7 spreekwoorden en uitdrukkingen bevatten `betalen`
- betalen als de paus geus wordt (=nooit betalen)
- de tol aan de natuur betalen (=dood gaan)
- het gelag betalen (=alle kosten moeten betalen terwijl ook anderen er schuld aan hebben)
- leergeld betalen (=fouten maken tijdens het leren)
- met gelijke munt betalen (=hetzelfde kwaad terugdoen)
- met gesloten beurs betalen (=door middel van een wederzijdse schuld het bedrag verrekenen)
- schot en lot betalen (=zijn burgerplicht naar behoren vervullen)
21 betekenissen bevatten `betalen`
- het gelag betalen (=alle kosten moeten betalen terwijl ook anderen er schuld aan hebben)
- voor Sinterklaas spelen (=alle wensen vervullen, alles voor iedereen betalen)
- iemand tot op zijn hemd uitkleden (=alles van iemand afnemen, een te hoge prijs laten betalen)
- het zit eraan bij hem/haar (=diegene kan het betalen, er is genoeg)
- er peper aan eten (=duur betalen)
- in de bus blazen (=flink betalen)
- vissen hebben een goed leven (=het gelag niet betalen)
- met iemand afrekenen (=iemand betalen; iemand iets betaald zetten)
- iemand een poot uitdraaien (=iemand te veel laten betalen)
- iemand het vel over de oren halen (=iemand te veel laten betalen)
- iemand villen (=iemand te veel laten betalen / Iemand afpersen)
- op de pof komen (=iets kopen zonder direct te betalen)
- een put maken om een andere te vullen (=met de ene lening de vorige afbetalen)
- geld ophoesten (=met tegenzin of met moeite betalen)
- niet van de wind kunnen leven (=moeten werken om alles te kunnen betalen)
- betalen als de paus geus wordt (=nooit betalen)
- botje bij botje leggen (=samen geld bijeen leggen om te betalen)
- schoon schip maken (=schulden betalen, de boel opruimen, na ruzie/problemen samen er uit komen en het verleden laten rusten)
- korte afrekening maakt lange vriendschap (=snel terugbetalen (teruggeven) voorkomt ruzie)
- over de brug komen (=veel geld moeten betalen)
- op de lat kopen (=zonder te betalen iets kopen en daarmee schulden maken)
50 dialectgezegden bevatten `betalen`
- 't éne gat met 't aaner stopp'm (=een lening afsluiten om een andere lening af te betalen) (Westerkwartiers)
- 't geldj op de struik leggen (=iets niet betalen) (Meers)
- ' t is gepast (=de juiste som, met pasgeld betalen) (Sint-Niklaas)
- afdokken (=onder dwang betalen) (Erps)
- aot je beuze nie vermag dan vermag jn ziel het (=als je je schulden niet kunt betalen scheld ik ze kwijt) (Kortemarks)
- betaul'n: D'n dèdde kieë betaul'n! (=De derde keer betalen (werd gezegd als je iemand 2x kort na elkaar tegen 't lijf liep)) (Lebbeeks)
- betoale me peeschaave (=geen geld hebben om te betalen) (Bornems)
- betole mé wettelskoiven (=geen geld hebben om iets te betalen) (Pamels)
- bij de één moe je betoal'n, de aaner cent'n geev'm (=uit de lengte of uit de breedte, betalen moet je toch) (Westerkwartiers)
- Bótter bie d'r visj. (WT) (=betalen bij de koop) (Mechels (NL))
- Da kan den bruinen nie trekken. (=Dat kan ik niet betalen) (Bevers)
- Da kan maanen broëne nie trekke (=Dat kan ik niet betalen) (Onze-Lieve-Vrouw-Waver)
- da kan mainen broine nie trekke (=dat kan ik niet betalen) (Leefdaals)
- Da kan menne grijze nie trekke (=Dat kan ik niet betalen) (Heusdens)
- Da kan mijnen bruinen ni trekken (=Ik kan dat niet betalen) (Bambrugs)
