Spreekwoorden met `des`

Zoek

14 spreekwoorden en uitdrukkingen bevatten `des`

  1. arbeider in de wijngaard des heren (=geestelijk beroep (priester,dominee) uitoefenend)
  2. de barricades opgaan (=actie voeren om iets voor elkaar te krijgen of juist tegen te houden)
  3. de oude zuurdesem (=het oude kwaad)
  4. de steen des aanstoots (=iets dat anderen hindert, in conflict brengt of verdeeldheid zaait)
  5. de tand des tijds (=de sleet door de ouderdom)
  6. een geplaveide weg is des duivels oorkussen (=als je niets doet en lui bent, doe je ook niks goeds / mensen die zich vervelen omdat ze niets te doen hebben, kunnen tot de slechts dingen komen daardoor)
  7. geliefdes kijven doet liefde bedrijven. (=na een ruzie tussen geliefden volgt liefde)
  8. iemand de genadeslag geven (=iemand die al in grote moeilijkheden zit nog een probleem erbij geven zodat diegene het niet meer aan kan)
  9. ledigheid is des duivels oorkussen (=niets te doen hebben leidt tot misdaden)
  10. morgen des levens (=de jeugd)
  11. spelen om des keizers baard (=spelen om de eer)
  12. tot de jaren des onderscheids komen (=oud genoeg zijn om zelf te weten/mogen wat wel en niet mag)
  13. twisten om des keizers baard (=om kleinigheden ruzie maken)
  14. zonder aanzien des persoons (=zonder iemand voor te trekken; zonder er rekening mee te houden om wie het gaat)

4 betekenissen bevatten `des`

  1. een zondagse steek houdt geen week (=de zondag is geen werkdag maar de dag des Heeren)
  2. iets in de vingers hebben (=ergens ervaring en deskundigheid over hebben opgebouwd, waardoor men met grote kwaliteit en zonder fouten te maken, zich hiermee bezig kan houden)
  3. jong geleerd is oud gedaan (=hoe eerder men iets leert, des te langer de vaardigheid zal blijven)
  4. het is beter een andermans hemd dan geen (=wat men niet heeft kan men desnoods nog altijd lenen)

50 dialectgezegden bevatten `des`

  1. 'k é der mijn'n des / deun in (=ik heb binnenpretjes - leedvermaak) (Waregems)
  2. agge denkt des goed (=als je denkt dat het goed is) (brabants)
  3. Da des 'n misse (=Dat is fout) (Hansbeeks)
  4. da des en pinne (=hij is overdreven spaarzaam) (Gents)
  5. da des na echt voe a beste panch van af te kappe (=dat is echt een tegenvaller) (Brussels)
  6. da des nen eruir da ni zjust een es (=ik ben verkeerd) (tervurens)
  7. da des stijf bij 't aar etrokn zulle! (=dat is ferm overdreven hoor, uit zijn context gerukt) (Waregems)
  8. des allemaol zeik op un riek (=Dat stelt helemaal niets voor. Het gaat nergens over) (Ewijk (Euiwwiks))
  9. des dun dieju (=dat is hij, dat is hem) (Brakels (gld))
  10. des ei fluitje vanne sent (=dat is eenvoudig) (Opglabbeeks)
  11. des er êne mee kalk in zunne nek (=Dat is een witte boorden type) (Kaatsheuvels)
  12. dès er ène van hierneffe (=dat is er eentje van de buurman) (Kaatsheuvels)
  13. des génne zuuvere (=iemand die niet te vertrouwen is) (Budels)
  14. des hendig (=Dat gaat gemakkelijk) (brabants)
  15. dès iedem dietoo van ut zèllefde (=dat is èèn pot nat) (Tilburgs)
  16. des is 'ne gooie aan 'n gaat woeë niks uut keumptj (=iemand die totaal niets uitvoert) (Weerts)
  17. dès korre op aowe meule (=dat komt je goed uit) (Heezers)
  18. Dès krek wak wou (=Dat is precies wat ik wilde) (Eersels)
  19. dès krèk wèk wo. (=dat is juist wat ik wilde.) (Tilburgs)
  20. dès mar enen bòlscheut wèèd (=dat is niet ver weg) (Tilburgs)
  21. des menne terapie nie.... (=Da's niet mijn pakkie aan...) (Eindhovens)
  22. des mer un goèj (=dat is niet ver) (Brakels (gld))
  23. des mich kaart egaal (=dat maakt me niks uit) (Heitsers)
  24. dès neffe de knèèn af (=dat is niet normaal (ook: asociaal) ) (Hooge mierds)
  25. des nen appetjoek (=dat is een rare) (Tilburgs)
  26. des net (=precies, zo is het) (Bathmens)
  27. des nie secuur (=dat klopt niet) (Geldrops)
  28. des nie zo snugger wor (=dat is niet zo slim) (Bosch)
  29. des niks geköt (=dat is nutteloos) (Arendonks)
  30. dès noch zun (=het is zonde) (Neerpelts)
  31. dès nog gin blèkkemientje wèrd (=dat is nog geen dubbeltje waard) (Tilburgs)
  32. dès nun aorige! (=dat is een vreemd type) (Mays)
  33. des nun kwaast (=verwaand iemand) (Kaatsheuvels)
  34. des oalling t'eine on (=Dat is helemaal aan het einde) (Brabants)
  35. des ok un handige Haj (=Hij heeft twee linkerhanden) (Boksmeers)
  36. dès ongelooge waor (=dat is echt waar) (Tilburgs)
  37. dès schew (=dat is een sterk verhaal) (Arendonks)
  38. dès stravven toebak (=dat is een sterk verhaal) (Lokers)
  39. dès sunt (=dat is jammer) (Brakels (gld))
  40. des te baeter daste de minse leirs kinne, deste liever zieste zenen hond.... (=zo trouw als een hond) (Munsterbilzen - Minsters)
  41. des toch nie waor war (=dat is toch hoop ik niet waar) (Kaatsheuvels)
  42. des toch normoal (=dat is logisch) (Neerpelts)
  43. dès tòch vanèèges! (=dat spreekt toch vanzelf!) (Tilburgs)
  44. des uk een kaffébuzze (=iemand die veel koffie drinkt) (Hams)
  45. des un blaauw plek, dè vuult voois oan (=dat is een blauwe plek, dat voelt gekneusd aan) (Kaatsheuvels)
  46. des un broek mee un laog zuur (=Dat is een broek met een laag kruis) (Gils)
  47. des un kei lekker wééf (=Dat is een mooie dame) (eindhovens)
  48. des ún lekker wééf (=Dat is een mooie dame) (brabants)
  49. Dès vuste wait weg! (=Dat is veel te ver!) (brabants)
  50. des wat sjuuns (=dat is wat schoons) (Opglabbeeks)


Bronnen

De spreekwoorden en gezegden zijn afkomstig van Wikiquote, Wikipedia en onze gebruikers. Op woorden.org is de uitleg ingekort en is herkomst van spreekwoorden en gezegden weggelaten.

Zie ook:
  • vaartips.nl Ruim 300 woorden, zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
  • debinnenvaart.nl Nog eens honderden zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
  • Het boek `De Latynsche spreekwyzen` uit 1755 met oud-Nederlandse vertalingen