5 spreekwoorden en uitdrukkingen bevatten `adem`
- de langste adem hebben (=iets het langst volhouden)
- iemands hete adem in je nek voelen (=merken dat een ander je bijna inhaalt; opgejut of opgejaagd worden)
- iets in één adem uitlezen (=een boek waaraan je begonnen bent heel snel uitlezen, omdat je het zo spannend vindt)
- je laatste adem uitblazen (=sterven, doodgaan)
- je moet om de beurt ademhalen (=gezegd als het erg druk is)
2 betekenissen bevatten `adem`
- in het zakje blazen (=een ademtest ondergaan)
- op het gijpen liggen (=stervend of totaal buiten adem zijn)
49 dialectgezegden bevatten `adem`
- 'k ben tendend (=ik ben buiten adem) (Zottegems)
- 't enden oasem (=buiten adem) (Gents)
- a tert op zènnen oeësem (=door een inspanning buiten adem geraken) (Meers)
- a tert op zènnen oësem (=hij is buiten adem) (Meers)
- achter de poeste weden (=achter adem zijn) (Drents)
- achter zijnn oasme snakn (=om adem happen) (Kaprijks)
- da pakmech op menen ojem (=de kleding van een vrouw past perfect als het de mannen de adem afsnijdt) (Bilzers)
- da's iet van langen oasem (=dat is iets van lange adem) (winksels)
- dae haet eine aom wie eine stróntj (=vieze adem hebben) (Heitsers)
- dae hèt zën toeng op te grond hange (=hij is volledig buiten adem) (Munsterbilzen - Minsters)
- dae hoch ze lich aut (=hij was buiten adem) (Munsterbilzen - Minsters)
- dae stink aut zen maul (=hij heeft een onfrisse adem) (Munsterbilzen - Minsters)
- dae stink aut zën maul waaj rotte vès (=die poetst wel nooit zijn tanden, want zijn adem stinkt als rotte vis) (Munsterbilzen - Minsters)
- dee ei ne mònt gelèk en ùiske (S*) (=Zijn adem stinkt) (Sintrùins)
- dür te gon fietse hochter ferm opzenen ojem getréd (=na het fietsen was hij volledig buiten adem) (Bilzers)
- Gien poes meer hebb'n (=Buiten adem zijn) (Drents)
- gin pap meeë kunn zegn (=bekaf, buiten adem zijn) (Veurns)
- hae kan geîn vaer mieër van z'n lûppe blaoze (=buiten adem) (Weerts)
- Hae sjtink oet zien móndj wiej 'n kooj oet de kóntj (=Slechte adem) (Gelaens (Geleens))
- hae steênktj wi-j ein huûske (=iemand met een vieze adem) (Weerts)
- heb geen asem (=buiten adem zijn) (Rotterdams)
- Hij is achter de poeste (=Hij is buiten adem) (Hoogeveens)
- hij is achter de puust (=hij is buiten adem) (Westerkwartiers)
- ich bèn knats bauten ojëm (=ik ben helemaal buiten adem) (Munsterbilzen - Minsters)
- Ie es 't enn oasem (=Hij is buiten adem) (Oudenaards)
- ig zen aat mennen owwesem (=ik ben buiten adem) (Wommersoms)
- Ik bin helemaole achter de poeste (=Ik ben helemaal achter adem) (Hoogeveens)
- ket van ausem (=kort van adem) (Liedekerks)
- ksie tendn aosme (=ik ben buiten adem) (Kortemarks)
- kuime (=naar adem happen) (Vlijtingens)
- kuume (=naar adem happen) (Opglabbeeks)
- mèt de bek oeëpe (=buiten adem) (Munsterbilzen - Minsters)
- op auën oeësom terren (=op z'n adem trappen) (Ninoofs)
- op zèn tong getrapt ein (=buiten adem zijn) (Sint-Niklaas)
- op zenen ojem traeë (=buiten adem geraken) (Munsterbilzen - Minsters)
- op zènnen oasem trappen (=buiten adem zijn) (Sint-Niklaas)
- op zénnen oeêsem térren (=buiten adem geraken) (Meers)
- op zijn aosem tèrten, buit'n oasem zijn, tèn aosem zijn (=buiten adem zijn) (Brakels)
- Snakke gelek ne kriejel (=Naar adem happen) (Zoutleeuws)
- t'enn'n oasem (=buiten adem) (Wichels)
- tejnden oasme (=buiten adem) (Kaprijks)
- ten enj'n ouësem (=buiten adem) (Meers)
- tend' oasme zien (=buiten adem zijn) (Veurns)
- tenden oasem (=buiten adem) (Brugs)
- tenden oasem zijn (=buiten adem zijn) (Lovendegems)
- tenden osme (=buiten adem) (Veurns)
- tenn'n oas'm zin (=ten einde adem zijn) (Zwevegems)
- tennen oasem (=buiten adem) (Gavers)
- wanne kojjenojjem (=hij heeft een slechte adem) (Astens)
Bronnen
De spreekwoorden en gezegden zijn afkomstig van Wikiquote, Wikipedia en onze gebruikers.
Op woorden.org is de uitleg ingekort en is herkomst van spreekwoorden en gezegden weggelaten.
Zie ook:
- vaartips.nl Ruim 300 woorden, zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- debinnenvaart.nl Nog eens honderden zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- Het boek `De Latynsche spreekwyzen` uit 1755 met oud-Nederlandse vertalingen