- da kan mijnen bruinen nie trekken (=dat kan ik niet betalen) (Aspers)
- da kan zènnen bruin'n ni trekken (=dat kan hij niet betalen) (Meers)
- da kost em 't vew van zijn gat (=hij moet daar zwaar voor betalen) (Kaprijks)
- Da's zwoerder as m'ne portemonnei (=Dat kan ik niet betalen) (Bilzers)
- dae zal däöväör mótte bloje (=hij zal het moeten ontgelden; hij zal daarvoor veel moeten betalen) (Heitsers)
- Dat kan mijnen bruine niet trekken (=Dat kan ik niet betalen) (Sint-Katelijne-Waver)
- dat ken de brune niet trekk'n (=dat kunnen wij niet betalen) (Westerkwartiers)
- de stok in twièèn doen (=de middenprijs betalen) (Kortemarks)
- de volle roefel betaole (=het volle pond betalen) (Tilburgs)
- die kan 't niet liejen (=hij kan het niet betalen) (Putters)
- e kikske vantzelfde deeg bakke (=met gelijke munt betalen) (Bilzers)
- één 't vel over d'oor'n trekk'n (=iemand een te hoge prijs laten betalen) (Westerkwartiers)
- flöt d' r mar enne keer vör (=Niets hoeven te betalen) (Genneps)
- geld bij de woar (=contant betalen) (Westerkwartiers)
- geld gebreikste, mér van minse hülste (=Vriendschap is met geen geld te betalen) (Bilzers)
- hae mot de naate zak drage (=hij moet het gelag betalen) (Weerts)
- hij moet over de brug komm'n (=hij moet zijn rekeningen betalen) (Westerkwartiers)
- hij mos ien 'e bus bloaz'n (=hij moest betalen) (Westerkwartiers)
- hij mos over de brug komm'm (=hij moest nu wel betalen) (Westerkwartiers)
- ich kin alle taole, behaave Betaole (=ik ken alle talen, behalve betalen) (Munsterbilzen - Minsters)
- iemand stropen (=iemand teveel laten betalen) (Sint-Niklaas)
- Iemand vraa haave (=Alles voor iemand betalen (bvb op café) ) (Onze-Lieve-Vrouw-Waver)
- iemëd vraaj hage (=iemands verbruik betalen) (Munsterbilzen - Minsters)
- iemedet vel iëver d' aure trékke (=iemand teveel doen betalen) (Bilzers)
- iemes un rib oet zoepe (=drinken en niet betalen) (Mestreechs)
- Ientje oflègge (=Iemand afzette, teveel laten betalen) (Westfries)
- iëver de striep koëme (=toegeven, betalen) (Munsterbilzen - Minsters)
- immand doe lammer'n (=iemand doen betalen) (Ninoofs)
- Ja heel mooi, (voor) als ik in mijn rijke daoguh ben! (=Ik vind het mooi, maar kan het niet betalen helaas. ( als je iets zou willen hebben maar niet kunt betalen)) (Utrechts)
- je moet'n de één betoal'n, en de aander geld geev'm (=je moet hoe dan ook betalen) (Westerkwartiers)
- je zal de pot meugn uutlekkn (=hij zal de kosten zelf mogen betalen) (Kortemarks)
- je zal meugn de pot uutlekkn (=hij zal moeten betalen) (Kortemarks)
- je zoet geevn dat 't oar ut jon klakke groeit (=veel moeten betalen tot je niet veel meer over hebt) (Ledegems, Kappels)
- jeet de middels nie (=hij heeft geen geld om te betalen) (Kortemarks)
- Kgoan doar an e lek gaan liggen (=Ik zal daar veel moeten betalen) (Iepers)
Bronnen
De spreekwoorden en gezegden zijn afkomstig van Wikiquote, Wikipedia en onze gebruikers.
Op woorden.org is de uitleg ingekort en is herkomst van spreekwoorden en gezegden weggelaten.
Zie ook:
- vaartips.nl Ruim 300 woorden, zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- debinnenvaart.nl Nog eens honderden zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- Het boek `De Latynsche spreekwyzen` uit 1755 met oud-Nederlandse vertalingen