503 spreekwoorden en uitdrukkingen bevatten `van`
- van stuurboord naar bakboord zenden (=van het kastje naar de muur sturen)
- van Teeuwes nog Meeuwes weten (=ergens van helemaal geen verstand hebben)
- van tijd noch uur weten (=hoegenaamd niet weten hoe laat het is - altijd te laat komen)
- van toeten noch blazen weten (=van iets geen verstand hebben)
- van twaalf ambachten en dertien ongelukken zijn (=telkens ander werk doen maar er bij geen van allen iets terecht brengen)
- van twee kwaden de beste kiezen (=uit twee onaangename dingen de minst slechtste kiezen)
- van twee walletjes eten (=van verschillende kanten voordeel behalen (negatief))
- van uitstel komt afstel (=als je iets niet meteen doet, loop je het risico dat het nooit meer gebeurt)
- van verre liegt men veel. (=vreemden kunnen makkelijk liegen omdat het niet te controleren is)
- van voor de zondvloed zijn (=erg oud zijn)
- van voren niet weten dat je van achteren leeft (=erg dom zijn)
- van voren niet weten of men van achteren leeft (=erg dom zijn / erg ziek zijn)
- van vreemde smetten vrij (=onafhankelijk, bevrijd)
- van wal steken (=beginnen met spreken, beginnen met een verhaal)
- van wanten weten (=goed weten hoe men iets moet aanpakken)
- van zessen klaar (=erg handig zijn en van aanpakken weten)
- van zich afbijten/afslaan (=zich fel verdedigen)
- van zijn á propos (=buiten bewustzijn, groggy)
- van zijn hart geen moordkuil maken (=zijn gevoelens niet opkroppen / vrijuit zeggen wat je niet bevalt / eerlijk zeggen over hoe er over iets gedacht wordt)
- van zijn mast een schoenpin maken (=iets goeds bederven om iets van weinig waarde te bekomen)
- van zijn stokje gaan (=flauwvallen)
- van zijn stuk raken (=onzeker worden en niet meer weten wat te zeggen)
- van zijn veren laten (=van zijn eer kwijtraken)
- van zijn voetstuk stoten (=de macht ontnemen - ontmaskeren)
- van zijn voetstuk vallen (=ontmaskerd worden - de macht ontnomen worden)
- vang vossen met vossen (=je moet een slimme persoon vangen door slim te zijn)
- vegen met de spons van blanus (=een teleurstelling ondervinden)
- verandering van spijs doet eten (=eens iets anders te doen doet de mens goed)
- verandering van weide doet de koeien goed. (=afwisseling en verandering positieve effecten kunnen hebben)
- verstand hebben van gekookt eten. (=ergens verstand van hebben.)
- vissen met de handen vangen (=profiteren van het werk van anderen)
- vogels van diverse pluimage (=mensen met allerlei diverse achtergronden)
- voor de poorten van de hel weghalen (=uit het grootste gevaar redden)
- voor God een baard van vlas maken (=schijnheilig zijn)
- voorzichtigheid is de moeder van de porseleinkast (=door voorzichtig te zijn, gaan tere zaken langer mee)
- waar het hart vol van is, loopt/vloeit/stroomt de mond van over (=waar men heel erg mee bezig is, daar wil men over praten)
- wat je van ver haalt is lekker. (=je waardeert dingen extra als je er veel werk voor moet doen)
- wat van apen komt wil luizen (wat van katten komt wil muizen) (=zijn afkomst kan men niet verloochenen)
- wat van ver komt, is lekker (=iets wat van ver komt, is bijzonder. Daarom denkt men dat het ook beter zal zijn)
- we kunnen niet allen paus van Rome zijn (=niet iedereen kan de baas zijn)
- werk van iemand maken (=veel zorg aan iemand besteden)
- weten van kikken noch mikken (=nergens van weten)
- wie in een boomgaard werkt mag er uit eten / van de druiven eten. (=voordeel halen uit je werk.)
