16 spreekwoorden en uitdrukkingen bevatten `fa`
- als een olifant in de porseleinkast (=buitengewoon onvoorzichtig of tactloos)
- branden als een fakkel (=zeer fel branden)
- dat zijn de Alfa en de Omega. (=dat is het begin en het einde.)
- de alfa en omega (=het begin en het einde)
- de jure et de facto (=volgens het recht en de feiten) (Latijn)
- een heel alfabet (=een heleboel)
- een olifantshuid hebben (=veel kunnen verdragen)
- familie van Adamswege. (=verre familie.)
- het is als met de koeien van de farao. (=er is geen goed aan te doen (De koeien van de Farao bleven mager))
- het krullen van de staart is het fatsoen van de hond. (=iedereen heeft wel een positieve eigenschap)
- het zwarte schaap van de familie (=iemand die een beetje buiten de familie staat qua gedrag)
- ipso facto (=door het feit zelf) (Latijn)
- per fas et nefas (=bij al wat heilig is) (Latijn)
- quod bonum felix faustumque sit (=moge dat goed en gezegend zijn) (Latijn)
- te goeder naam en faam bekend staan (=bekend staan voor goede dingen)
- van een mug een olifant maken (=van een klein probleem onnodig een groot probleem maken, erg overdrijven)
22 betekenissen bevatten `fa`
- ze waren fout (=collaborateurs en fascisten gedurende de Tweede Wereldoorlog)
- het bloed spreekt (=de familieband doet zich opmerken)
- iemand het voordeel van de twijfel gunnen (=een onzekere factor voor hem zo gunstig mogelijk laten meetellen)
- waarheid met de slag om de arm (=een waarheid die vele facetten kent)
- het hemd is nader dan de rok (=eigen familie gaat voor)
- het is als met de koeien van de Farao. (=er is geen goed aan te doen (De koeien van de farao bleven mager))
- op de fles gaan (=failliet gaan)
- in het water vallen (=falen (een opzet, een voornemen, een plan), mislukken, niet doorgaan)
- de bietenbrug opgaan (=falen, ten onder gaan, zwaar verliezen)
- uit de muur eten (=fastfood eten)
- kind noch kraai hebben (=geen nazaten of andere familieleden hebben, alleen rekening moeten houden met zichzelf)
- het zwarte schaap van de familie (=iemand die een beetje buiten de familie staat qua gedrag)
- aan iemands voeten liggen (=iemand vereren, een absolute fan van iemand zijn)
- iets een vernisje geven (=iets opkalefateren)
- een schot voor open doel. (=iets zo eenvoudig dat het bijna onmogelijk is om te falen)
- wat de vrouw graag mag, eet de man elke dag. (=mannen eten wat hun vrouw kookt, ook als het niet hun favoriete gerecht is)
- waar het warm is, is het goed vrijen. (=mensen uit een rijke familie kunnen makkelijker een partner krijgen)
- laag bij de grond (=oneerlijk, unfair)
- hoe later op de avond/dag hoe schoner volk (=schertsend gezegd bij het laat binnenkomen van vrienden of familie)
- uit de band springen (=uitbundig plezier maken, zonder rekening te houden met de regels van orde en fatsoen)
- familie van Adamswege. (=verre familie.)
- je eigen vlees of bloed (=zijn eigen familie (kinderen))
Eén dialectgezegde bevat `fa`
- da kom goe fa pas (=dat kan ik goed gebruiken) (Sint-Niklaas)
Bronnen
De spreekwoorden en gezegden zijn afkomstig van Wikiquote, Wikipedia en onze gebruikers.
Op woorden.org is de uitleg ingekort en is herkomst van spreekwoorden en gezegden weggelaten.
Zie ook:
- vaartips.nl Ruim 300 woorden, zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- debinnenvaart.nl Nog eens honderden zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- Het boek `De Latynsche spreekwyzen` uit 1755 met oud-Nederlandse vertalingen