10 spreekwoorden en uitdrukkingen bevatten `heen`
- als de kat om de hete brij heen draaien (=iets wel willen, maar het niet durven)
- als twee honden vechten om een been loopt de derde ermee heen (=als twee mensen ruzie maken, profiteert een derde ervan.)
- door de zure appel (heen)bijten (=het onaangename doen of over zich heen laten gaan)
- een blauwe scheen lopen (=afgewezen worden)
- er een plasje overheen doen (=ergens een kleine wijziging in aan (laten) brengen, dat wel duidelijk laat zien dat de afzender iemand van belang is)
- er je eigen plasje overheen doen (=iets een beetje veranderen zodat helemaal naar je zin is. In werksituaties kan dit soms uit de hand lopen, als er veel belanghebbers zijn die allemaal hun eigen plasje over een document willen doen. Het kan dan resulteren in een onleesbare tekst.)
- het heen en weer krijgen (=diarree krijgen - vooral gezegd van iets dat helemaal niet bevalt)
- loop heen (=ga weg!)
- moet je heen hooien? (=heb je geen tijd?)
- wanneer twee honden vechten om een been, loopt de derde ermee heen (=als twee strijdende personen of partijen zich richten op elkaar, kan een ander daarvan profiteren door zich datgene toe te eigenen waar om gestreden wordt)
16 betekenissen bevatten `heen`
- de lijdensbeker tot de bodem ledigen (=al het slechte, tot het laatste toe, over zich heen krijgen)
- de volle laag krijgen (=alles over zich heen krijgen)
- komt tijd komt raad (=als er genoeg tijd overheen gaat, komt de oplossing vanzelf)
- de deksel van de pot aflichten. (=bekendmaken wat voorheen verborgen was)
- dat gaat je niet in de kouwe/koude kleren zitten (=dat is heel ingrijpend. Daar ben je niet snel overheen (bijvoorbeeld een traumatische ervaring))
- van hot naar haar (=heen en weer)
- door de zure appel (heen)bijten (=het onaangename doen of over zich heen laten gaan)
- iemand van het kastje naar de muur sturen (=iemand voor niets heen en weer laten lopen)
- op poten staan (=in een brief nergens omheen praten)
- het roer in handen hebben (=leiding geven en door moeilijke tijden heen komen)
- je zus (=mij niet gezien! Loop heen!)
- schots en scheef (=ongeordend door elkaar heen)
- lopen als een kip die haar ei niet kwijt kan (=onrustig heen en weer lopen)
- lopen als een muis in een meelton (=onrustig heen en weer lopen)
- op de koffie komen (=zonder afspraak ergens heen gaan)
- geen spier vertrekken (=zonder enige emotie over zich heen laten gaan)
50 dialectgezegden bevatten `heen`
- 't zà tog heen wâ zien zekr (=het zal toch niet waar zijn) (Terneuzens)
- achgoatoghen (=ach, ga toch heen) (Vechtdals)
- alles deur 'n anner hen (=alles door elkaar heen) (Westerkwartiers)
- as twie hun vechte um e bien, dan lup de 3de dermee hien (=als 2 honden vechten om een been, loopt de 3de er mee heen) (Rekems)
- bau trèkste opaon (=waar ga je heen) (Munsterbilzen - Minsters)
- bau vilt de rees (=waar ga je heen) (Munsterbilzen - Minsters)
- bienoâ deur et joar henne (=bijna door het jaar heen) (Veessers)
- boe got chië henne, woa geis doe hin / haer? (=waar ga je heen) (Limburgs)
- bug eiste huene (=waar ga je heen) (limburgs)
- dae geit door kappes en tabak (=hij gaat door roeien en ruiten; hij gaat dwars door alles heen) (Heitsers)
- dae riëd mekans mëne soetjae aut (=die reed me bijna omver, rakelings langs me heen) (Munsterbilzen - Minsters)
- Daor regent 't weer heên (=Het regent alweer) (Terschuurs)
- Das ie een begankenis (=heen en weer geloop) (Liedekerks)
