Spreekwoorden met `gezond`

Zoek

3 spreekwoorden en uitdrukkingen bevatten `gezond`

  1. bitter in de mond maakt het hart gezond (=ook wat minder aangenaam is, kan gezond of goed zijn)
  2. het is gezond om in het vuur te pissen (=het is goed om hevigheid te kalmeren)
  3. zo gezond als een vis (=heel gezond)

23 betekenissen bevatten `gezond`

  1. niet in een goed vel steken (=altijd ziek zijn, nooit gezond)
  2. als Hollands welvaren (=blakend van gezondheid)
  3. als de wijn is in de man, is de wijsheid in de kan (=drank verdringt gezond verstand)
  4. een krakende wagen (=een onzekere zaak - iemand met een zwakke gezondheid)
  5. er uitzien als melk en bloed (=er gezond uitzien)
  6. aardappelbloed hebben (=er ongezond uitzien)
  7. je kan beter naar de bakker dan naar de apotheker gaan. (=eten is gezond, de apotheker bezoek je als je ziek bent.)
  8. leven als een oester (=geheel van de wereld afgezonderd leven)
  9. dood gaan we allemaal. (=gezegd als je iets ongezonds doet)
  10. Hollands welvaren (=gezegd van een zeer gezond uitziend persoon)
  11. wat goed eet, schijt goed. (=gezond eten laat het lichaam goed functioneren.)
  12. haring in het land, dokter aan de kant (=haring eten is zeer gezond; haring is zelfs één van de beste vissen voor je gezondheid)
  13. zo gezond als een vis (=heel gezond)
  14. bergafwaarts gaan (=het gaat steeds slechter, bijvoorbeeld met iemands gezondheid)
  15. het is beter de bakkers te paard, als de dokters. (=je kunt beter voldoende en gezond eten, dan straks naar de dokter te moeten)
  16. lachen is het beste medicijn (=lachen is goed voor je gezondheid.)
  17. aan de kwakkel zijn (=last hebben van de gezondheid)
  18. iets onder de leden hebben (=niet helemaal gezond zijn)
  19. in een slechte huid (=ongezond - iets ongunstigs verwachtend)
  20. in een slecht vel steken (=ongezond zijn - iets ongunstigs te verwachten hebben)
  21. bitter in de mond maakt het hart gezond (=ook wat minder aangenaam is, kan gezond of goed zijn)
  22. wie gaat slapen zonder te hebben gegeten, staat op zonder te hebben geslapen. (=voor de gezondheid zijn eten en slapen van belang.)
  23. hoe geleerder, hoe verkeerder (=wie te geleerd is mist soms eenvoudig gezond verstand)