- wie olie meet wordt er vet van (=in slecht gezelschap wordt men slecht)
- wie slaapt vangt niks (=je moet wel opletten)
- wie zijn eigen tuintje wiedt, ziet het onkruid van een ander niet (=het is beter om energie te steken in het verbeteren van jezelf, dan in het bekritiseren van anderen)
- wijd van huis is altijd rijk. (=iemand die van ver komt, kan makkelijk liegen.)
- wolven dromen van bossen. (=men kan zijn aangeboren aard niet vergeten)
- zeeën van tijd hebben (=ergens erg veel tijd voor hebben)
- zelfkennis is het begin van alle wijsheid (=men moet eerst zichzelf kennen om verdere kennis te kunnen verwerven)
652 betekenissen bevatten `van`
- nu heb je het schaap aan het schijten (=nu komen er problemen van)
- omwille van het smeer likt de kat de kandeleer (=omwille van het loon doet men een werk)
- met de noorderzon vertrekken (=onaangekondigd vertrekken en niets meer van zich laten horen)
- zonder blikken of blozen (=onbeschaamd, zonder zich iets van anderen aan te trekken)
- de berg heeft een muis gebaard (=ondanks de grote beloften is er vrijwel niets van terecht gekomen)
- onder de mantel van (=onder de schijn van)
- zo stoned zijn als een garnaal (ook makreel) (=onder invloed zijn van hasj)
- de tijd baart rozen (=ook de diepste (geestelijke) wonden helen na verloop van tijd)
- halfjes en motregen dringen door. (=ook van kleine beetjes wordt je dronken)
- weten waar Petrus de sleutel had (=op de hoogte zijn van wat niet iedereen weet)
- beidt Uw tijd, duur Uw uur (=op de toren van de Amsterdamse koopmansbeurs)
- de bal terugkaatsen (=op een vraag die gesteld wordt geen antwoord geven, maar een tegenvraag stellen; op een kritische opmerking van iemand reageren door zelf ook meteen een kritische opmerking te maken over de ander)
- iemand doodpraten (=op iemand blijven inpraten tot hij versuft van raakt)
- in verzekerde bewaring nemen (=opsluiten (in gevangenis))
- een oude boom moet je niet verpoten. (=ouderen houden niet van veranderingen)
- hou ouder, hoe gekker. (=ouderen maken zich minder druk om wat anderen van hen denken)
- iemand op iets aankijken (=over een eigenschap of daad van iemand niet tevreden zijn)
- de baard in de keel hebben (=overgang van kinderstem naar volwassen stem)
- eerst komt het eten dan de moraal. (=overleven is belangrijker dan het volgen van regels.)
- de lachende derde (=persoon die buiten een conflict staat, maar profiteert van de uitkomst)
- tussen droom en daad staan wetten in de weg en praktische bezwaren (=praktische belemmeringen weerhouden ons van het realiseren van onze plannen.)
- door het verleden achtervolgd worden (=problemen of fouten van vroeger blijven invloed hebben.)
- vissen met de handen vangen (=profiteren van het werk van anderen)
- hoe later op de avond/dag hoe schoner volk (=schertsend gezegd bij het laat binnenkomen van vrienden of familie)
- een garnaal heeft ook een hoofd (=schertsend gezegd van een kind dat koppig aan zijn mening vasthoudt)
- een stoelendans (=situatie waarbij mensen van functie wisselen)
- kwade gezelschappen bederven goede zeden. (=slechte eigenschappen overnemen van slechte vrienden)
- er een eind/punt aan breien (=snel tot een afsluiting komen (bijvoorbeeld van een toespraak))
- van de bok op de ezel gaan (=snel van onderwerp wisselen zonder rode draad)
- zo dicht als een zeef. (=spottend gezegd van iets met veel zwakke plekken)
- een snijder heeft maar een darm. (=spotternij van boeren, die veel meer eten dan de kleermaker.)
