13 spreekwoorden en uitdrukkingen bevatten `Lauw`
- bekend staan als de bonte hond met de bLauwe staart (=berucht)
- een bLauwe boon (=een kogel)
- een bLauwe maandag (=erg kort)
- een bLauwe scheen lopen (=afgewezen worden)
- een bLauwtje lopen (=afgewezen worden (in de liefde))
- het hebben over bLauwe aardappelen en bLauwe sokken (=zonder het aanvankelijk beseft te hebben over verschillende zaken spreken)
- iemand bont en bLauw slaan (=iemand zo slaan dat hij een dik gezicht met blauwe en geel blauwe vlekken krijgt)
- iets bLauw bLauw laten (=iets maar laten voor wat het is, er niet meer over praten)
- kLauwen en nagels hebben (=zich kunnen verdedigen)
- onder de bLauwe/blote hemel (=in open lucht)
- op je Lauweren rusten (=niets doen en genieten van de vrije tijd)
- vliegt de bLauwvoet storm op zee (=leuze van de Vlaamse nationalisten (ontleend aan Conscience))
- zij hangt haar man de bLauwe huik om (=zij bedriegt haar man)
5 betekenissen bevatten `Lauw`
- een vaantje strijken (=fLauw vallen, sterven, het opgeven)
- in de patatten vallen (=fLauwvallen)
- van zijn stokje gaan (=fLauwvallen)
- het zeil strijken (=het opgeven / fLauw vallen / van iemand verliezen)
- iemand bont en blauw slaan (=iemand zo slaan dat hij een dik gezicht met bLauwe en geel bLauwe vlekken krijgt)
18 dialectgezegden bevatten `Lauw`
- dat zal mij de Lauw sjakk'n (=dat interesseert mij totaal nietr) (Westerkwartiers)
- dem höb ich de pies Lauw gemaak (=ik heb hem flink de waarheid gezegd) (Roermonds)
- Die maak ie de pis niet Lauw (=Die raakt niet zo gauw van slag) (Drents)
- eemes de pis Lauw maake (=iemand aan zijn hoofd zeuren) (Susters)
- emes de pis Lauw make (=iemand kwaad maken) (Heitsers)
- emes de pis Lauw make (=Iemand het bloed onder de nagels uithalen) (Steins)
- gij makt mijne pis nie Lauw (=je maakt me niet bang) (Bosch)
- Gij mok mijn de zeik nie Lauw (=Jij maakt mij niet overstuur) (Geldermalsens)
- he Lauw smoezen (=tegen niemand vertellen) (Nijmeegs)
- he makt mig miene zeik ne Lauw (=hij maakt mij niet bang) (Budels)
- hij mokt menne zeik nie Lauw (=hij kan me niet opjutten) (oosterhouts)
- Ie moakt mie nig bange (='Je maakt mijn pis niet werm / Lauw) (Twents)
- Ienen ne Lauw leehen (=Iemand een poets bakken) (Ronsisch)
- ik laot mien de pis niet Lauw maken (=Ik laat me niet gek maken) (Achterhoeks)
- Lauw met de pook (=het is wel goed hoor) (Amsterdams)
- maak mich de pis (zeik) neet Lauw (=daag me niet uit) (Berg en Terblijts)
- ze het Lauw kaans (=zij heeft bijna geen kans) (Westerkwartiers)
- Ze maken mij de zeik nie Lauw (=Ze maken mij niks wijs) (Brabants )
Bronnen
De spreekwoorden en gezegden zijn afkomstig van Wikiquote, Wikipedia en onze gebruikers.
Op woorden.org is de uitleg ingekort en is herkomst van spreekwoorden en gezegden weggelaten.
Zie ook:
- vaartips.nl Ruim 300 woorden, zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- debinnenvaart.nl Nog eens honderden zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- Het boek `De Latynsche spreekwyzen` uit 1755 met oud-Nederlandse vertalingen