8 spreekwoorden en uitdrukkingen bevatten `baan`
- dat is van de baan (=dat gaat niet door)
- een dijk van een baan (=een geweldige baan)
- het katje van de baan (=degene die baas speelt)
- iets op de lange baan schuiven (=iets uitstellen)
- op de baan lopen (=tippelen)
- op de lange baan schuiven (=iets uitstellen of vertragen.)
- op een gladde baan/weg zijn (=zijn ondergang tegemoet gaan)
- ruim baan maken (=voldoende plaats maken)
7 betekenissen bevatten `baan`
- goede papieren hebben (=de goede eigenschappen hebben (voor een baan))
- ambt geeft verstand. (=een baan gekregen hebben zonder er iets van af te weten)
- een dijk van een baan (=een geweldige baan)
- iemand te paard helpen (=iemand een goede baan helpen krijgen)
- iemand de voet lichten (=iemand op gemene manier de baan afnemen)
- in het diepe gegooid worden (=in een baan aan het werk moeten zonder ingewerkt te worden)
- iemand van twaalf ambachten en dertien ongelukken zijn (=steeds verschillende baantjes hebben maar in geen enkel baantje succesvol zijn)
17 dialectgezegden bevatten `baan`
- Daa kamion sloog weg en wei (=Die vrachtwagen zwalpte over de baan) (Dilbeeks)
- dae hètte slaog te pakke (=die kan er goed mee over de baan) (Munsterbilzen - Minsters)
- de boin’op sijn (=op de baan zijn) (Kaprijks)
- De kins mich ein eike euver de baan rolle (=Je kunt me wat) (Venloos)
- det is eine sjalevaeger (=dat is een sjofel persoon; iemand met een onbetekenende baan) (Heitsers)
- die kirrel het ' n hondeboan (=die man heeft een slechte baan) (Westerkwartiers)
- één uut 't zoadel wipp'n (=iemand zijn baan afhandig maken) (Westerkwartiers)
- Hieë zeûp de baan vanne ton aaf (=Hij drinkt als een tempelier) (Hasselts)
- hij hep een stee (=hij is heeft een baan op het schip) (Katwijks)
- lanks doa moeje ne goan der stout woater op de boan (=langs daar moet je niet gaan er staat water op de baan) (Denderleeuws)
- oon de waggel aave (=bezig houden of op de lange baan schuiven) (tervurens)
- skaan, fistjen baan (=we gaan een feestje bouwen) (Aalsters)
- tsaan de baan (=naast de weg) (Londerzeels)
- uin den euverkant vant struit leit er oewek wuiter op de buin (=aan de overkant van de straat ligt er water op de baan) (Teralfens)
- vast loown vast aarmoei (=een vaste baan) (Zunderts)
- Wa sjouwde gij? (=Wat voor baan heb jij?) (brabants)
- zënen eege kos zikke (=een baan zoeken) (Munsterbilzen - Minsters)
Bronnen
De spreekwoorden en gezegden zijn afkomstig van Wikiquote, Wikipedia en onze gebruikers.
Op woorden.org is de uitleg ingekort en is herkomst van spreekwoorden en gezegden weggelaten.
Zie ook:
- vaartips.nl Ruim 300 woorden, zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- debinnenvaart.nl Nog eens honderden zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- Het boek `De Latynsche spreekwyzen` uit 1755 met oud-Nederlandse vertalingen