6 spreekwoorden en uitdrukkingen bevatten `klaar`
- daar ben ik mooi klaar mee (=nu heb ik een probleem)
- klaar als de dag. (=overduidelijk)
- klaar is kees (=het werk is klaar)
- spreek wat waar is, drink wat klaar is, eet wat gaar is. (=wees bescheiden en dankbaar voor wat je hebt)
- van zessen klaar (=erg handig zijn en van aanpakken weten)
- zo klaar als een klontje voor iemand zijn (=het helemaal begrijpen)
16 betekenissen bevatten `klaar`
- het zwaard aangorden (=(zich klaarmaken om) de strijd aan (te) binden)
- na gedane arbeid is het goed rusten (=als een klus geklaard is kan men er tevreden op terug kijken)
- elke dag een draadje is een hemdsmouw in een jaar (=als je iedere dag een beetje doet komt het karwei uiteindelijk klaar)
- in zijn achterhoofd hebben (=als reserve klaar hebben)
- goed gereedschap is het halve werk (=door de juiste hulpmiddelen te gebruiken wordt het karwei snel geklaard)
- het varken is op een oor na gevild/gewassen (=het is bijna klaar)
- het is op een oor na gevild (=het is bijna klaar. Het is bijna achter de rug)
- klaar is kees (=het werk is klaar)
- het einde kroont het werk (=het werk is pas goed gedaan als het klaar is)
- gepakt en gezakt (=klaar voor vertrek (met alle koffers ingepakt))
- op stootgaren liggen (=klaarliggen om in actie te schieten)
- je schrap zetten (=klaarmaken om de klap op te vangen)
- de draad van Ariadne (=middel om klaarheid te scheppen in een ingewikkeld iets)
- het vat der Danaïden vullen (=nooit klaar komen met het werk)
- traag gereden is vroeg thuis. (=sneller klaar zijn door eerst goed na te denken)
- op de tong liggen (=zeggensklaar zijn)
50 dialectgezegden bevatten `klaar`
- 't achter de koêsn hem'm (=klaar zijn met eten) (Vechtdals)
- 't ès op zeeme noë viërig (=het is zo goed als klaar) (Bilzers)
- 't es teten (=Het eten is klaar) (Hansbeeks)
- 't is zo moar kloar (=het is snel klaar) (Westerkwartiers)
- an-ewarkt ween (=klaar met werk / niks meer te doen) (Sallands)
- an-ewarkt ween (=klaar zijn met werken) (Vechtdals)
- Bend'al afgewerkt (=Ben je al klaar) (Eindhovens)
- Bende host verrig (=Ben je haast klaar) (Oeffelts)
- Biste gesjtiffeld en gesjpaord. (WT) (=Ben je klaar voor vertrek) (Mechels (NL))
- d'es plat Vlams (=Ik zeg het je klaar en duidelijk) (Wichels)
- d’n aovendj kumtj d’r in (=nog niet klaar zijn met werken als het donkerwordt) (Heitsers)
- dae haet ’t book al ómgedrage (=hij is er (al) klaar mee
(aan het einde van de H. Mis ‘draagt de pastoor het boek om’)) (Heitsers)
- dae haet de vogel aaf (=hij is klaar om naar huis te gaan) (Heitsers)
- dae meuktj niks naat (=hij krijgt niets klaar) (Heitsers)
- dan zijde gijur belangenaon nog nie (=dan ben je nog helemaal niet klaar) (Oudenbosch)
- dao bès se nog neet bie Oeël mèt äöver (=daar ben je nog niet mee klaar) (Heitsers)
- daor zijde gij nog nie meej aon de nuuw erpels (=daar ben je nog niet mee klaar) (Oudenbosch)
- das nen autlèg van kis mën k...... (=dat is me helemaal nog niet klaar) (Munsterbilzen - Minsters)
- dat is overduud'lek (=dat is zo klaar als een klontje) (Westerkwartiers)
- dat ken je op je vingers noatell'n (=dat is zo klaar als een klontje) (Westerkwartiers)
- dat leit veur de haand (=dat is zo klaar als een klontje) (Westerkwartiers)
- dau zemme nonnie aun de nuuf patatte zenne (=daar zijn we nog niet klaar mee) (Willebroeks)
- de broene oppe stál zétte (=klaar zijn met een werk) (Weerts)
- De kaffie es an 't lwupp'n (=De koffie is bijna klaar) (Harelbeeks)
- De kuute smeére (=klaar voor een lichamelijke inspanning) (Genneps)
- de mau steken (=de mei steken wanneer een huis klaar is om het dak te leggen wordt een takkenbos of ruiker gestoken en de arbeiders worden getrakteerd) (Meers)
- de petatten zèn zocht (=de aardappelen zijn klaar (zacht gekookt)) (Meers)
- de put is d'r uut (=het werk is klaar) (Westerkwartiers)
- Deer bè je mooi onklééd (=Daar ben je mooi klaar mee) (Texels)
- det hingtj mich de vot oet (=ik ben er klaar mee) (Heitsers)
- doar zèede goe mee besteld (=daar ben je mooi klaar mee) (Wichels)
- e mei steken (=de mei steken wanneer een huis klaar is om het dak te leggen wordt een takkenbos of ruiker gestoken en de arbeiders worden getrakteerd) (Meers)
- eer dat je klaar bent (=na het wachten totdat je klaar bent,) (Utrechts)
- ei is omtrent gereed (=hij is bijna klaar) (Sint-Niklaas)
- Em-m ze al daon (=Zijn ze al klaar) (Giethoorns)
- ën proem ès rapper rijp dan ën eekel (=een vrouw komt rapper klaar dan een man) (Munsterbilzen - Minsters)
- Fiete is gekleed (=Alles is klaar) (Maldegems)
- Gaa zaa mee maa, nog nie oan de nief patatten. (=met mij ben je nog niet klaar) (Geels)
- Ge goa oe tiejene meuge oatkasje (=Houd u maar klaar bereid je maar goed voor) (Schunnebroecks)
- gelèersd en gespuuërd (=helemaal klaar om te vertrekken) (Wichels)
- gelukkeg niejjoor, he' j de toete al kloor (=gelukkig nieuwjaar, heb je de snoepzak al klaar) (Achterhoeks)
- gerieëd zijn (=klaar zijn) (Meers)
- Gesjtiffeld en gesjpoard goa (=klaar om te vertrekken) (Mechels (NL))
- Gesjtívveld en gesjpòòrd (=klaar voor vertrek) (nijswillers)
- haardlopers en zaachtlopers komm'm beid'nt weer thuus (=hoe men het ook doet, het komt altijd klaar) (Westerkwartiers)
- Haat tich mer in nesse (=houd je maar klaar) (Zichers)
- he he, pis ploem (=eindelijk klaar) (Klazienaveens)
- he is nog neet langs smeets bakkes (=hij is er nog niet mee klaar) (Nuths)
- he-j 't zo wied? (=ben je klaar) (Sallands)
- he'jt 'r noar? (=ben je er klaar voor?) (Twents)
Bronnen
De spreekwoorden en gezegden zijn afkomstig van Wikiquote, Wikipedia en onze gebruikers.
Op woorden.org is de uitleg ingekort en is herkomst van spreekwoorden en gezegden weggelaten.
Zie ook:
- vaartips.nl Ruim 300 woorden, zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- debinnenvaart.nl Nog eens honderden zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- Het boek `De Latynsche spreekwyzen` uit 1755 met oud-Nederlandse vertalingen