- een spreekwoord is een waar woord. (=spreekwoorden bevatten vaak waarheden of nuttige lessen waar je van kunt leren)
- als een blinde over de kleuren oordelen (=spreken alsof men een kenner is, over iets waar men niets van weet)
- de mantel naar de wind hangen (=steeds de opinie van de anderen volgen)
- het op iemand gemunt hebben (=steeds dezelfde persoon die ergens last van heeft)
- van de os op de ezel springen (=steeds van onderwerp veranderen)
- van de hak op de tak springen (=steeds weer van onderwerp wisselen en geen duidelijke rode draad in een verhaal hebben)
- zijn zeis in een anders koren slaan (=stelen, zich in het werk van iemand anders bemoeien)
- stilstand is achteruitgang. (=stil blijven staan leidt tot relatieve achteruitgang ten opzichte van anderen die vooruitgang boeken)
- ellebogenwerk (=succes boeken door op slinkse wijze van anderen misbruik te maken)
- overdaad schaadt (=te veel van iets is schadelijk)
- als David zijn volk telde verloor hij de strijd (=tel de winst pas uit bij het einde van de strijd)
- van twaalf ambachten en dertien ongelukken zijn (=telkens ander werk doen maar er bij geen van allen iets terecht brengen)
- met andermans kalf ploegen (=terwijl je de hulp van een ander gebruikt, doen alsof je het zelf alleen gedaan hebt)
- de boel de boel laten. (=tijdelijk afstand nemen van een lastige situatie of probleem)
- je tanden laten zien (=tonen dat men niet bang is, van zich afbijten; stevig uitvaren; streng zijn)
- ad majorem dei gloriam (=tot meerdere eer van God)
- het niet meer hebben (=totaal in verwarring geraken - van de kook zijn)
- uit de lijken geslagen (=totaal van zijn stuk gebracht)
- naar de bar(re)biesjes gaan (=totaal verloren gaan zonder dat er iets van overblijft (bijv. een schip dat vergaat))
50 dialectgezegden bevatten `van`
- alwier opgelost, zaag de boer, en hae stoek zen vroo bij zen draaj kènder én bed (=het is allemaal een kwestie van gezond verstand) (Munsterbilzen - Minsters)
- Amaai maan botte (=Uitdrukking van verbazing) (Onze-Lieve-Vrouw-Waver)
- Amaai maan oeëre (=Uitroep van verbazing) (Onze-Lieve-Vrouw-Waver)
- amaai maine frak (=uiting van verbazing) (Leefdaals)
- amper ne spuk gruet (=klein van gestalte) (Zeels)
- An hard lopen he-j nich völ, iej mot op tied van hoes goan. Wel te late is opstoan, möt n heeln dag op n draf goan (=Achter de feiten aanlopen) (Twents)
- an het labbere end. (=aan het eind van zijn latijn.) (Texels)
- andelsfuër (=die van Dèrremonde zain attait in Wies) (Dendermonds)
- Anker (=Ton bier van 40 liter) (limburgs)
- anne van de koesj of trauën (=handen van de koets of trouwen gezegd tegen iemand die een gehuwde vrouw niet ongemoeid wil laten) (Meers)
- anne van de korre of trouën (=niet vrijen voor het trouwen) (Meers)
- annen bieër grolt (=darmen rammelen van de honger) (Meers)
- antoedn van snoens toet dn twoolvn (=niet kunnen onthouden) (Lichtervelds)
- aoën d e vrèchtë kinste de boom (=de appel val niet ver van de boom) (Munsterbilzen - Minsters)
- aoën den aaterkant van piëd en de viërkant van vrolaaj moeste vërzichtëg zin (=opgepast als je aan de achterkant van paarden of de voorkant van meisjes zit) (Munsterbilzen - Minsters)
- Aofgank es gewaunlek de vijfde gank van e lekker aetetsje (=eten te zwaar, groot gevaar) (Bilzers)
- aoj je gat verbrand moej up de blaozn zittn (=als je iets verkeerd doet moet je er de gevolgen van dragen) (Kortemarks)
- aojt nie moet en pakt ton van je gat (=als je het niet lust moet je maar niets eten) (Kortemarks)
- aol twoipe nie weten (=niets moeten van weten) (Kortrijks)
