4 spreekwoorden en uitdrukkingen bevatten `ronde`
- de schouders eronder zetten (=zich voor iets inspannen)
- de wind eronder hebben (=de ondergeschikten hebben angst)
- stille waters/wateren hebben diepe gronden (=zij die weinig zeggen hebben vaak het onvoorspelbaarste karakter)
- te gronde gaan (=verdwijnen, niet verder kunnen bestaan)
6 betekenissen bevatten `ronde`
- de paal door de oven steken (=bankroet gaan, zich te gronde richten)
- een gesloten boek (=iets wat niet te doorgronden is)
- vogels van diverse pluimage (=mensen met allerlei diverse achtergronden)
- door de achterdeur weer binnenkomen (=onverwacht terugkomen op een afgeronde situatie)
- een vogel die te vroeg zingt, wordt `s avonds van de kat gegeten. (=wie al te jong naar genot streeft, gaat te gronde.)
- een Pyrrhusoverwinning behalen (=winnen wat zoveel heeft gekost dat je de volgende ronde niet meer aan kan)
22 dialectgezegden bevatten `ronde`
- ' n buiksken bier (=een man met een ronde buik) (Overmeers)
- Allee, mettez vite vos chandailles, springt oep oven ijzere peerd, en moakt nog nen tour du jardin! (=Trek vlug jullie pulletjes aan, neem jullie fiets en maak nog eens de ronde van de tuin.) (Antwerps)
- bau rook ès, ès viër (=waar roddels de ronde doen, is de waarheid niet ver af) (Munsterbilzen - Minsters)
- d'r es griep ip toer (=de griep doet de ronde) (Waregems)
- Da's 't plang van (H) eist: vierkante zwienekootn me' roend' (h) oekn: zegswijze die men gebruikt om in te stemmen met iemands voorstel (=Dat is het plan van Heist: vierkante zwijnenkoten met ronde hoeken) (Klemskerks)
- dae auch gaete met 'ne rônde leepel (=iemand met een grote mond) (Weerts)
- Dae hieët auch gaete met 'ne rônde lieëpel (=Hij heeft een grote mond) (Weerts)
- de meul'n giezelt ien 't ronde (=de molen draait enorm snel rond) (Westerkwartiers)
- die is ok tejgen nen hoek van een ronde tofel gelopen (=iemand die zichtbaar zwanger is) (Ransts)
- doeë ès kal van dat... (=het gerucht doet de ronde dat...) (Munsterbilzen - Minsters)
- hij slagt ien 't ronde as Maal' Jan ien 't hoenderhoek (=onbezonnen gaat hij te keer) (Westerkwartiers)
- in 't ronde (=in de omgeving) (Kaprijks)
- in de ronde van ... (=in de buurt van ...) (Kaprijks)
- in't ronde rond (=er helemaal omheen) (Kaprijks)
- noges e staoseke waajer gon (=de ronde afleggen) (Bilzers)
- op den triem, op den tramaar (=op ronde) (Veurns)
- teen nen oek van een ronde toafle gelupn (=zwanger zijn) (Kaprijks)
- Tes nen drol op gank (=Buikgriep doet de ronde) (Liedekerks)
- witte wa da doa van oan es (weet ge wat daar van aan is) (=om zijn verontwaardiging te uiten bij een gerucht dat de ronde doet en wanneer men de waarheid kent) (Leefdaals)
- z'es teeg'n d'n oek van een ronde taffel gelüepen (=ze is in verwachting) (Zeels)
- z'hee tegen een ronde tafel geleupen (=terug zwanger zijn) (Gents)
- zei tege an ronde toafel gelope (=ze is zwanger) (Antwerps)
Bronnen
De spreekwoorden en gezegden zijn afkomstig van Wikiquote, Wikipedia en onze gebruikers.
Op woorden.org is de uitleg ingekort en is herkomst van spreekwoorden en gezegden weggelaten.
Zie ook:
- vaartips.nl Ruim 300 woorden, zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- debinnenvaart.nl Nog eens honderden zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- Het boek `De Latynsche spreekwyzen` uit 1755 met oud-Nederlandse vertalingen