Spreekwoorden met `iets van`

Zoek

5 spreekwoorden en uitdrukkingen bevatten `iets van`

  1. daar kan niets van inkomen (=dat zal niet lukken)
  2. er is niets van aan (=het is niet waar)
  3. iets van de achterwacht vernemen (=iets vernemen na veel omwegen)
  4. iets van de hand doen (=iets weggeven of verkopen)
  5. iets van haver tot gort vertellen (=iets tot in detail vertellen)

46 betekenissen bevatten `iets van`

  1. men noemt geen koe bont, of er is een vlekje aan (=als er allerlei vervelende dingen worden verteld is er vast wel iets van waar)
  2. waar geen aardappelen gepoot worden, zullen er ook geen groeien (=als je niet een goed begin voor iets legt, zal er ook niets van worden)
  3. geen slapende honden wakker maken (=beter niet over een bepaald onderwerp beginnen / aan mensen die ergens niets van weten en het er wellicht niet mee eens zijn, niets erover vertellen)
  4. dat gaat mijn pet te boven (=daar begrijp ik niets van)
  5. dat is algabra voor hem. (=daar snapt hij niets van.)
  6. dat zal mij een zorg wezen (=daar trek ik me niets van aan)
  7. ambt geeft verstand. (=een baan gekregen hebben zonder er iets van af te weten)
  8. er een muisje van hebben horen piepen (=er iets van gehoord hebben)
  9. er geen laars van weten (=er niets van afweten)
  10. boven de pet gaan (=er niets van begrijpen)
  11. er geen hout van snappen (=er niets van begrijpen)
  12. er koksgast van blijven (=er niets van krijgen , er geen vooruitgang mee maken)
  13. er part noch deel aan hebben (=er niets van weten of niet aan deelgenomen hebben)
  14. geen rook zonder vuur (=er wordt niet over gepraat of er is wel iets van waar)
  15. geen boodschap aan iets hebben (=er zich niets van aantrekken)
  16. de schouders ophalen (=er zich niets van aantrekken - er niets over willen weten)
  17. iets langs je (koude) kleren af laten glijden (=ergens niets van aan trekken)
  18. er geen drol van begrijpen (=ergens niets van begrijpen)
  19. de draak met iets steken (=ergens niets van geloven en er grapjes over maken)
  20. als sneeuw voor de zon verdwijnen (=ergens niets van over blijven)
  21. onder de schoenzolen schrijven (=ergens niets van terecht komen)
  22. de klok hebben horen luiden maar niet weten waar de klepel hangt (=ergens over gehoord hebben, zonder er echt iets van af te weten)
  23. zwijgen in alle talen (=helemaal niets zeggen, niets van zich laten horen)
  24. schoenmaker blijf bij je leest (=hou je niet bezig met dingen waar je niets van weet)
  25. van zijn mast een schoenpin maken (=iets goeds bederven om iets van weinig waarde te bekomen)
  26. iets in de wieg smoren (=iets van bij het begin vernietigen)
  27. andermans veren (=iets van een ander (andermans eer))
  28. iets met de paplepel ingegoten krijgen (=iets van kinds af aan leren.)
  29. iets in zijn schild voeren (=iets van plan zijn, een geheim hebben, stilzwijgend een plan uitvoeren)
  30. elke medaille heeft een keerzijde (=iets van twee kanten bekijken, aan iedere zaak zitten twee kanten, vaak een positieve en minder positieve kant)
  31. ik snap er geen biet van (=ik snap er niets van)
  32. glashard liegen (=liegen zonder er iets van in zijn houding te laten merken)
  33. je licht niet onder de korenmaat zetten (=meespreken, je mening geven en laten merken dat je er iets van weet)
  34. het licht in de ogen niet gunnen (=niets gunnen, er niets van kunnen verdragen)
  35. taal noch teken van iemand vernemen (=niets van iemand horen/zien)
  36. zonder blikken of blozen (=onbeschaamd, zonder zich iets van anderen aan te trekken)
  37. de berg heeft een muis gebaard (=ondanks de grote beloften is er vrijwel niets van terecht gekomen)
  38. als een blinde over de kleuren oordelen (=spreken alsof men een kenner is, over iets waar men niets van weet)
  39. naar de bar(re)biesjes gaan (=totaal verloren gaan zonder dat er iets van overblijft (bijv. een schip dat vergaat))
  40. laten waaien (=verwaarlozen, zich er niets van aantrekken)
  41. met andermans veren pronken (=weglopen met de ideeën van een ander, met iets van een ander zelf gaan pronken)
  42. horen zien en zwijgen (=wel waarnemen, maar er verder niets van zeggen)
  43. maling aan iets of iemand hebben (=zich nergens iets van aantrekken)
  44. iets over z`n kant laten gaan (=zich nergens iets van aantrekken)
  45. er heet noch koud van worden (=zich nergens iets van aantrekken)
  46. god noch gebod vrezen (=zich nergens iets van aantrekken - een misdadig leven leiden)

