Spreekwoorden met `gelukkig`

Zoek

3 spreekwoorden en uitdrukkingen bevatten `gelukkig`

  1. geld maakt niet gelukkig (=er is meer in het leven dan rijkdom)
  2. onder een gelukkig gesternte geboren zijn (=altijd voorspoed hebben en gelukkig zijn)
  3. ongelukkig in het spel gelukkig in de liefde (=wie tegenslag heeft in het spel heeft misschien wel geluk in de liefde)

14 betekenissen bevatten `gelukkig`

  1. als de maan vol is schijnt ze overal (=als iemand gelukkig is, kan iedereen dat zien)
  2. wie veel begeert veel ontbeert (=altijd meer willen maakt ongelukkig)
  3. onder een gelukkig gesternte geboren zijn (=altijd voorspoed hebben en gelukkig zijn)
  4. de koning te rijk zijn. (=bijzonder gelukkig zijn)
  5. belofte is een hemd der dwazen (=een nietszeggende belofte kan toch tijdelijk gelukkig maken)
  6. in de wolken zijn (=erg blij en gelukkig zijn)
  7. huizenhoog springen (=erg gelukkig zijn)
  8. op rozen zitten (=erg gelukkig zijn en goed hebben)
  9. geluk is de kunst een boeket te maken van de bloemen waar je bij kunt (=gelukkig leven met de gegeven mogelijkheden/beperkingen)
  10. geen geluk zonder druk. (=gelukkig wordt je niet zonder er moeite voor te doen)
  11. kijken alsof hij zijn laatste oortje versnoept heeft (=heel ongelukkig kijken)
  12. de wereld in een doosje hebben (=tevreden en gelukkig zijn met wat iemand heeft)
  13. een kruimeltje is ook brood (=wees gelukkig met wat je hebt)
  14. met zijn hoofd in de wolken (=zo gelukkig, blij zijn dat je niet goed oplet)

35 dialectgezegden bevatten `gelukkig`

  1. 't nij-joar oafwenn'n (=gelukkig nieuwjaar wensen) (Westerkwartiers)
  2. Aad jaar Nief jaar twiê koeken is eu paar kwèns aa ne gelukkige nievejaar (=Oud jaar, nieuwe jaar twee koeken is een paar 'k wens je een gelukkig nieuwjaar) (Sint-Katelijne-Waver)
  3. Al ' et nôdege (voor têd en eeuweg' êd!) (=De beste wensen voor een gelukkig nieuwjaar!) (Schevenings)
  4. as ich tich en mën twei haan nie hoch, dan zoech ich gene stiek (=gelukkig kan ik terugvallen op mezelf) (Munsterbilzen - Minsters)
  5. beter duur as niet te koop (=gelukkig is het nog verkrijgbaar) (Westerkwartiers)
  6. d'r was met hem gien huus te holl'n (=met hem kon je niet gelukkig samenleven) (Westerkwartiers)
  7. de werd én e deiske hübbe (=gelukkig zijn met wat men heeft) (Bilzers)
  8. de wilde is e kwao bièèste (=de weelde maakt een mens niet gelukkig) (Kortemarks)
  9. die hed ut goed getroffe (=een gelukkig iemand) (Gastels)
  10. dink mèr daste nauts alleen ènnet bootsje zits (=ik zat in de file, maar gelukkig niet alleen) (Munsterbilzen - Minsters)
  11. Edere mins heet 'r recht op óm gelökkig te zeen! (=Ieder mens heeft er recht op om gelukkig te zijn!) (Kinroois)
  12. Emes verrasje gaon (=Iemand gelukkig Nieuwjaar wensen) (Gelaens (Geleens))
  13. geld moet rolle, zaachte bankier, mèr dan liefs meine kant op! (=geld maakt niet gelukkig, maar gelukkig maken ze veel geld) (Munsterbilzen - Minsters)
  14. gëlèkkëg nauwjoêr, ne kop vol hoêr, ne mond vol taaên en ën goej pint èn zën haaên (=gelukkig nieuwjaar, een hoofd vol haar, een mond vol tanden en een goede pint in je handen) (Munsterbilzen - Minsters)
  15. gelékkëglëk ès men gezondhed goed en men memoere slaech (=gelukkig heb ik nog een goede gezondheid en een slecht geheugen) (Munsterbilzen - Minsters)
  16. gelèkzaolëg nauwjoeër (=zalig en gelukkig nieuwjaar) (Munsterbilzen - Minsters)
  17. gelukkeg niejjoor, he' j de toete al kloor (=gelukkig nieuwjaar, heb je de snoepzak al klaar) (Achterhoeks)
  18. Gelukzíllig neujòòr, unne kop vol hòòr, unne mónd vol teng en un waffel i gen heng (=gelukkig nieuwjaar, een kop vol haar, een mond vol tanden en een wafel in je handen) (nijswillers)
  19. Iech bin gelökkig (=Ik ben gelukkig) (Mestreechs)
  20. ij is mee zei gat in de boter gevaulen (=een gelukkig iemand) (Lokers)
  21. in de zeevesten heemel (=gelukkig) (Giesbaargs)
  22. jis ter nie mee gediend (=hij is er niet gelukkig mee) (Kortemarks)
  23. loës: Zoeë kontent as 'n loës op ne kam (=Heel tevreden, gelukkig zijn) (Lebbeeks)
  24. noo (g) sjanse dat ie... (=gelukkig maar dat hij...) (Waregems)
  25. optimis tot èn de kis (=gelukkig zijn is waarderen wat we hebben en ongelukkig zijn is treuren om wat we missen) (Munsterbilzen - Minsters)
  26. prettige kerstdaag'n en gluk in'n tuk (=prettige kerstdagen en een gelukkig nieuwjaar) (Twents)
  27. un gelukkug joar en un goe gezontiet (=gelukkig nieuwjaar en een goede gezondheid!) (Waregems)
  28. veul zegen / veul haail en zegen in t nijjoar (=gelukkig nieuwjaar) (Gronings)
  29. vloeën: Opgezet zijn gelèk nen ont mé vloeën (=Niet erg gelukkig met iets zijn) (Lebbeeks)
  30. Volle geluk in 't tuk, gluk in'n tuk (=gelukkig nieuwjaar!) (Twents)
  31. Vuel eil in zegen in et neije joar, geluckig nei-joar (=gelukkig nieuwjaar) (Urkers)
  32. woeë de brouwer kumptj, hooftj de bekker neet te kaome (=drank maakt niet gelukkig) (Weerts)
  33. Zalig Nuujoar!! (=gelukkig Nieuwjaar!!) (Steins)
  34. ze zé mé older gat in de boter gevallen (=zij zijn gelukkig en hebben niets tekort) (Sint-Niklaas)
  35. Zelige Krismes (=gelukkig kerstfeest) (Neerbeeks)


Bronnen

De spreekwoorden en gezegden zijn afkomstig van Wikiquote, Wikipedia en onze gebruikers. Op woorden.org is de uitleg ingekort en is herkomst van spreekwoorden en gezegden weggelaten.

Zie ook:
  • vaartips.nl Ruim 300 woorden, zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
  • debinnenvaart.nl Nog eens honderden zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
  • Het boek `De Latynsche spreekwyzen` uit 1755 met oud-Nederlandse vertalingen