (=Politiek is gemeen) (Epers)
  9. as de katte in fibberwari inne zón ligge, ligge ze in mei ônger de stoeëf (=weerspreuk) (Weerts)
  10. d'rop vlieëgn lik Stoffel op ze katte (=flink aanpakken) (Veurns)
  11. Daor zit wat in wat de katte niet lust (=Heel erg heet) (Giethoorns)
  12. Daor zit wat in wat de katte niet lust (=Erg heet) (Giethoorns)
  13. Daor zit wat in wat de katte niet lust (=Gerecht of drank wat heel heet is) (Giethoorns)
  14. de katte bie de melk zetn (=Het gevaar uitlokken) (Veurns)
  15. De katte geet mie nich meer met de mage loop'n (=Ik ben helemaal volgegeten) (Twents)
  16. de katte int patèèl viendn (=te laat komen eten) (Kortemarks)
  17. De katte is over tafle gesprongen (=Er is geen eten op tafel) (Lochristis)
  18. de katte krauwt (=de kat krabt) (Waregems)
  19. de katte uit d'orloge kijke (=de kat uit de boom kijken) (Gents)
  20. de katte zat in d'orlooze (=er was ruzie) (Gents)
  21. de katte zit in d' arloze (=er heerst onenigheid) (Brugs)
  22. de katte zit in d'aarlooze (=zij hebben ruzie) (Wetters)
  23. De katte zit in d'arlwuize (=De echtgenoten hebben ruzie) (Harelbeeks)
  24. de katte zit in d'orlooge (=hij krijgt geen praat meer) (Gents)
  25. de katte zit up d'horloge (=Er is ruzie (in het huishouden - kleine familiale twist)) (Izegems)
  26. den knep de katte in 't donker (=die is schijnheilig) (Vechtdals)
  27. Der zit gjin katte (=drukte) (Kortrijks)
  28. die lucht die koikt asof ie katte spaaie wil (=een heel donkere lucht) (Westfries)
  29. e katte zoedt ieër neur joengn nie werevieng'n! (=Alles ligt hier overhoop) (Veurns)
  30. ee de katte ol eur veulligheid gemak (=heeft de poes al haar behoefte gedaan) (Harelbeeks)
  31. èn het doenkel zin alle katte zwat! (=als ze de kans krijgen zijn alle vrouwen vals!) (Munsterbilzen - Minsters)
  32. Get ge een katte van 500 euro' s zekers (=Zo zot als een achterdeur) (Aalters)
  33. Get gei en katte van 500 euroos zekers (=Zot alls een achterdeur) (Aalters)
  34. Je zoedt ' t an de katte geev' n (=Je zou er de brui aan geven) (Veurns)
  35. katte en wièver mótte thoès bliève (=Men kan zijn vrouw beter thuis laten) (Venloos)
  36. laut de katte mau zjeeken (=Laat maar, komt wel goed) (Maldegems)
  37. Millë bô zë dë kattë villë, de hûn spôare en dë pjaddë dë nack oaf vôarë. (=Millen waar ze de katten villen, de honden sparen en de paarden de nek afrijden.) (Millers)
  38. Preus lik e katte mei e derme (=Zo fier als wat) (Veurns)
  39. preus zien lik een katte mei een derme (=heel trots zijn) (Veurns)
  40. ter zit een oar in de boter / de katte zit in d'orloge / tes lagirre (la guerre) (=ruzie hebben) (Gents)
  41. tes spel in de menoizje, 't zit 'n oar in de bootre / beutre (in Nieuwenhove), de katte zit in d'arloeizje (=er heerst ruzie binnen het huishouden) (Waregems)
  42. Tgou katte spougen (=Het gaat pijpenstelen regenen) (Bevers)
  43. tis ne veugle voe de katte (=hij is aan het sterven) (Lichtervelds)
  44. tis ne veugle voe de katte (=hij is aan het sterven) (Kortemarks)
  45. tsjiep-tsjiep-tjoole, de katte ga na schoole (=huilend-kinder-plaagrijmpje) (Maldegems)
  46. veugelkes die te vreug zinge, kriege de katte gaer (=vroeg rijp; vroeg rot) (Heitsers)
  47. Wa’j ow spaort veur de mond, is vake veur de katte of de hond. (=Wees niet altijd zo zuinig) (achterhoeks)
  48. ze blies as un katte (=blazen) (Zeeuws)
  49. Ziene katte is biätter as aondermaons kou (=Het zijne is altijd beter dan dat van een ander) (Vriezenveens)


Bronnen

De spreekwoorden en gezegden zijn afkomstig van Wikiquote, Wikipedia en onze gebruikers. Op woorden.org is de uitleg ingekort en is herkomst van spreekwoorden en gezegden weggelaten.

Zie ook:
  • vaartips.nl Ruim 300 woorden, zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
  • debinnenvaart.nl Nog eens honderden zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
  • Het boek `De Latynsche spreekwyzen` uit 1755 met oud-Nederlandse vertalingen