4 spreekwoorden en uitdrukkingen bevatten `dat gaat`
- dat gaat erin als klokspijs (=dat gaat er gemakkelijk in)
- dat gaat je niet in de kouwe/koude kleren zitten (=dat is heel ingrijpend. Daar ben je niet snel overheen (bijvoorbeeld een traumatische ervaring))
- dat gaat mijn pet te boven (=daar begrijp ik niets van)
- dat gaat zo tussen neus en mond (=dat gebeurt in een verloren ogenblik)
4 betekenissen bevatten `dat gaat`
- dat gaat erin als klokspijs (=dat gaat er gemakkelijk in)
- dat is van de baan (=dat gaat niet door)
- dat staat op de agenda (=dat gaat nog gebeuren; dat gaat nog besproken worden)
- die molen maalt langzaam (=dat gaat traag)
50 dialectgezegden bevatten `dat gaat`
- 't Gad ouver z'n haot (=dat gaat te ver) (Mechels (BE))
- 't Zal an je gatje nie snêêuwen (=dat gaat daarom niet door) (Zeeuws)
- as eu fleuke van ne cent (=dat gaat vanzelf) (Sint-Katelijne-Waver)
- Conniewonneponnymadagonniewantdeponnywonnie. (=Connie wilde een ponny maar dat gaat niet want de ponny wilde niet.) (Berghems)
- Da akkedeerd goed (=dat gaat goed samen) (nieuwkuijks)
- da dinkste mér (=dat gaat zeker niet gebeuren) (Munsterbilzen - Minsters)
- da draait mee vierkaante wiele (=dat gaat bijna niet) (Oudenbosch)
- Da droët vierkant (=dat gaat moeilijk) (Onze-Lieve-Vrouw-Waver)
- da ga nie (=dat gaat niet) (Eindhovens)
- da gaat as dikke stront deur un nauwe trechter (=dat gaat langzaam) (Harlingers)
- Da gao vaneiges (=dat gaat vanzelf) (Bredaas)
- da gaodover mun out eene (=dat gaat mij veel te ver) (Oudenbosch)
- Da gaot 'n êên bakte deu (=dat gaat in één moeite door) (Zeeuws)
- da gaot as un flutje van ne cent (=dat gaat gemakkelijk) (Brabants)
- Da gau gelak e fleutje van ne cent (=dat gaat heel makkelijk) (Onze-Lieve-Vrouw-Waver)
- da geet bloed koste (=dat gaat een zware inspanning kosten) (Munsterbilzen - Minsters)
- da geet wol iëverwaeë (=dat gaat vanzelf voorbij) (Munsterbilzen - Minsters)
- Da gie nè (=dat gaat niet) (Herks)
- da gô furruit gelèk bone knoûpen (=dat schiet niet op; dat gaat slecht vooruit) (Sint-Niklaas)
- da go furruit gullèk bone knopen (=dat gaat traag vooruit) (Sint-Niklaas)
- da goa gelak e floike van ne cent (=dat gaat gemakkelijk) (winksels)
- da goa gelak een flötje van ne ceint (=dat gaat van zelf) (Geels)
- da got over zèn out (=dat gaat te ver) (Meers)
- Da gottoch wè, wà? (=dat gaat toch wel, hè) (Wagenings)
- da pak bij mich geen verf (=dat gaat je bij mij niet lukken) (Munsterbilzen - Minsters)
- da veegt z'n gat zongder papier (=dat gaat vanzelf) (Antwerps)
- Da wödt nie wat (=Dat wordt niks, dat gaat niet goed.) (Achterhoeks)
- da zal nie lang daoke (=dat gaat niet lang bestaan of overleven) (Munsterbilzen - Minsters)
- da's gin doen (=dat gaat niet, dat is niet aanvaardbaar) (Meers)
- da's moar eev'm bijgoan (=dat gaat heel gemakkelijk) (Westerkwartiers)
- da' s loopjes waark (=dat gaat in de loop weg mee) (Westerkwartiers)
- dae bëloeng heet nie op (=dat gaat niet, dat wordt je door de neus geboord) (Munsterbilzen - Minsters)
- dae geet nog vieël moete blieje (=dat gaat hem nog veel geld kosten) (Munsterbilzen - Minsters)
- dae vlieger geet nie op (=dat gaat niet door) (Munsterbilzen - Minsters)
- dae vliegër zal nie opgoën (=dat gaat niet lukken als het van mij afhangt) (Munsterbilzen - Minsters)
- Das een flötje van ne ceent (=dat gaat gemakkelijk) (Herentals)
- das wijd triëvër ! (=dat gaat wat ver !) (Munsterbilzen - Minsters)
- dat gaat je geen moer / geen reet aan (=dat gaat je niks aan) (Haarlems)
- dat gaat je geen moer aan (=Gaat je niks aan) (Amsterdams)
- dat gait deujr van euvigait tot saligait (=dat gaat eeuwig door) (Volendams)
- dat geet ëm aoën zën praaj (=dat gaat hij wel voelen !) (Munsterbilzen - Minsters)
- dat geet kneep koste (=dat gaat veel geld kosten) (Munsterbilzen - Minsters)
- dat geet poenke-poenke koste (=dat gaat veel geld kosten) (Munsterbilzen - Minsters)
- dat geet tich geen sjik aoën (=dat gaat je geen moer aan) (Munsterbilzen - Minsters)
- dat geet tich nog voëre, mennëke (=dat gaat je nog zuur opbreken, jongeheer) (Munsterbilzen - Minsters)
- dat geet waaj ë fleetsje vannen sent (=dat gaat als vanzelf) (Munsterbilzen - Minsters)
- Dat geit van allein (=dat gaat vanzelf) (Hulsbergs)
- Dat geit wie ein dampnetele fluitje (=dat gaat van een leien dakje) (Sittards)
- dat gijt aan een boksem aan deur (=dat gaat zonder ophouden door) (Westerkwartiers)
- dat gijt as 'n loop'nd vuurke (=dat gaat als een lopend vuurtje) (Westerkwartiers)
Bronnen
De spreekwoorden en gezegden zijn afkomstig van Wikiquote, Wikipedia en onze gebruikers.
Op woorden.org is de uitleg ingekort en is herkomst van spreekwoorden en gezegden weggelaten.
Zie ook:
- vaartips.nl Ruim 300 woorden, zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- debinnenvaart.nl Nog eens honderden zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- Het boek `De Latynsche spreekwyzen` uit 1755 met oud-Nederlandse vertalingen