Spreekwoorden met `loont`

2 spreekwoorden en uitdrukkingen bevatten `loont`

boontje komt om zijn loontje (=hij krijgt wat hij verdient, de gevolgen zal iemand altijd wel een keer moeten gaan dragen)
het kwaad loont zijn meester (=wie kwaad doet, kwaad ontmoet)

`dao gieët niks bove d'n hândel` zag Geel en hae ging met twieë hieringe nao Beul (=handel die niet loont) (Weerts)
't e de moeite (nie) (=het loont de moeite (niet)) (Waregems)
baeter lansëm gevaore dan snel gelope (=mindere inspanning loont ook) (Munsterbilzen - Minsters)
da's gien piep tebak weerd (=dat loont de moeite niet) (Westerkwartiers)
das de moejte nie wee-rt (=dat loont niet) (Oudenbosch)
de deugnietrieë ist land mièèstre (=bedrog loont) (Lichtervelds)
De macht van ' t volk doe nen osse kipn (kippen) . (=Samenwerken loont) (Evergems)
riekdom en 'n dubbeltje kenn'n mekoar (=regelmatig een klein beetje opzij leggen loont) (Westerkwartiers)
tis gennavanse (=het loont de moeite niet) (West-Vlaams)
vannen goej mossel lüp tich ët sap autte mond (=kwaliteit loont zich) (Munsterbilzen - Minsters)
Veur eine bökkem weurt de pan neet opgezat (=Dat loont de moeite niet) (Steins)
zeurn komt up zn eurn (=bedrog loont niet) (Kortemarks)

De spreekwoorden en gezegden zijn afkomstig van Wikiquote, Wikipedia en onze gebruikers.

Op woorden.org is de uitleg ingekort en is herkomst van spreekwoorden en gezegden weggelaten.

Zie ook:

vaartips.nl Ruim 300 woorden, zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
debinnenvaart.nl Nog eens honderden zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
Het boek `De Latynsche spreekwyzen` uit 1755 met oud-Nederlandse vertalingen