40 dialectgezegden bevatten `gezond`

  1. ' N Gezoond twiedoezenddertien (=Een gezond tweeduizenddertien) (Mestreechs)
  2. A-j de pepert en de roepert maar eupen ollen (=gezond blijven) (Giethoorns)
  3. A-j de poeperd en de roeperd maar eupen olln (=gezond blijven) (Giethoorns)
  4. a-k=j 't platte van de voeten maar onder joe olln (=blijf nuchter, geen verbeelding, blijf gezond) (Giethoorns)
  5. alleraande toekieken (=er niet gezond uitzien) (Giethoorns)
  6. alwier opgelost, zaag de boer, en hae stoek zen vroo bij zen draaj kènder én bed (=het is allemaal een kwestie van gezond verstand) (Munsterbilzen - Minsters)
  7. As de poeperd en de roepert maar eupen blef (=gezond blijven) (Giethoorns)
  8. as je gezond benn'n, ben je riek (=gezondheid is een groot goed) (Westerkwartiers)
  9. baeter ne gezonnen iëzel as e zik piëd (=als we maar gezond zijn) (Munsterbilzen - Minsters)
  10. baeter ne gezonnen iëzel dan e zik piëd (=als we maar gezond zijn) (Bilzers)
  11. bitter vuur d'r monk is vuur 't hats gezonk (=wat bitter smaakt is gezond) (Heerlens)
  12. det is zoeë gelp wie klieë (=dat straalt van gezondheid; ziet er gezond uit (gelp = welig groeiend)) (Heitsers)
  13. ë glaeske bij ët aete...en de maus den dëktaur vërgaete (=een glaasje bij het eten is gezond) (Munsterbilzen - Minsters)
  14. elk wil groag old word' n, moar old weez' n gieneen (=iedereen wil graag gezond oud worden) (Westerkwartiers)
  15. ès aat môr noch kloek (=hij is oud maar nog heel gezond) (Sint-Niklaas)
  16. fytse is sûn (=fietsen is gezond) (Fries)
  17. ge zy beetre mè ne gezoendn eezle dan mèt e ziek pêird (=als hij maar gezond is) (Lichtervelds)
  18. ha zoan rufte (=gezond spelend kind) (Evergems)
  19. haod dich gezóndj, den betaal ich de dokter (=gelukwens; iemand iets aanbieden waar hij niets aan heeft; een gezond persoon heeft geen dokterskosten) (Heitsers)
  20. hij is doawet, mer hij wit het nog niej (=hij ziet er niet erg gezond uit) (Lommels)
  21. hij is zo gezond as 'n vis (=hij is kerngezond) (Westerkwartiers)
  22. ich kos zoeme en stinke, mér nie staeke mét men angel (=men zegt dat wie honing eet ook sterk en gezond wordt) (Bilzers)
  23. ik ben gieën sjiek toebak wèerd (=ik voel me helemaal niet fit / gezond) (Wichels)
  24. je blienkt in ze vel (=hij ziet er gezond uit) (Kortemarks)
  25. jee gezoenteid te koîpe, jis zo gezond lik ne vis int waotre (=hij is kerngezond) (Kortemarks)
  26. jeet e gezoende peele (=hij is heel gezond) (Kortemarks)
  27. kben van iezre en staol (=ik ben heel gezond) (kortemarks)
  28. lot gè me gezond (=dat zal wel, dat geloof ik niet) (Sint-Niklaas)
  29. Moager en gezond en kakken as 't komt. (=Alles in orde met mijn gezondheid en ik laat de dingen zijn beloop.) (Dilbeeks)
  30. moager en twja gullèk de bokken va Snja (=mager en gezond zijn) (Sint-Niklaas)
  31. raenger, raengerdrüpke, val mèr op me küpke, val mèr opte grond, raener ès gezond (kinderliedje) (=alle zegen komt van boven) (Munsterbilzen - Minsters)
  32. ram oppen' hoont (=bekaf zijn, niet gezond meer, helemaal versleten) (Weerts)
  33. re nen dood kietelen.* (=lachen is gezond) (Twents)
  34. sport onspant en hilt joenk (=een gezonde geest in een gezond lichaam) (Munsterbilzen - Minsters)
  35. vëndaog vielstë dich graut, mèr mërgë bèste daud (=nu ben je schijnbaar nog gezond en straks al dood) (Munsterbilzen - Minsters)
  36. Wèr bij bloe.d zien (=financieel of fysiek gezond) (Genneps)
  37. zaar un kleur asun bellefleur (=ze zag er heel gezond uit) (Oudenbosch)
  38. zik zin es slaeg ver de gezondhid (=ziek zijn is niet gezond) (Bilzers)
  39. zoer èn de mond, mok ët hat gezond (=gezondheid zit niet in zoete dingen) (Munsterbilzen - Minsters)
  40. zwa gezond es 'ne veusj (=heel gezond) (Boorsems)


Bronnen

De spreekwoorden en gezegden zijn afkomstig van Wikiquote, Wikipedia en onze gebruikers. Op woorden.org is de uitleg ingekort en is herkomst van spreekwoorden en gezegden weggelaten.

Zie ook:
  • vaartips.nl Ruim 300 woorden, zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
  • debinnenvaart.nl Nog eens honderden zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
  • Het boek `De Latynsche spreekwyzen` uit 1755 met oud-Nederlandse vertalingen