Spreekwoorden met `Deli`

Zoek

6 spreekwoorden en uitdrukkingen bevatten `Deli`

  1. corpus Delicti (=het voorwerp van de misdaad) (Latijn)
  2. een vreemDeling in Jeruzalem zijn (=ergens niet bekend zijn met de gang van zaken of zich ergens niet thuis voelen)
  3. een vreemDeling in Kanaän zijn (=weinig weten over het besproken onderwerp)
  4. een vrienDelijk gezicht brengt overal licht (=een vrolijk persoon weet vaak meer te bereiken dan een nors persoon)
  5. in partibus infiDelium (=in het land der ongelovigen) (Latijn)
  6. ter wereld is er geen doDelijker venijn, dan vriend te schijnen en vijand te zijn (=hoed je voor onoprechte vrienden)

122 betekenissen bevatten `Deli`

  1. in de ijskast zetten (=(tijDelijk) niet uitvoeren)
  2. fiolen van toorn over iemand uitstorten (=aan iemand duiDelijk laten blijken dat je kwaad op diegene bent)
  3. achter de wolken schijnt de zon (=alle nare dingen zijn tijDelijk en daarna wordt het beter)
  4. wie weet waarom de ganzen blootsvoets gaan? (=alles heeft een reden, ook al is die niet altijd even duiDelijk)
  5. in het donker zijn alle katten grijs/grauw (=als de situatie niet duiDelijk is, zijn de zaken niet goed te beoordelen)
  6. allemans werk is niemands werk. (=als iedereen verantwoorDelijk is, doet niemand het daadwerkelijk.)
  7. als een warm mes door de boter (=als iets erg makkelijk of geleiDelijk gaat)
  8. elke dag een draadje is een hemdsmouw in een jaar (=als je iedere dag een beetje doet komt het karwei uiteinDelijk klaar)
  9. van leer trekken (=beginnen met vechten, duiDelijk laten merken dat iets als vervelend ervaren wordt)
  10. in den blinde (=blinDelings)
  11. daar kan de schoorsteen niet van roken (=dat brengt niets op / men kan niet alleen van vrienDelijke woorden leven)
  12. dat is het begin van het einde (=dat is het begin van iets dat uiteinDelijk verkeerd zal aflopen)
  13. dat hangt als een schijthuis boven de gracht (=dat is overduiDelijk)
  14. dat is een waarheid als een koe (=dat is overduiDelijk waar)
  15. dat spreekt boekdelen (=dat is overduiDelijk, bijv. `zijn gezicht spreekt boekdelen`)
  16. de aanval bloedt dood (=de aanval komt geleiDelijk uit op een mislukking)
  17. een deksel op de kop hebben (=de verantwoorDelijkheid voor iets nemen)
  18. dat zaakje zal wel doodbloeden (=die kwestie zal geleiDelijk aan wel worden vergeten)
  19. Pietje de dood maait altijd. (=doodgaan is onvermijDelijk)
  20. tegen de dood is geen kruid gewassen. (=doodgaan is onvermijDelijk)
  21. er geen touw aan vast kunnen knopen (=door de onduiDelijkheid niet kunnen begrijpen wat er wordt bedoeld)
  22. de gestage drup holt de steen (uit) (=door vol te houden wordt uiteinDelijk wel het doel bereikt)
  23. men vangt meer vliegen met honing/stroop dan met azijn (=door vrienDelijk te zijn bereik je meer bij iemand dan met lelijke woorden)
  24. jezelf op de borst slaan (=duiDelijk aan de omgeving laten weten dat men ergens bijzonder trots op is)
  25. het beestje bij zijn naam noemen (=duiDelijk en precies zeggen hoe je over iets of iemand denkt; precies zeggen hoe iets zit)
  26. aan het verstand brengen (=duiDelijk maken)
  27. aan de bel trekken (=duiDelijk maken dat er iets aan de hand is; duiDelijk maken dat er iets niet klopt)
  28. de neus optrekken (=duiDelijk maken dat men iets of iemand niet waardeert)
  29. met een rode letter aangetekend staan (=duiDelijk vermeld , zodanig dat het zeker niet vergeten wordt)
  30. iemand de les lezen (=duiDelijk zeggen dat iemand iets verkeerds gedaan heeft)
  31. onder de neus wrijven (=duiDelijk zeggen wat er van gevonden wordt)
  32. man en paard noemen. (=duiDelijke taal spreken)
  33. is de paus katholiek? (=een antwoord op een vraag waarvan het antwoord overduiDelijk `Ja` is)
  34. dat is opgelegd pandoer (=een duiDelijke van te voren afgesproken zaak)
  35. iets in petto houden (=een medeDeling voor later bewaren)
  36. belofte is een hemd der dwazen (=een nietszeggende belofte kan toch tijDelijk gelukkig maken)
  37. een gat in de lucht slaan (=een onnozele hanDeling doen)
  38. conditio sine qua non (=een onvermijDelijke voorwaarde)
  39. een tegenslag (=een onverwacht naDelig feit of voorval)
  40. het ijs breken / het ijs is gebroken (=een vrienDelijk gesprek op gang brengen na een kil begin)
  41. klare wijn schenken (=eerlijk en duiDelijk vertellen hoe de situatie in elkaar steekt)
  42. doorgestoken kaart (=er is heel duiDelijk iets mis! Hier is getracht om iemand te laten geloven dat er bij toeval iets gebeurt, terwijl het in feite van tevoren gearrangeerd is)
  43. er een plasje overheen doen (=ergens een kleine wijziging in aan (laten) brengen, dat wel duiDelijk laat zien dat de afzender iemand van belang is)
  44. er de angel uittrekken (=ervoor zorgen dat iets minder gevaarlijk wordt door het meest gevaarlijke deel onschaDelijk te maken; iets minder pijnlijk maken)
  45. geen hart in het lijf hebben (=geen greintje meDelijden kennen)
  46. een hart van steen hebben (=geen meDelijden met anderen hebben)
  47. bij kleine hapjes leert men een hond eten. (=geleiDelijk aan kun je zelfs aan onmogelijke dingen wennen.)
  48. bij kleine lapjes leert men de hond leer eten. (=geleiDelijk aan wen je zelfs aan de onmogelijkste dingen.)
  49. gelijke monniken gelijke kappen (=gelijke mensen verdienen/krijgen een gelijke behanDeling)
  50. wie wat bewaart, die heeft wat (=het bewaren van zaken kan op lange termijn voorDelig blijken te zijn)


Bronnen

De spreekwoorden en gezegden zijn afkomstig van Wikiquote, Wikipedia en onze gebruikers. Op woorden.org is de uitleg ingekort en is herkomst van spreekwoorden en gezegden weggelaten.

Zie ook:
  • vaartips.nl Ruim 300 woorden, zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
  • debinnenvaart.nl Nog eens honderden zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
  • Het boek `De Latynsche spreekwyzen` uit 1755 met oud-Nederlandse vertalingen