Spreekwoorden met `bout`

Zoek

Eén spreekwoord bevat `bout`

  1. de bout op de kop krijgen. (=een geschil verliezen)

9 dialectgezegden bevatten `bout`

  1. ‘Je kunt me de bout hachelen!’ . ( je kunt m'n stront eten) (bout drol) (hachelen eten) (=Je kunt het bekijken, je kunt het uitzoeken, zoek het maar uit, doei!!! (negatief0) (Utrechts)
  2. ai was dun bout af (=hij was doodop) (Hulsters (NL))
  3. Dich kins mich d' n bout hachele (=Je kunt me m'n gat likken) (Venloos)
  4. Hee kan miej de bout haggeln (=Hij kan mij de pot op.) (Enschedees)
  5. je ken me de bout hachelen (=Je kan me wat) (Amsterdams)
  6. Je ken me de bout haggelen (=Je bekijkt het maar) (Monnickendams)
  7. je kunt me de bout hachelen, an me toeroe, an me togus, an me reet (=je kunt m'n rug op) (Haarlems)
  8. Je kunt mij de bout hachelen! (bout is een drol)maw. Je kunt mn poep eten! (=Je kunt het bekijken!) (Utrechts)
  9. laat ze de bout àkkelen (=laat ze barsten) (Steenbergs)


Bronnen

De spreekwoorden en gezegden zijn afkomstig van Wikiquote, Wikipedia en onze gebruikers. Op woorden.org is de uitleg ingekort en is herkomst van spreekwoorden en gezegden weggelaten.

Zie ook:
  • vaartips.nl Ruim 300 woorden, zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
  • debinnenvaart.nl Nog eens honderden zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
  • Het boek `De Latynsche spreekwyzen` uit 1755 met oud-Nederlandse vertalingen