Spreekwoorden met `hort`

Zoek

2 spreekwoorden en uitdrukkingen bevatten `hort`

  1. de hort op zijn (=op pad zijn)
  2. met horten en stoten (=langzaamaan, met veel onderbrekingen)

17 dialectgezegden bevatten `hort`

  1. (ons mam) 'smam is noit thûs, ze is alt de hort op. (=mijn moeder is nooit thuis, ze is altijd weg) (Reeks)
  2. 'k bin effe d'n hort op (=Ik ben even weg) (Hoeksche Waards)
  3. de hort op (=op stap gaan) (Renkums)
  4. de hort op (=van huis zijn) (Brakels (gld))
  5. De hort op gaan (geen specifiek Rotterdams dialect, gezegde is ontstaan in Rotterdam) (=Uitgaan) (Rotterdams)
  6. De hort op weze. (=Er van door zijn.) (Zaans)
  7. de hort opgoan (=uitgaan) (achels)
  8. den hòrt op (=op stap gaan, aan de zwier gaan) (Tilburgs)
  9. Die is òllòn op driêvende kiêl (=Die is altijd de hort op, altijd onderweg) (Texels)
  10. dun hort op goan (=weg gaan) (Brakels (gld))
  11. een hort (=een tijd) (Nunspeets)
  12. flienk deur de hort roeren (=er een potje vanmaken) (Zeeuws)
  13. Hee dréégt 't hort wot hóóg (=Hij is erg trots) (Texels)
  14. hij ies du'n hort op (=hij is weggegaan) (Kaatsheuvels)
  15. hij is d'n hort op (=hij is weg / vertrokken / foetsie) (Astens)
  16. Op schuup (=De hort op) (Boksmeers)
  17. opte hort gon (=er vandoor gaan) (Munsterbilzen - Minsters)


Bronnen

De spreekwoorden en gezegden zijn afkomstig van Wikiquote, Wikipedia en onze gebruikers. Op woorden.org is de uitleg ingekort en is herkomst van spreekwoorden en gezegden weggelaten.

Zie ook:
  • vaartips.nl Ruim 300 woorden, zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
  • debinnenvaart.nl Nog eens honderden zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
  • Het boek `De Latynsche spreekwyzen` uit 1755 met oud-Nederlandse vertalingen