- aon de mier oploope van de paajn (=hevige pijnen doorstaan) (Munsterbilzen - Minsters)
- aprénse: D'er es giën aprénse van (=Er is geen sprake van) (Lebbeeks)
- arrazegees (=van hier naar daar) (Noorderkempisch)
- arrem schoop! (=arm schaap (vaak in context van schelden en vernedering) ) (Wommersoms)
- As 'n haan van 'n stoter. (=Fier rechtop.) (zaans)
- As 'n oer oud wordt, pist ze wijwoatre! (=Over iemand die veranderde van levenswijze) (Lokers)
- As 't kop van de rompe is eske'jn, is 't biest dood. (=Als de kop van het lichaam is geschieden, is het dier dood.) (Sallands)
- as 't vur niet is loûpe ze de benen van onder older gat (=als het gratis is komt iedereen er op af) (Sint-Niklaas)
- As 't zo blef, doe 'k ut der veur! (=van mij mag het altijd zo blijven) (Hoogeveens)
- As dae ziene kop op ei vêrreke stông, lösdje neemes gein spek mieër (=Geen hoge pet van iemand hebben) (Weerts)
- as de fluit van van vlissinge gu (=etenstijd) (Helmonds)
- As de kat van huus is dan daanse de muze (=Als de kat van huis is dansen de muizen) (Lunters)
- as de kat van huus is, daanz'n de muuz'n (=zonder toezicht ontaard het nog wel eens) (Westerkwartiers)
- as de kat van uis es, dausen de muizen (=als de kat van huis is dansen de muizen) (Meers)
- As de kinder Sintermertes Veugelke zinge, make de verkes eur testament (=een lied ter ere van Sint-Martinus zingen, schrijven de varkens hun testament) (Venloos)
- as de vrollie va heusde be hunne vulo weg zen daan es alté wa te beleive (=als de vrouwen van heusden met hun fiets weg zijn dan is er altijd wat te beleven) (Heusdens)
- as de weendj van Neewieërt keumtj, dauget neet (=de koude noordenwind is geen pretje) (Weerts)
- As die nog s wijs wordt is ie weer gek van blijdschap (=Hij is gek) (Leids)
- as du baljuu van Axel (=te laat komen) (Hulsters (NL))
- as eemes alles wis, waas boôre gein aardigheid (=als je iets al van tevoren zou weten) (Weerts)
- As em nie crepeert van de paan dan crepeert em van den oenger (=Als hij geen last heeft van pijn dan heeft hij (last van) erge honger) (Onze-Lieve-Vrouw-Waver)
- as ermoej troef ès, aete ver alleen mèr spek bij et braud (=in dagen van nood, eten we spek mèt brood) (Munsterbilzen - Minsters)
- as et nog lang doert, zal et rap gedon zin (=als ik er nerveus van word, stop ik er mee) (Munsterbilzen - Minsters)
- as eu fleuke van ne cent (=dat gaat vanzelf) (Sint-Katelijne-Waver)
- As ge 't dees op et zèede mor vier uur'n van Gent nie mieër (=Aan deze maaltijd zul je wel genoeg hebben) (Wichels)
- as ge da geleuft zijde van e goe joar (=naief zijn) (Leefdaals)
- As ge van 'n duvel sprikt zie-de / tert-e op zèen'n stèert (=Als je over de duivel spreekt zie je / trap je op zijn staart) (Wichels)
- as gê van den duvel sprikt ziede zènne stjeirt (=iemand die het huis binnenkomt als men over hem aan het praten is) (Sint-Niklaas)
- As ge van Gimmert nor Nuene rijdt, dan komde langs dn brouwer (=Als je van Gemert naar Nuenen rijdt, dan kom je langs Bavaria) (Liessents)
- As gen hoar van zein klooten trekt klink het gelek 'n bel (=Hij is een echte vrek, een gierigaard) (Bevers)
- As get mau wét (=Wees daar maar zeker van) (Onze-Lieve-Vrouw-Waver)
Bronnen
De spreekwoorden en gezegden zijn afkomstig van Wikiquote, Wikipedia en onze gebruikers.
Op woorden.org is de uitleg ingekort en is herkomst van spreekwoorden en gezegden weggelaten.
Zie ook:
- vaartips.nl Ruim 300 woorden, zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- debinnenvaart.nl Nog eens honderden zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- Het boek `De Latynsche spreekwyzen` uit 1755 met oud-Nederlandse vertalingen