Spreekwoorden met `bloed`

Zoek

23 spreekwoorden en uitdrukkingen bevatten `bloed`

  1. aardappelbloed hebben (=er ongezond uitzien)
  2. dat zaakje zal wel doodbloeden (=die kwestie zal geleidelijk aan wel worden vergeten)
  3. de aanval bloedt dood (=de aanval komt geleidelijk uit op een mislukking)
  4. doekje voor het bloeden (=een schrale troost, of een ontoereikende, slechts symbolische maatregel)
  5. doen alsof je neus bloedt (=doen alsof je van niets weet)
  6. er uitzien als melk en bloed (=er gezond uitzien)
  7. goed bloed kan niet liegen (=een edele afkomst wordt altijd opgemerkt)
  8. goed en bloed voor iets offeren (=ergens alles voor over hebben (goed=bezittingen, bloed=het leven))
  9. het bloed kruipt waar het niet gaan kan (=de aard verloochent zich nooit)
  10. het bloed spreekt (=de familieband doet zich opmerken)
  11. het bloed stolt hem in de aderen (=hij verstijft van schrik)
  12. het gaat van sassenbloed (=het gaat met grote opofferingen gepaard)
  13. iemand het bloed onder de nagels vandaan halen (=iemand vreselijk treiteren of irriteren)
  14. iemand na in den bloede zijn (=van iemand een bloedverwant zijn)
  15. iemands bloed wel kunnen drinken (=iemand niet mogen en daardoor alles doen om die persoon te hinderen)
  16. in koelen bloede iets doen (=geheel kalm en rustig iets doen, alsof er niets aan de hand is)
  17. je eigen vlees of bloed (=zijn eigen familie (kinderen))
  18. koud bier maakt warm bloed. (=alcohol maakt aggressief)
  19. kwaad bloed zetten (=iemand boos maken)
  20. nieuw bloed (=nieuwe deelnemers, werkers)
  21. patattenbloed hebben (=ziekelijk zijn)
  22. vissenbloed hebben (=koudbloedig zijn, weinig gevoel hebben, niet gauw koud hebben)
  23. voor iets moeten bloeden (=de gevolgen moeten dragen)

4 betekenissen bevatten `bloed`

  1. zo rood worden als een kalkoense haan (=bloedrood worden (van schaamte))
  2. goed en bloed voor iets offeren (=ergens alles voor over hebben (goed=bezittingen, bloed=het leven))
  3. vissenbloed hebben (=koudbloedig zijn, weinig gevoel hebben, niet gauw koud hebben)
  4. iemand na in den bloede zijn (=van iemand een bloedverwant zijn)

37 dialectgezegden bevatten `bloed`

  1. 't bloed krupt woar 't niet goan ken (=de familieband blijft altijd meespelen) (Westerkwartiers)
  2. ' t bloed zeékten dur uit (=hij bloedde heel hard) (Sint-Niklaas)
  3. As mien bloed karemelk wordt dan... (=Pas op, wanneer ik kwaad wordt dan...) (Giethoorns)
  4. As mien bloed karemelk wordt dan...... (=Pas maar op!!) (Giethoorns)
  5. bloed voeste (=bloed kloppen bij het aanhuisslachten) (Wells)
  6. d n bloed zijn (=niet aan iets kunnen ontkomen) (Oudenbosch)
  7. da geet bloed koste (=dat gaat een zware inspanning kosten) (Munsterbilzen - Minsters)
  8. dat het kwoad bloed zet (=dat schreeuwt om wraak) (Westerkwartiers)
  9. Die dreet 'm de kòkkeral op (=Zij haalt hem het bloed onder de nagels vandaan) (Sittards)
  10. één 't bloed onner de noagels weghoal'n (=iemand tot het uiterste pesten) (Westerkwartiers)
  11. ei zeker in je vinger e snee-en., wan kruuke bloed (=windje) (Zeeuws)
  12. emes de pis lauw make (=Iemand het bloed onder de nagels uithalen) (Steins)
  13. faradzjië (=het bloed van onder de nagels halen) (Munsterbilzen - Minsters)
  14. ge koest'em gen bloed nemieë trekken (=bleek van het schrikken) (Ninoofs)
  15. hae krabde tottet bloed traut zeekde (=de dermatoloog had eelt op zijn hart) (Munsterbilzen - Minsters)
  16. ie krieg bloed voe zn arte (=spijt hebben) (Zeeuws)
  17. iemed judasse (=iemand het bloed vanonder de nagels halen) (Munsterbilzen - Minsters)
  18. iemed judasse totter nimei wieët bauter steed (=iemand het bloed van onder de nagels halen) (Munsterbilzen - Minsters)
  19. iemëd krete (=iemand het bloed vanonder de nagels halen) (Munsterbilzen - Minsters)
  20. iemed krijte (=iemand het bloed onder de nagels vandaan halen) (Munsterbilzen - Minsters)
  21. iemëd transënieëre (=iemand het bloed van onder de nagels halen) (Munsterbilzen - Minsters)
  22. je gebaort van piekkns (=hij doet alsof zijn neus bloed) (Kortemarks)
  23. kaud bloed zètte (=kwaad stichten) (Munsterbilzen - Minsters)
  24. kgao dre gièèn kwao bloed in maokn (=ik zal me niet kwaadmaken) (Kortemarks)
  25. kgoa dre gièèn kwoa bloed in moakn (=ik zal me niet kwaad maken) (Lichtervelds)
  26. krete (=het bloed van onder de nagels halen) (Munsterbilzen - Minsters)
  27. me bloed koëk! (=ik ben razend) (Bilzers)
  28. Me bloed wordt karrenemellek (en me ribbe takkebosse). (=Ik word erg kwaad.) (Zaans)
  29. schiet noe es een bitje op, mn bloed wor kerremelk (=opschieten) (Zeeuws)
  30. sil die read sneie (=snijden tot het bloed) (Fries)
  31. t bloed goetsde aut men ojers (=ik bloedde hevig uit mijn aders) (Munsterbilzen - Minsters)
  32. t bloed krüp bau t nie gon kan (=een aardje naar zijn vaartje) (Munsterbilzen - Minsters)
  33. traitër nog vmèr get (=als je nog lang probeert het bloed vanonder mijn nagels te halen, zal het seffens gaan donderen) (Munsterbilzen - Minsters)
  34. transeniëre (=het bloed van onder de nagels halen) (Bilzers)
  35. transeniëre (=iemand het bloed van onder de nagels halen) (Munsterbilzen - Minsters)
  36. viël kaad bier mok wérm bloed (=teveel alcohol leidt veelal naar ruzie) (Munsterbilzen - Minsters)
  37. ze hübben hër gekreet (gefarazjied) totze begos te janke (=ze haalden haar het bloed vanonder de nagels tot ze begon te wenen) (Bilzers)


Bronnen

De spreekwoorden en gezegden zijn afkomstig van Wikiquote, Wikipedia en onze gebruikers. Op woorden.org is de uitleg ingekort en is herkomst van spreekwoorden en gezegden weggelaten.

Zie ook:
  • vaartips.nl Ruim 300 woorden, zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
  • debinnenvaart.nl Nog eens honderden zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
  • Het boek `De Latynsche spreekwyzen` uit 1755 met oud-Nederlandse vertalingen