44 dialectgezegden bevatten `iets van`

  1. `je mot zeker weer iets van me hè / wat mojje nu weer van me? ) *ironisch bedoeld als iemand een beetje slijmt (vaak kinderen die dat doen richting een moeder) (=`je wilt zeker weer iets van mij ` (ironisch als iemand slijmt)) (Utrechts)
  2. 't Is van keske schiet (vroeger schoot men met een luchtkarabijn kaarsjes uit op de kermis en kon men een prijsje winnen) (=iets van weinig waarde) (Beerses)
  3. ' k haar d' r al lucht van kreeg' n (=ik had er al iets van gehoord) (Westerkwartiers)
  4. ' t es iet ooëtj de sjikkenbak (=het is iets van weinig waarde) (Ninoofs)
  5. da's iet van langen oasem (=dat is iets van lange adem) (winksels)
  6. Da' s iet van keskeschiet (=Dat is iets van niets) (Turnhouts)
  7. dae hètter een hendsje van voert (=typisch iets van hem) (Munsterbilzen - Minsters)
  8. Das moa van ginderhenne (=iets van slechte kwaliteit) (Herentals)
  9. dat es iet van keskeschiet (=dat is iets van weinig waarde) (winksels)
  10. dat heb 'k van heur'n zegg'n (=daar staat me iets van bij) (Westerkwartiers)
  11. Dau kraak naa een geroktaat van sè (=Dat is om iets van te krijgen) (Onze-Lieve-Vrouw-Waver)
  12. dè is iet van kèskeschiet (=dat is iets van slechte kwaliteit) (Achels)
  13. Deb ze moat (=Daar zou je nu toch wel iets van krijgen, zeker?) (Deinzes)
  14. doar kraait gien hoan noar (=daar komt niemand iets van te weten) (Westerkwartiers)
  15. ên is ên in krijën is de kjunste (=iets van iemand aftroggelen) (Kaprijks)
  16. get autte sjikkebak (=iets van weinig waarde) (Munsterbilzen - Minsters)
  17. get èn zën krolle hëbbe (=iets van plan zijn) (Munsterbilzen - Minsters)
  18. He-j is net zoeveul kerks a unnen hoond klippels (=Hij moet net zo min iets van de kerk hebben als een hond van een stok) (Zurriks)
  19. Heb ik iets van je aan, ofzo? (=Waarom kijk je zo naar me?) (Rotterdams)
  20. hek iets van oe aon? (=Wilt u me niet zo aan kijken?) (Bosch)
  21. hij is te stom om veur de duvel te daanz'n (=hij weet nergens ook maar iets van) (Westerkwartiers)
  22. höbste get huëre loeie? (=heb je er al iets van gehoord?) (Steins)
  23. iet van doa henne (=iets van bedenkelijke kwaliteit) (herenthouts)
  24. iet van keskeschiet (=iets van minderwaardige kwaliteit) (Winksels)
  25. Iet van Kèskeschiet (=Kitsch / iets van weinig waarde) (Onze-Lieve-Vrouw-Waver)
  26. iets in zèn steir ein ('t in zèn steir ein) (=iets van zin zijn (niet willen toegeven) (Sint-Niklaas)
  27. iets uit de sjiekenbak (=iets van weinig waarde) (Wichels)
  28. iets van buiten kennen (=iets uit het hoofd kennen) (Sint-Niklaas)
  29. iets van de naold tot d n draot vertelle (=iets helemaal uitleggen) (Oudenbosch)
  30. ij veegt overal z n koont aon af (=hij trekt zich nergens iets van aan) (Oudenbosch)
  31. ijaartaor boontjes in de weik gelege (=hij had gedacht daar iets van te zullen krijgen) (Oudenbosch)
  32. kiek mèr vieër dich (=heb ik iets van je aan?) (Munsterbilzen - Minsters)
  33. kiek noë zen eege (=heb ik misschien iets van je aan) (Munsterbilzen - Minsters)
  34. Krieg oet (=Neem iets van het lekkers dat op tafel staat) (Hunsels)
  35. Mariatje lankweirk (=iets van lange duur) (Kortrijks)
  36. Mot je me portemonnee ook hebbe (=Als iemand iets van je wil hebben) (Rotterdams)
  37. olles laotn begaon lik dat is (=zich nergens iets van aantrekken) (Kortemarks)
  38. stront mee regewoater, kluuten van druugen oarink, ' n scheete in en flasse (=iets van niemendalle) (Gents)
  39. tgaot dao gièènen aone noa kraojn (=er zal niemand iets van zeggen) (Kortemarks)
  40. uit de sjikkenbak (=iets van weinig waarde) (Meers)
  41. un vliegende kraai vangt altij wa (=toevallig iets van je gading tegenkomen) (Oudenbosch)
  42. wat ë gedoeg vër ne niks (=zo'n opstand voor iets van niks) (Munsterbilzen - Minsters)
  43. ze dut wat op eig'n holtje (=iets doen zonder dat anderen daar iets van weten) (Westerkwartiers)
  44. zoalig zij dei nèrges iet van kènne, want dei moete nèrges iet te doen. (=zalig zij die nergens iets van kennen, want ze hoeven nergens iets te doen.) (Genker)


Bronnen

De spreekwoorden en gezegden zijn afkomstig van Wikiquote, Wikipedia en onze gebruikers. Op woorden.org is de uitleg ingekort en is herkomst van spreekwoorden en gezegden weggelaten.

Zie ook:
  • vaartips.nl Ruim 300 woorden, zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
  • debinnenvaart.nl Nog eens honderden zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
  • Het boek `De Latynsche spreekwyzen` uit 1755 met oud-Nederlandse vertalingen