6 spreekwoorden en uitdrukkingen bevatten `scheef`
- de lamp hangt scheef (=het geld is op)
- de muts stond hem scheef. (=een slecht humeur hebben)
- geen pot zo scheef of er past een deksel op (=voor iedereen is wel een levenspartner te vinden)
- schots en scheef (=ongeordend door elkaar heen)
- zijn pruik staat scheef (=hij is slecht gehumeurd)
- zo scheef als een krab (=erg scheef)
Eén betekenis bevat `scheef`
- zo scheef als een krab (=erg scheef)
37 dialectgezegden bevatten `scheef`
- 'k ziet 't al, de lâmp hânk scheef / Dat ken bruintjie niet meer trekku / me schort is bijna leeg / 't zwartu zoad is ook al op / 'k het niks meer te makkuh / ik het/hep/heb pijn aan me portemonnaie / portemetniks (=het geld is bijna op...) (Utrechts)
- 't laag schots en scheef (=het lag ongeördend) (Westerkwartiers)
- 't stoa link 'n brokke skieuf (=het staat precies een weinig scheef) (Waregems)
- 't stoa paraplu (=schots en scheef) (Waregems)
- a angd'op zan zoemerzou (=hij loopt scheef) (Ninoofs)
- azoe skieëf as en pik (=scheef) (Liedekerks)
- Baeter sjeif t'rin den recht t'rnaeve (=Beter scheef erin dan recht erlangs) (Kinroois)
- beter scheef urin dan regtur neve (=beter iets dan niets) (Oudenbosch)
- Bèter skûin der in dan skiff der nèffe (=beter schuin erin dan scheef erlangs) (Bergeijks)
- dae zë raod hink ook al get sjeef (=hij begin ook al wat scheef te lopen) (Munsterbilzen - Minsters)
- de deur és uit’èrren auk (=de deur hangt scheef) (Meers)
- det is zoeë sjeif wie eine pöthaok (=dat is erg scheef) (Heitsers)
- die kirrel stijt scheef ien 'e schoen'n (=die man is oneerlijk) (Westerkwartiers)
- een scheef antwort krijgen; de neus afbijten (=een bits antwoord krijgen) (Sint-Niklaas)
- een sjeef krijge / zètte (=een scheef antwoord krijgen / geven) (Munsterbilzen - Minsters)
- gin pot zo scheef of n dekkel die wal past (=Op ieder potje past een dekseltje) (Twents)
- Hee jôh, je dassie zit scheef (=Je gulp staat open) (Rotterdams)
- iemand een scheef antwort geven (=iemand een onbeschoft antwword geven) (Sint-Niklaas)
- iemand mèt zënë nak aoënkiekë (=iemand scheef bekijken, of helemaal niet !) (Munsterbilzen - Minsters)
- ik zit op zwart zaod , De lamp hong /hank scheef (na echtelijke ruzie om tekort aan geld vloog alles in het rond) (=Het geld is op) (Utrechts)
- nie gesjoëte ès altijd mis (=beter scheef er in dan recht erlangs) (Munsterbilzen - Minsters)
- Niks weert, een geit veur de kruu, trekt altied scheef (=Dat wordt toch niets) (Voorthuizens)
- ô klak stod op halfzeven (=uw pet staat scheef op je hoofd) (Sint-Niklaas)
- Ok op een schelle pan past wal een lid (=Geen pot zo scheef of er past een deksel op) (Drents)
- scheëf goan (=bad-trip) (Neerpelts)
- schel en schaif (=schots en scheef) (Gronings)
- Schoeks en scheif (=Schots en scheef) (Ewijk (Euiwwiks))
- schoeks en scheif (=schots en scheef) (Wells)
- schoeks en schijf (=schots en scheef) (Genneps)
- sjeeve lavvëboo (=iemand die een scheef antwoord geeft) (Munsterbilzen - Minsters)
- sjots en sjeef ènééngevlamp (=krom en scheef in mekaar geknutseld) (Munsterbilzen - Minsters)
- skeetsje beef (=beetje scheef) (Leewarders)
- trèk zau geen zoer maul ! (=zet zo geen scheef gezicht op !) (Munsterbilzen - Minsters)
- zaën moets stoat oep hallef zeive (=zijn muts staat scheef) (Winksels)
- Zo krom as een hoer. (=Dat (ding) is enorm scheef / krom) (Utrechts)
- Zoe skjeef gelik nen zikkele (=schots en scheef) (Avelgems)
- zoeë schieëf as een pik (=heel scheef) (Winksels)
Bronnen
De spreekwoorden en gezegden zijn afkomstig van Wikiquote, Wikipedia en onze gebruikers.
Op woorden.org is de uitleg ingekort en is herkomst van spreekwoorden en gezegden weggelaten.
Zie ook:
- vaartips.nl Ruim 300 woorden, zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- debinnenvaart.nl Nog eens honderden zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- Het boek `De Latynsche spreekwyzen` uit 1755 met oud-Nederlandse vertalingen