- dat gijt deur maarg en been (=dat gaat door alles heen) (Westerkwartiers)
- dát is ein trámpelgauws (=iemand die besluiteloos heen en weer loopt) (Steins)
- de grapp' n en grol' n vloain over toafel hin en weer (=de grappen en grollen vliegen over tafel heen en weer) (Gronings)
- de sleip effies deur je heen gaan leite (=een uiltje knappen) (Westfries)
- deran zitn vribblen (=veelvuldig heen en weer wrijven tussen de vingers) (Waregems)
- Desteren (=Ijsberen, nerveus heen en weer lopen, doelloos rondslenteren) (Zelzaats)
- deur de kurdons ene (=over de moeilijkheden heen) (Oudenbosch)
- drum dreije (=er om heen draaien) (Mestreechs)
- dur is hêen zehhen aon! (=hij luistert niet, wat je ook doet!) (Hulsters (NL))
- dwas deu de deu deu (=dwars door de deur heen) (Wagenings)
- èlleken dag hèrs èn geens nòr Gôol (=iedere dag heen en weer naar Goirle) (Tilburgs)
- ërgës noeë tau taffële (=met moeite ergens heen gaan) (Munsterbilzen - Minsters)
- gieën zidnd gat en (=heen en weer drentelen) (Kaprijks)
- Gô naa gaa (=Gaat heen) (Tilburgs)
- goan en kiirn; óverèn'twére (=heen en weer) (Oudenaards)
- God zal je dwars door de hel heen lazeren., datje darmen verdruipeny kan je een kaarsje draaien om je bij te lichten op je weg naar de hel en de eeuwige verdoemenis. ( dit wordt supersnel achtereen gezegd) (=Vervloeking naar iemand die je liever dood ziet gaan.) (Utrechts)
- guns en trug (=heen en weer) (Nieuw lekkerlands)
- Hahahahah, DONDERSTRAALT OP , donderstraalt een end op, (DONDERSTRAOLT OP(gvd) , Donderstroalt een end heên . (=(hahhaha), meen je dat nou echt (uitdrukking van verbazing.) (Utrechts)
- hè liep toepertoe hèrs èn geens (=hij liep alsmaar heen en weer) (Tilburgs)
- Hee lóópt os een mál skéép (=Iemand die doelloos heen en weer loopt) (Texels)
- Hen en weer hen (=heen en terug) (Hoogeveens)
- hen en weer kötten (=ongedurig heen en weer lopen) (Maas en waals)
- Hen goan (=heen gaan) (Achterhoeks)
- hèrrus en geus (=heen en weer) (Mays)
- hie kletst mar een end heen (=hij zegt zomaar wat) (Putters)
- hij was ien alle stoat' n (=hij was door het dolle heen) (Westerkwartiers)
- hij was over zien theewoater (=hij was door het dolle heen) (Westerkwartiers)
- hinne weerumme (=heen en weer) (Nunspeets)
- ich loët mich nie op mëne kop sjijte (=ik laat niet over me heen lopen) (Munsterbilzen - Minsters)
- iew, door de iewwe heer (=eeuw, door de eeuwen heen) (Mestreechs)
- ij zit op zwart zaod (=hij is door zijn geld heen) (Oudenbosch)
- ijeet dun eule dag thuis over en weer lope lope (=hij heeft thuis de hele dag heen en weer gelopen) (Oudenbosch)
- ik ben mee den ond nar 't smes (=Ik zeg liever niet waar ik heen ga) (Wichels)
- ik zie au al kommen (=ik merk waar je heen wilt (ook: ik geloof niet dat je dat op die manier gaat doen)) (Wichels)
- je gaot er nao toe met e lank gat (=hij gaat er met tegenzin heen) (Kortemarks)
- jis ter noatoeë met e lank gat (=hij gaat er heen met tegenzin) (Lichtervelds)
- jöver en wier (=heen en terug) (Zichers)
Bronnen
De spreekwoorden en gezegden zijn afkomstig van Wikiquote, Wikipedia en onze gebruikers.
Op woorden.org is de uitleg ingekort en is herkomst van spreekwoorden en gezegden weggelaten.
Zie ook:
- vaartips.nl Ruim 300 woorden, zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- debinnenvaart.nl Nog eens honderden zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- Het boek `De Latynsche spreekwyzen` uit 1755 met oud-Nederlandse vertalingen